Hfst 1 paragraaf 3 en 4

Pro en anti-cyclische variabelen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Pro en anti-cyclische variabelen

Slide 1 - Slide

Wat is een recessie?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

Noem 3 kenmerken van laagconjunctuur

Slide 4 - Open question

Conjunctuur indicatoren
Indicatoren die iets zeggen over de groei van de economie:
- Consumptie
- Productie
- Werkloosheid
- Consumentenvertrouwen/producentenvertrouwen
- Faillisementen
- ....

Slide 5 - Slide

Werkloosheid tijdens hoogconjunctuur is
A
Laag
B
Hoog

Slide 6 - Quiz

Consumptie tijdens laagconjunctuur is
A
Laag
B
Hoog

Slide 7 - Quiz

Productie tijdens hoogconjunctuur is
A
Hoog
B
Laag

Slide 8 - Quiz

Conjunctuur indicatoren
Indicatoren die iets zeggen over de groei van de economie:
- Consumptie
- Productie
- Werkloosheid
- Consumentenvertrouwen/producentenvertrouwen
- Faillisementen
- ....

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Consumentenvertrouwen
Als consumenten vertrouwen hebben in de economie (hun portemonnee), geven ze makkelijker geld uit. 

Daardoor stijgt de productie en is het goed voor de conjunctuur.

Output gap is positief

Slide 11 - Slide

Pro-cyclische variabele
Tijdens hoogconjunctuur is de variabele ook hoog, tijdens laagconjunctuur laag.

Voorbeeld: in hoogconjunctuur is de consumptie, productie en het aantal bouwvergunningen ook hoog. Consumentenvertrouwen is dus procyclisch
De groei heeft hetzelfde verloop als de conjunctuurlijn.

Slide 12 - Slide

Anti-cyclische variabele
Tijdens hoogconjunctuur is de variabele laag en andersom.

Voorbeeld: in hoogconjunctuur is de werkloosheid en het aantal faillissementen laag. (en andersom)

Hoog-laag en laag-hoog duiden op een Anti-cyclische variabele.

Slide 13 - Slide

Leg het verschil uit tussen pro- en anticyclische indicatoren

Slide 14 - Open question

Achterlopende conjunctuurindicatoren
Indicatoren die achteraf groeit of daalt nadat het BBP is gestegen:

- Werkloosheid (loopt op als bbp daalt)
- Faillissementen (Komt pas na krimp bbp)
- consumentenvertrouwen (Als inkomen/bbp daalt, daalt het vertrouwen)


Slide 15 - Slide

Voorlopende conjunctuurindicatoren
Indicatoren die voorspellend zijn voor de groei van de toekomstige economie:

Aantal nieuwbouwprojecten
Aantal bouwvergunningen
Toename productie containerschepen


Slide 16 - Slide

Genoeg over mij
Hfdst 1 Par 1 opdracht 2, 3, 4,
Par 2 opdracht 1 t/m 5
Par 3 geen opdrachten maken alleen theorie uitleggen
Par 4 opdracht 1 t/m 3 + 7 en 8



Slide 17 - Slide