BL les 2: Tekstverbanden


Nederlands
Begrijpend lezen

Les 2: Tekstverbanden

G3
 P2 2019-2020
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Nederlands
Begrijpend lezen

Les 2: Tekstverbanden

G3
 P2 2019-2020

Slide 1 - Slide

Vorige les ...

... hebben we de begrippen uit leerjaar 1 en 2 herhaald.

Slide 2 - Slide

Aan het einde van deze les ...

... heb je nog een keer geoefend met signaalwoorden en tekstverbanden.

Slide 3 - Slide

Verbanden binnen zinnen, tussen zinnen en tussen alinea's
Signaalwoorden verbinden zinnen en zorgen zo voor een goedlopende, begrijpelijke samengestelde zin.
Ik houd van pizza, maar niet van pasta.

Signaalwoorden kunnen ook losstaande zinnen verbinden
Ik houd van pizza. Ik houd echter niet van pasta.

Daarnaast kunnen signaalwoorden alinea's met elkaar verbinden.

Slide 4 - Slide

Tekstverbanden
Uitspraak-opsomming 
Na een uitspraak worden verschillende dingen opgesomd.
Signaalwoorden: ook, verder, bovendien, daarnaast, nog, niet alleen...maar ook, ten eerste, ten tweede

Mijn vrije tijd gebruik ik voor leuke dingen (= uitspraak).
In de eerste plaats sport ik graag. Verder houd ik van televisiekijken. Ook  vind ik het heerlijk om een spannend boek te lezen. 
 




Slide 5 - Slide

Tekstverbanden
Uitspraak-tegenstelling
Na een uitspraak wordt het tegengestelde beweerd.
Signaalwoorden: maar, daarentegen, echter, integendeel, enerzijds ...anderzijds, daar staat tegenover

Evert is een ontzettend avontuurlijke vent (= uitspraak).

Zijn vriend daarentegen is een enorme huismus die er geen behoefte aan heeft bijzondere dingen te beleven (= tegenstelling). 

Slide 6 - Slide

Tekstverbanden
Uitspraak-voorbeeld 
Na een uitspraak volgt een voorbeeld / een aantal voorbeelden.
Signaalwoorden: bijvoorbeeld, als voorbeeld, zo, zoals

Je kunt in de spits haast niet meer opschieten in de Randstad (= uitspraak).
Zo kost het je vaak twee uur om van Den Haag naar Rotterdam te reizen, een afstand die je normaal in twintig minuten aflegt (= voorbeeld).



Slide 7 - Slide

Tekstverbanden
Middel-doel
Iemand noemt een doel en een middel waarmee dat doel kan worden bereikt. 
Signaalwoorden: waarmee, daarmee, met dat doel, het doel is, door middel van, om te...

De  stichting Wakker Dier komt op voor de dieren (= doel). Door middel van reclamespotjes op de televisie vraagt die club aandacht voor het ellendige leven van kippen en varkens in de bio-industrie (= middel). 


Slide 8 - Slide

Tekstverbanden
Oorzaak-gevolg
Iemand doet een uitspraak die een oorzaak heeft. Daarna wordt het gevolg genoemd.
Signaalwoorden: daardoor, hierdoor, doordat, zodat, waardoor

Het heeft de afgelopen winter nauwelijks gevroren  (= oorzaak).
Hierdoor konden we niet schaatsen (= gevolg). 

Slide 9 - Slide

Tekstverbanden
Uitspraak-vergelijking
Na een uitspraak worden er twee of meer dingen met elkaar vergeleken.
Signaalwoorden: zoals, hetzelfde, dezelfde, in, vergelijking met

Uitspraak-reden
Na of voor een uitspraak wordt een rden genoemd. Een reden geeft aan waarom iemand iets wel of niet doet.
Signaalwoorden: daarom, want, omdat, namelijk

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Noteerwijze verbanden
‘Naar verwachting wordt ruimtetoerisme in de toekomst steeds betaalbaarder en dus toegankelijker voor een groot publiek.’

Welk verband geeft het signaalwoord ‘dus’ hier aan? 
Schijf beide delen van dit verband aan.

Uitspraak-conclusie
 
Uitspraak: ruimtetoerisme wordt in de toekomst steeds betaalbaarder
Conclusie: ruimtetoerisme wordt toegankelijker voor een groot publiek. 

Slide 12 - Slide

Aan de slag!

Lees de tekst: 

Leesvaardigheid van Nederlandse jongeren daalt steeds harder (dit is een linkje)

Lees de tekst en beantwoord de vragen op de volgende slides.

Slide 13 - Slide

"De leesvaardigheid van Nederlandse jongeren daalt steeds harder, zeker in vergelijking met andere landen. Dat blijkt uit Pisa, een wereldwijd onderzoek naar de leerprestaties van vijftienjarigen dat elke drie jaar wordt uitgevoerd.|

Waar verwijst het woord 'Dat' naar?

Slide 14 - Open question

"Nederland staat als het gaat om leerprestaties in de middenmoot. De leesvaardigheid van Nederlandse tieners blijkt echter flink te zijn gedaald, tot onder het gemiddelde niveau in vergelijkbare landen."

Noteer het signaalwoord.

Slide 15 - Open question

Bij welk verband hoor het signaalwoord van de vorige vraag?
A
uitspraak-voorbeeld
B
uitspraak-opsomming
C
uitspraak-tegenstelling

Slide 16 - Quiz

"Nederland staat als het gaat om leerprestaties in de middenmoot. De leesvaardigheid van Nederlandse tieners blijkt echter flink te zijn gedaald, tot onder het gemiddelde niveau in vergelijkbare landen."

Noteer de delen van het verband.

Slide 17 - Open question

"De Pisa-test verdeelt jongeren in zes vaardigheidsniveaus. Een kwart van de Nederlandse jongeren haalt niveau 2 niet, het niveau waarmee iemand volgens de onderzoekers de taal genoeg beheerst om actief deel te kunnen nemen aan de moderne kennissamenleving."

Noteer het signaalwoord.

Slide 18 - Open question

Bij welk verband hoor het signaalwoord van de vorig vraag?
A
middel-doel
B
uitspraak-opsomming
C
uitspraak-tegenstelling
D
oorzaak-gevolg

Slide 19 - Quiz

"De Pisa-test verdeelt jongeren in zes vaardigheidsniveaus. Een kwart van de Nederlandse jongeren haalt niveau 2 niet, het niveau waarmee iemand volgens de onderzoekers de taal genoeg beheerst om actief deel te kunnen nemen aan de moderne kennissamenleving."

Noteer de delen van het verband

Slide 20 - Open question

"Opvallend is dat het leesplezier van vijftienjarigen in Nederland opvallend veel lager is dan in andere landen. 60 procent van de Nederlandse ondervraagden zegt alleen te lezen als het echt moet, bijvoorbeeld om informatie te vinden. Bijna de helft noemt lezen zelfs tijdverspilling. Slechts een op de vijf tieners vindt lezen een hobby."

Noteer het signaalwoord.

Slide 21 - Open question

Bij welk verband hoor het signaalwoord van de vorig vraag?
A
middel-doel
B
uitspraak-opsomming
C
uitspraak-tegenstelling
D
uitspraak-voorbeeld

Slide 22 - Quiz

"Opvallend is dat het leesplezier van vijftienjarigen in Nederland opvallend veel lager is dan in andere landen. 60 procent van de Nederlandse ondervraagden zegt alleen te lezen als het echt moet, bijvoorbeeld om informatie te vinden. Bijna de helft noemt lezen zelfs tijdverspilling. Slechts een op de vijf tieners vindt lezen een hobby."

Noteer de delen van het verband

Slide 23 - Open question

"Over het algemeen hebben meisjes meer plezier in het lezen dan jongens en zij zijn er ook beter in. Dit geldt overigens niet alleen voor leesvaardigheid; ook op het gebied van wiskunde en natuurwetenschappen hebben de meisjes de jongens inmiddels ingehaald."

Waar verwijst het woord 'Dit' naar?

Slide 24 - Open question

"Over het algemeen hebben meisjes meer plezier in het lezen dan jongens en zij zijn er ook beter in."

Welke twee signaalwoorden voor een uitspraak-opsomming zie je hier?

Slide 25 - Open question

Het Pisa-onderzoek vergelijkt heel bewust leeftijdgenoten en geen klasgenoten, omdat de schoolsystemen over de hele wereld lastiger te vergelijken zijn.

Noteer het signaalwoord.

Slide 26 - Open question

Bij welk verband hoor het signaalwoord van de vorig vraag?
A
middel-doel
B
uitspraak-reden
C
uitspraak-vergelijking
D
uitspraak-voorwaarde

Slide 27 - Quiz

Het Pisa-onderzoek vergelijkt heel bewust leeftijdgenoten en geen klasgenoten, omdat de schoolsystemen over de hele wereld lastiger te vergelijken zijn.

Noteer de delen van het verband.

Slide 28 - Open question

"AOB-bestuurder Henrik de Moel noemt de resultaten "zeer zorgwekkend". "Het is een schande dat wij er in een rijk land als Nederland niet in slagen om ons onderwijs op peil te houden." Hij merkt op dat vooral de achterstand van kinderen met een migratieachtergrond in Nederland opvalt."

Noteer het signaalwoord.

Slide 29 - Open question

Bij welk verband hoor het signaalwoord van de vorig vraag?
A
middel-doel
B
uitspraak-reden
C
uitspraak-vergelijking
D
uitspraak-voorwaarde

Slide 30 - Quiz

De onderwijsbond beklemtoont dat het steeds moeilijker wordt om goede docenten te vinden, zeker voor het vak Nederlands. "Ook hier zullen de problemen toenemen, gezien de dalende interesse voor lerarenopleidingen en voor de studie Nederlands op universiteiten", waarschuwt De Moel.

Noteer het signaalwoord.

Slide 31 - Open question

Bij welk verband hoor het signaalwoord van de vorig vraag?
A
middel-doel
B
uitspraak-opsomming
C
uitspraak-vergelijking
D
uitspraak-voorwaarde

Slide 32 - Quiz

De onderwijsbond beklemtoont dat het steeds moeilijker wordt om goede docenten te vinden, zeker voor het vak Nederlands. "Ook hier zullen de problemen toenemen, gezien de dalende interesse voor lerarenopleidingen en voor de studie Nederlands op universiteiten", waarschuwt De Moel.

Noteer de delen van het verband.

Slide 33 - Open question

De overheid moet volgens de AOB komen met een "breed investeringsplan om het onderwijs aantrekkelijker te maken als loopbaan". Uit eerdere cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) blijkt dat Nederlandse leraren veel langer werken en vollere klassen hebben dan in vergelijkbare landen

Noteer het signaalwoord.

Slide 34 - Open question

Bij welk verband hoor het signaalwoord van de vorig vraag?
A
middel-doel
B
uitspraak-opsomming
C
uitspraak-vergelijking
D
uitspraak-voorwaarde

Slide 35 - Quiz

De overheid moet volgens de AOB komen met een "breed investeringsplan om het onderwijs aantrekkelijker te maken als loopbaan". Uit eerdere cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) blijkt dat Nederlandse leraren veel langer werken en vollere klassen hebben dan in vergelijkbare landen

Noteer de delen van het verband.

Slide 36 - Open question

Mijn conclusie over mijn kennis over signaalwoorden en tekstverbanden...

Slide 37 - Open question