Woordenschat vmbo TET 5

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Woordenschatquiz 5

Hij maakt zich er met een jantje-van-leiden van af.

1. hij raffelt het af
2. hij doet het heel goed
3. hij doet of zijn neus bloedt

In de schaduw van iemand staan.

1. iemand na-apen
2. iemand in de weg staan
3. minder goed dan een ander zijn

Goedkoop is duurkoop.

1. alles wat goed is, is duur
2. wat duur is, moet je niet kopen
3. iets wat goedkoop gekocht is, blijkt vaak niet goed te zijn

Het gaat hard tegen hard.

1. vechten
2. geen van de partijen wil toegeven
3. erg op elkaar letten

De nieuwe directeur is een onbeschreven blad.

1. iemand van wie nog niks bijzonders bekend is
2. iemand onder strafblad
3. iemand die nooit gehuwd is geweest

De afgetreden burgemeester werd aan de schandpaal genageld.

1. gevangen genomen
2. in het openbaar vernederd door op zijn fouten te wijzen.
3. verboden een nieuwe baan te zoeken

Zij heeft ruggengraat.

1. is een doorzetter
2. kan heel veel tillen
3. heeft chronische rugklachten

Iets met argusogen bekijken.

1. iets nauwelijks volgen
2. iets met argwaan in de gaten houden
3. iets nauwlettend volgen

De manier waarop iets gedrukt is.

1. drukproef
2. lay-out
3. typografie

Een ander woord met dezelfde betekenis.

1. synoniem
2. homoniem
3. tautologie

Een gedachte die door iets opgeroepen wordt.

1. déjà vu
2. reflectie
3. associatie

Het verband tussen twee zaken/dingen.

1. dilemma
2. correlatie
3. variatie

Een zich snel uitbreidende besmettelijke ziekte.

1. pandemie
2. epidemie
3. monopolie

De uitbarsting van een vulkaan.

1. eruptie
2. ruptuur
3. explosie

Het alleenrecht om te handelen.

1. pact
2. marktleider
3. monopolie

Het nemen van proeven op levende dieren.

1. animo
2. vivisectie
3. diagnose

Het gebruik van titels, bijvoorbeeld in correspondentie.

1. conventies
2. aanhef
3. titulatuur

Een overblijfsel van een heilige.

1. restant
2. relikwie
3. heiligdom