2F ch3 semaine 12

Préparation
Log in op lessonup.app                                 

Sur la table
-chromebook
-cahier d'activités 
-stylo
-weekplanner
timer
2:00
1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Préparation
Log in op lessonup.app                                 

Sur la table
-chromebook
-cahier d'activités 
-stylo
-weekplanner
timer
2:00

Slide 1 - Slide

semaine 10/11

  • Ik kan een gesprek voeren in een winkel
  • Ik weet hoe je de (e)au(x) en ou uitspreekt
  • Ik weet hoe je het aanwijzend voornaamwoord gebruikt
  • Ik kan een product omschrijven 



Slide 2 - Slide

Phrases-clés A         R
  • On va en ville, ce weekend?
  • Gaan we dit weekend naar de stad?

Slide 3 - Slide

Phrases-clés A         R
  • Oui, je veux acheter un jean.
  • Ja, ik wil een spijkerbroek kopen

Slide 4 - Slide

Phrases-clés A         R
  • Comment tu trouves ce jean?
  • Hoe vind je deze spijkerbroek?

Slide 5 - Slide

Phrases-clés A         R

  • Pas mal
  • Niet slecht/leuk

Slide 6 - Slide

Phrases-clés A         R
  • Il est beau 
  • Hij is mooi   

Slide 7 - Slide

Phrases-clés A         R
  • Comment tu trouves ce jean?
  • Hoe vind je deze spijkerbroek?
  • Pas mal
  • Niet slecht/leuk
  • Il est beau
  • Hij is mooi

Slide 8 - Slide

Phrases-clés B         R
  • Il coute combien?
  • Hoeveel kost hij?
  • Trente euros
  • Dertig euro

Slide 9 - Slide

Phrases-clés B         R
  • Tu fais quelle taille?
  • Welke maat heb je?
  • Du M
  • M

Slide 10 - Slide

gesprekje p.109
Ik kan een gesprek voeren in een kledingwinkel

  • bereid opdr 15 in een tweetal voor 
  • Gebruik de phrases-clés
  • Gebruik andere schuingedrukte woorden dan in de phrases-clés

Slide 11 - Slide

Aanwijzend voornaamwoord
  • Weet jij alles over die beroemdheid?
  • die beroemdheid
  • Ken jij deze zanger?
  • deze zanger

Slide 12 - Slide

bekijk het filmpje bij 17b

Slide 13 - Slide

aanwijzend voornaamwoord
Deze, die, dit of dat
vertaal je met 
enkelvoud
meervoud
mannelijk
ce
ces
mannelijk met h of klinker
cet
ces
vrouwelijk
cette
ces
Bron D
Grammaire
p. 131
leer dit schema uit je hoofd

Slide 14 - Slide

Exemples (Voorbeelden)
  • de broek= le pantalon           een broek = un pantalon
  • --> die, deze broek = ce pantalon
  • de jurk = la robe       een jurk = une robe
  • -->die, deze jurk = cette star
enkelvoud
meervoud
mannelijk
ce
ces
mannelijk met h of klinker
cet
ces
vrouwelijk
cette
ces

Slide 15 - Slide

Exemples (Voorbeelden)
een appartement = un appartement (m) 
dat appartement = cet appartement


mannelijk
vrouwelijk
ev
ce, cet
cette
mv
ces
ces

Slide 16 - Slide

Exemples (Voorbeelden)
deze/die broeken = ces pantalons

deze, die jurken = ces robes


enkelvoud
meervoud
mannelijk
ce
ces
mannelijk met h of klinker
cet
ces
vrouwelijk
cette
ces

Slide 17 - Slide

À toi!
We gaan oefenen met het aanwijzend voornaamwoord
De woordjes die gebruikt kun je vinden op p. 120 / 121 werkboek
Even kijken of jij het ook kunt

Slide 18 - Slide

Au travail




M: blok D
Opdracht 20 a --> inleveren via Teams (= huiswerk)
L: slim stampen D

Slide 19 - Slide

la robe = ................robe
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 20 - Quiz

le t-shirt = ............. t-shirt
(dit, dat t-shirt)
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 21 - Quiz

les pantalons = ..... pantalons
(deze broeken)
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 22 - Quiz

deze, die riem = ............... ceinture
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 23 - Quiz

deze schoenen = ...... chaussures
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 24 - Quiz

opdracht 20a
Lees opdr. 20a p.113
Lever je folder in via Teams

Ce T-shirt est beau.
Il coute 15 euros. Il est rouge

Slide 25 - Slide

Chapitre 3
Semaine 11
huiswerk voor 20 maart
m: blok D
L: grammaire blok D
Inleveren: opdracht 20a (folder) via Teams

 

Slide 26 - Slide