Het oog

Het oog
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Het oog

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


Binas 87C

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoornvlies:
Doorzichte deel van het harde oogvlies.
Breekt de lichtstralen 
(BINAS 18)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Ooglens:
Variabele breking van het licht.
Met lensbandjes vast aan 
het straalvormig lichaam.
De vorm wordt bepaald door het straalvormig lichaam.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Scherp zien

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Scherp zien

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Veraf scherp zien 
(rusttoestand)
Dichtbij scherp zien
(geaccomodeerd)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Accomoderen (aanpassen ooglens aan afstand)
Straalvormig lichaam ontspannen -> lensbandjes strak 
-> lens plat -> veraf zien
Straalvormig lichaam gespannen -> lensbandjes los -> lens bol -> dichtbij zien

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Link

This item has no instructions

waardoor is dichtbij scherp zien vermoeiender voor je ogen dan veraf scherp zien?
A
je ooglens is dan boller
B
je lensbandjes hangen dan slap
C
het straalvormig lichaam is dan aangespannen
D
de kringspieren in de iris zijn dan aangespannen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Lichtregeling door pupilreflex

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Pupilreflex

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Pupilreflex

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Link

This item has no instructions

Wat bescherm je met de pupilreflex?
A
Iris
B
Pupil
C
Vaatvlies
D
Netvlies

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Vaatvlies:
Vlies om het oog met 
bloedvaten.
Bloedvaten komen binnen 
op dezelfde plek als de oog-
zenuw.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Netvlies:
Plaats waar de lichtgevoelige 
zintuigcellen zitten, aan de achterkant van je oogbol.


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Kleuren zien

Slide 18 - Slide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Verdeling van zintuigcellen
                                 blinde vlek

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

In het donker zie je geen kleur omdat....
A
de drempelwaarde van de kegeltjes hoger is
B
de drempelwaarde van de kegeltjes lager is
C
de drempelwaarde van de staafjes hoger is
D
de drempelwaarde van de staafjes lager is

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Blinde vlek           Gele vlek

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Ontdek je blinde vlek

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

De blinde vlek merk je normaal niet omdat:
A
de hersenen het ontbrekende beeld invullen
B
de ogen continue bewegen
C
je met twee ogen kijkt
D
alle drie

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Slide 24 - Link

This item has no instructions