This lesson contains 14 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
T1 BS5
Slide 1 - Slide
Ontwikkeling bij mensen
Bij ontwikkeling verandert een organisme. Ook jouw lichaam verandert. Je krijgt haar in je oksels. Meisjes krijgen borsten, jongens krijgen baardgroei. Veranderingen van het lichaam van mensen noem je lichamelijke ontwikkeling.
Slide 2 - Slide
Geestelijke ontwikkeling
Niet alleen je lichaam verandert. Ook je verstand en je gevoel veranderen. Je gaat andere dingen leuk vinden. Je leert nieuwe dingen. Je wordt voor het eerst verliefd. Deze veranderingen bij mensen noem je geestelijke ontwikkeling.
Slide 3 - Slide
Groeispurt
Ieder mens is vroeger een baby geweest. Jij ook. Nu ben je groter en zwaarder. Je bent gegroeid. Baby’s groeien erg snel. Zo’n snelle groei heet een groeispurt. Spurt betekent sprint, zoals bij hardlopen.
Tot de puberteit groeien meisjes en jongens even snel. Meisjes gaan sneller groeien als ze ongeveer 10 jaar zijn. Jongens gaan sneller groeien als ze ongeveer 12 jaar zijn. Vanaf 15 jaar zijn de meeste jongens langer dan de meeste meisjes.
Slide 4 - Slide
De puberteit
De puberteit begint als je ongeveer 12 jaar bent en duurt ongeveer tot je 16e. In de puberteit groei je snel. Ook je lichamelijke en geestelijke ontwikkeling gaan snel.
De puberteit is een levensfase van mensen. Een levensfase is een periode met bepaalde lichamelijke en geestelijke ontwikkeling.
Slide 5 - Slide
De levensfases van de mens
• baby 0-1,5 jaar
• peuter 1,5-4 jaar
• kleuter 4-6 jaar
• schoolkind 6-12 jaar
• puber 12-16 jaar
• adolescent 16-21 jaar
• volwassene 21-65 jaar
• oudere (bejaarde) 65+ jaar
Slide 6 - Slide
T1 BS6
Slide 7 - Slide
Wat heb je vandaag gegeten?
Slide 8 - Mind map
Waar komt ons voedsel vandaan?
Slide 9 - Slide
Waar komt ons voedsel vandaan?
Slide 10 - Slide
Fotosynthese
Mensen en dieren moeten eten om in leven te blijven. Planten hoeven geen andere organismen te eten. Zij maken hun eigen voedsel. Dat doen ze in de bladeren.
In de bladeren van planten vindt fotosynthese plaats. Daarmee maakt een plant voedsel voor zichzelf. Voor fotosynthese is licht nodig. Door fotosynthese kan de plant groeien en ontwikkelen. Mensen en dieren kunnen de plant dan eten.
Slide 11 - Slide
Fotosynthese
Bij fotosynthese ontstaat zuurstof. Zuurstof is een gas in de lucht. Mensen en dieren ademen de zuurstof in. Ze hebben zuurstof nodig om te leven. Door fotosynthese komt er steeds nieuwe zuurstof in de lucht. Fotosynthese is daarom erg belangrijk voor het leven op aarde.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Aan de slag
Lees thema 1 paragraaf 5
Maak thema 1 paragraaf 5
Klaar? Lees thema 1 paragraaf 6 en maak de opdrachtjes erbij.
Lesson duration is: 45 min
