Par. 4.6: Het Rijk van de Karolingen valt uiteen

Planning
08/02 Par. 4.2 Het Rijk van de Franken
09/02 Par. 4.2 Het Rijk van de Franken
15/02  Par. 4.3 Een agrarische samenleving
16/02 SO par. 4.2 en 4.3
Voorjaarsvakantie
01/03 Par. 4.4 De verspreiding van...
02/03  Par. 4.4 De verspreiding van...
08/03 Par. 4.5 De islam
09/03 Par. 4.6 Het rijk van de Karolingen...
15/03 Herhalingsles
16/03: Repetitie H4

1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Planning
08/02 Par. 4.2 Het Rijk van de Franken
09/02 Par. 4.2 Het Rijk van de Franken
15/02  Par. 4.3 Een agrarische samenleving
16/02 SO par. 4.2 en 4.3
Voorjaarsvakantie
01/03 Par. 4.4 De verspreiding van...
02/03  Par. 4.4 De verspreiding van...
08/03 Par. 4.5 De islam
09/03 Par. 4.6 Het rijk van de Karolingen...
15/03 Herhalingsles
16/03: Repetitie H4

Slide 1 - Slide

Begintaak
Bij welk deel van het Karolingische Rijk werd het gebied ingedeeld dat nu Nederland is? 

Weet je het niet? Lees "De deling van het Karolingische Rijk" op blz. 93.
Klaar? Ga verder met de les!

Slide 2 - Slide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 3 - Slide

Vandaag
1. Uitleg par. 4.6
2. Opdrachten maken 
3. Afsluiten

Slide 4 - Slide

Lesdoel
Waardoor verbrokkelde de macht na de dood van Karel de Grote? 


Slide 5 - Slide

De deling van het Karolingische Rijk
Karel de Grote: gestorven in 814.
Zijn zoon, Lodewijk de Vrome, krijgt de macht over het rijk. 

Slide 6 - Slide

De deling van het Karolingische Rijk
 De zonen van Lodewijk de Vrome hadden veel ruzie om de erfenis. Lodewijk verdeelde zijn rijk over zijn drie zonen: West-Frankische Rijk, het Oost-Frankische Rijk en het Middenrijk.

Slide 7 - Slide

De deling van het Karolingische Rijk
  • Het Middenrijk viel uit elkaar en werd verdeeld tussen de beide rijken. 
  • Toen waren er geen Karolingen koningen meer. Er waren andere koningen in hun plaats gekomen. 

Slide 8 - Slide




Waar komen Vikingen vandaan
Waar komen de vikingen vandaan?

Slide 9 - Slide

  • 'vik' betekent zoiets als fjord

  • De vikingen in  Noorwegen woonden bij fjorden.

Slide 10 - Slide

Herkomst
  • De Vikingen waren een Germaanse volk. 

  • Ze kwamen uit Scandinavië: Noorwegen, Denemarken, Finland en Zweden.

  • 800-1000

Slide 11 - Slide

Vikingen
  • Bevolkingsgroei = onvoldoende landbouwgrond = op zoek naar een nieuwe land!
  • Geloof: alléén dappere mensen zouden naar de Walhalla (hemel) gaan.

Slide 12 - Slide

Handel en rooftochten
  • Vikingen deden aan handel
  • Maar gingen ook vaak op rooftocht
  • Met veel geweld!

Slide 13 - Slide

Vikingen
  • Plundertochten.
  • Snelle schepen = De Drakar
  • De goede rivieren zorgden dat de Vikingen diep het land in konden varen.

Slide 14 - Slide

Leif Eriksson
Leif Eriksson was een IJslandse ontdekkingsreiziger die wordt beschouwd als de eerste Europeaan die, bijna 500 jaar eerder dan Christoffel Columbus, voet zette op Noord-Amerikaanse grond en noemde het Vinland.

Slide 15 - Slide

De Middeleeuwen
Geloof en geweld

Slide 16 - Slide

Afnemende macht van koningen
  • De karolingen zijn geen koningen meer. 
  • De nieuwe koningen van het West- en Oost-Frakische Rijk worden gekozen door de adel en werden gezien als gelijken. Hierdoor hadden de koningen weinig macht. 
  • De koning regeerde alleen en liet zich zelden zien. 
  • Hertogen en graven beschouwden het gebied in leen als  persoonlijke eigendom.

Slide 17 - Slide

Roofheren en 
Lagere heren werden vanaf het jaar 1000 "de baas". 
Deze heren en hun ridders roofden dorpjes en steden. 

Hun uitvalbasis was vaak een kasteel. 

Slide 18 - Slide

Roofheren en roofridders
Vaak waren er ruzies tussen heren. Dan werden de domeinen platgebrand. 

Een kasteel bod een schuilplaats voor de boeren. 



Slide 19 - Slide

Roofheren en roofridders
Reizigers (handelaren, pelgrims, etc) moesten tol betalen in ruil voor bescherming van het kasteel.

Tol werd vooral in natura betaald. 

Slide 20 - Slide

Opdrachten maken en bespreken
Ga naar je digitaal methode: 
  1. Ga naar SOM
  2. Kies leermiddelen, daarna geschieenis
  3. Kies H4, daarna par. 4.6.
  4. Maak de opdrachten: 108 t/m 111 en 115.

Slide 21 - Slide

Afsluiten
Waardoor verbrokkelde de macht na de dood van Karel de Grote?

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video