2delig: lichte tot zware incontinentie, m/v, fixatie broekje +
uritip
anaaltampon
opvangzakje voor ontlasting
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
alertheid voor onaangename geur
zorg voor emoties rondom incontinentie: NB ontkennen, etc
incontinentie verpleegkundige inschakelen
wees je bewust wie waar welk incontinentie materiaal bestelt, kan via apotheek maar ook via externe partij. Ga hierbij na wat tot de beste oplossing leidt van je patiënt/cliënt, zowel qua gebruiksgemak als financieel.
Slide 8 - Slide
www.eldercare.nl
Slide 9 - Link
CAD, catheter a demeure
UWI's vorkomen
blaaskrampen
kathetertoilet: waar let je op?
katheterzak leegmaken/vervangen: waar let je op?
blaastraining alleen in opdracht van de arts
Slide 10 - Slide
check of urine goed wegloopt
check of het systeem niet lekt
zorg ervoor dat er geen spanning op de katheter zak komt te staan
veel laten drinken
evt vocht balans bijhouden
bij mobilisatie zorgen voor een veilige bevestiging
Slide 11 - Slide
Katheter verwijderen
Zorg voor een onderlegger en een bekkentje.
Trek handschoenen aan.
Ga na met hoeveel milliliter de ballon van de katheter gevuld is.
Maak de ballon leeg met een spuitje.
Controleer de hoeveelheid vloeistof in het spuitje.
Klem de katheter af en verwijder hem voorzichtig.
Slide 12 - Slide
Hoofdstuk 9, bedden verzorgen
bed voor volwassenen
juiste maat, goed reinigbaar, evt hoog-laagbed
kinderledikant
De afstand tussen de spijlen van het ledikantje moet tussen de 4,5 en 6,5 centimeter zijn.
Het ledikantje mag geen scherpe randen of uitsteeksels hebben en moet gladgeschuurd zijn.
Het ledikantje mag alleen geverfd zijn met loodvrije en speeksel- en krabvaste verf.
De bodem moet verstelbaar of laag zijn, het kind kan anders, als het iets ouder wordt, uit het ledikantje vallen of eruit klimmen.
wieg
Er mogen geen uitstekende hoeken of scherpe materialen aan het wiegje zitten.
Laat de gordijnen van het wiegje open en zorg ervoor dat deze niet in de wieg kunnen vallen; het kind kan erin verstrikt raken.
Plaats geen schuimrubber bescherming aan de binnenkant van het wiegje, de baby kan met het hoofd tussen de wand en de bescherming komen en stikken of in ademnood komen, als hij met zijn mond en neus tegen de bescherming komt.
Slide 13 - Slide
Speciale bedden
hoog-laagbed
cirkelbed: Het bed werd lange tijd gebruikt voor patiënten met rugwervelfracturen, ouderwets
low air loss bed
Slide 14 - Slide
bedinventaris volwassene
Matrasbeschermer (wordt niet altijd gebruikt)
Matras
Matrashoes (indien nodig)
Molton
Onderlaken, liefst een hoeslaken
Zeiltje (bij incontinentie), zit tegenwoordig vaak in de matrashoes verwerkt of in de molton
Steeklaken of extra laken om dubbel te vouwen
Bovenlaken
Dekbed of dekens die gemakkelijk te reinigen zijn
Kussen(s) en kussensloop (-slopen)
Sprei
Slide 15 - Slide
Bedinventaris kind
De bedbodem moet voldoende gaten bevatten voor een goede ventilatie.
Vermijd schuimrubber materialen.
Gebruik het liefst een hypoallergeen matrasje dat stevig is.
Gebruik bij kinderen onder de twee jaar geen waterbedden, want deze zijn niet stevig genoeg.
Gebruik geen zeegrasmatrasje (liggen soms nog in oude familiewiegen). Zeegras kan als het vochtig bewaard is, ongezonde stoffen afscheiden. Bovendien worden bij zeegras sneller allergische reacties geconstateerd.
Leg geen hoofdbeschermer of los kussentje in het wiegje of in het kinderledikant. Het kind kan erin stikken. Kinderen gebruiken pas rond de vijf jaar een kussen.
Gebruik geen dekbedje, maar een lakentje en deken van natuurlijke stoffen, zoals wol. Een dekbedje heeft namelijk de warmte van drie tot vier dekentjes. Dat is veel te warm. Ook kan de baby onder het dekbedje komen en ademnood krijgen.
Gebruik nooit elektrische dekens bij kinderen om afkoeling te voorkomen. Gebruik een kruik zonder naden en doe deze in een kruikenzak. Stop de kruik buiten de onderlaag met de dop naar beneden in het bedje.
Slide 16 - Slide
Aandachtspunten bij het opmaken van een bed
Het comfort van de zorgvrager.
Neem de juiste hygiënische maatregelen.
Voorkom complicaties van bedrust, zoals spitsvoeten en decubitus.
Werk kostenbesparend en milieuvriendelijk.
Werk ergonomisch.
Slide 17 - Slide
Kussens schikken
aandachtspunten:
De zorgvrager heeft goede steun.
De zorgvrager ligt of zit ontspannen.
Je zorg is naar de wens van de zorgvrager.
Manieren van schikken
dakpansgewijs
het huisje
schikking met kussensteun
Slide 18 - Slide
Hulpmiddelen bij bedverzorging
dekenboog
papegaai
voetsteun
bedklossen
Slide 19 - Slide
Hoofdstuk 10, complicaties van bedrust voorkomen
Preventie zorg
de zorgvrager op de juiste manier verzorgt, begeleidt en stimuleert;
mogelijke zorgproblemen vaststelt;
gegevens verzamelt met behulp van risicoscorelijsten om vast te stellen of een zorgvrager een verhoogd risico heeft op lichamelijke complicaties;
bij risico’s of gevaar de arts of leidinggevende inschakelt.
Slide 20 - Slide
Complicaties van de bloedsomloop voorkomen
Orthostatische hypertensie waardoor flauwvallen
Laat de zorgvrager actieve en passieve oefeningen in rugligging doen vóórdat hij rechtop gaat zitten.
Doe regelmatig de rugsteun omhoog en plaats de kussens in een huisje, als dit is toegestaan.
Laat de zorgvrager zo veel mogelijk zelf doen tijdens de bedverpleging. Denk ook aan hulpmiddelen, zoals een papegaai of een touwladder.
Mobiliseer de zorgvrager in stappen: eerst op de rand van het bed zitten, met de benen bengelen, enige tijd goed rechtop op de bedrand blijven zitten, naast het bed gaan staan, zitten in een stoel vlak naast het bed, daarna wat verder van het bed af, enzovoort. Dit mobiliseren gebeurt altijd onder leiding van minimaal één zorgverlener, zodat de zorgvrager geobserveerd kan worden.
Slide 21 - Slide
Trombose, DVT
symptomen:
De zorgvrager heeft pijn in de kuit en voetzool, vooral bij druk of bij overstrekking van de voet. Vaak geeft hij dit aan als je zijn been optilt om het te wassen.
De kuit voelt vast aan en het been is dikker door oedeem.
Het been voelt warm aan in vergelijking met het andere been.
De huid is glanzend en blauwachtig verkleurd door een verlaagd zuurstofgehalte.
De lichaamstemperatuur is licht verhoogd en de pols is versneld.
De zorgvrager is onrustig en angstig.
Slide 22 - Slide
preventie
Zorg ervoor dat de huid op plaatsen waar bloedvaten aan de oppervlakte lopen, niet afgekneld wordt door bijvoorbeeld kussens of banden van kousen.
Laat de zorgvrager niet met de benen over elkaar liggen.
Laat de zorgvrager in bed regelmatig oefeningen met de benen en de voeten doen.
Mobiliseer de zorgvrager zo vroeg mogelijk.
Let op de juiste houding in bed, pas wisselligging toe om de drie uur.
Gebruik elastische kousen om de bloedvaten te ondersteunen. Deze zijn er in diverse sterkten en worden altijd per persoon aangemeten.
Gebruik (op voorschrift van de arts) medicijnen om bloedstolselvorming te voorkomen: anticoagulantia.
Slide 23 - Slide
Pneumonie
symptomen
temperatuurverhoging;
hoesten, vaak met ophoesten van geel/groen sputum;
pijn bij het ademhalen.
verergering
De temperatuur loopt snel op en de zorgvrager heeft koude rillingen.
De zorgvrager kan erg benauwd worden en een blauwe verkleuring van de huid en slijmvliezen vertonen, dus cyanotisch worden.
Door de koorts en de benauwdheid kan de zorgvrager verward zijn.
Slide 24 - Slide
aspiratie pneumonie
verslikken of verstikken
preventie
niet al te dunne voeding (pap, yoghurt) te geven;
de zorgvrager in een halfzittende houding te zetten met kussens om de armen te ondersteunen en een voetenplankje te gebruiken om wegglijden te voorkomen, alleen als de situatie van de zorgvrager het toelaat;
de tijd te geven om te eten en drinken en wanneer de zorgvrager plat ligt hem het hoofd opzij te laten draaien en met een rietje te laten drinken;
sondevoeding te geven als de slikreflex ontbreekt;
bij braken de zorgvrager te ondersteunen en als hij plat ligt zijn hoofd opzij te houden;
de zorgvrager goed te observeren en hoesten na eten en drinken direct te melden;
nooit drinken aan te bieden aan een zorgvrager die niet volledig bij bewustzijn is.
Slide 25 - Slide
hypostatische pneumonie
preventie
Laat de zorgvrager actief doorademen, eventueel met hulp van een fysiotherapeut. Laat hem een inademingsoefenapparaatje gebruiken.
Geef de zorgvrager de juiste houding in bed: bij voorkeur rechtop. Pas eventueel wisselligging toe.
Bied hulp bij het ophoesten.
Geef op tijd de pijnmedicatie of maak afspraken met de arts over pijnmedicatie.
Slide 26 - Slide
urineretentie met als risico uwi of steenvorming
preventie
Laat de kraan lopen.
Doe warm water in de po.
Geef de zorgvrager een andere houding in bed, laat hem bijvoorbeeld rechtop zitten.
Laat de zorgvrager (meer) bewegen.
Laat de zorgvrager minimaal twee liter vocht innemen (vochtbalans starten of bijhouden).
Bij urineretentie en residu: pas blaaskatheterisatie toe in overleg met de arts. Een residu van 20 ml is toegestaan. Wanneer er vaker achter elkaar meer dan 100 ml residu is, wordt een verblijfskatheter of zelfs operatief ingrijpen overwogen.
Stel de oorzaak van de incontinentie vast en start vervolgens de behandeling.
Slide 27 - Slide
Obstipatie
preventie
Zorg voor voldoende vochtopname, leg eventueel een vochtlijst aan.
Zorg voor meer lichaamsbeweging, door passieve of actieve oefeningen in bed.
Laat de zorgvragers snel mobiliseren, als dat mag.
Geef vezelrijke voeding, eventueel pruimen op sap.
Neem voldoende tijd voor toiletgang, zorg voor privacy en overleg met de zorgvrager over het bestrijden van ongewenste geuren. Breng eventueel de zorgvrager met bed en al naar de badkamer.
Als alle bovengenoemde maatregelen niet helpen: dien laxeermiddelen toe op doktersvoorschrift.
Slide 28 - Slide
Spieratrofie
preventie
Actieve en/of passieve lichaamsbeweging, te beginnen in bed.
Wisselligging toepassen.
Massages geven.
De voedingstoestand verbeteren.
Slide 29 - Slide
Contracturen
preventie
Tijdig beginnen met mobiliseren.
Hulpmiddelen gebruiken: gewrichten ondersteunen met zandzakjes of kussentjes, een voetenplank aan het voeteneind plaatsen, een mitella aanbrengen en onder begeleiding van de fysiotherapeut meer keren per dag spalken (vooral de polsen).
Wisselligging toepassen.
Slide 30 - Slide
Blaasspoelen, ter info, niet voor deze toets
actief en passief
medicatie toedienen
NaCl: ter voorkoming gruis-/steenvorming
bij CAD en bij eenmalige katheter
Slide 31 - Slide
Opdrachten individueel
Zorgpad hoofdstuk 6
praktijkfragmenten; zorgvragers ondersteunen bij de uitscheiding; praktijkfragment 1, opdracht 1,2. En Praktijkfragment 2; opdracht 3,4,5.
Zorgpad hoofdstuk 9
open vragen; bedden verschonen en opmaken; opdracht 1 t/m 8 met uitzondering van 3
Praktijkfragmenten
Slide 32 - Slide
Groepsopdrachten
Mbv website op slide 7: waardigheid en trots bij incontinentie. Hier zijn ook 13 misvattingen over incontinentie.
Bekijk als groep de genoemde punten en bedenk bij elk punt een kleine casus waarvan je beschrijft wat binnen de casus je bevindingen zijn, je conclusie en je beleid.
MBV de website op slide 8: risicolijsten voor langdurige bedrust. Samen bespreken van onderdelen en op basis van praktijksituaties toepassen. De praktijk situaties bedenken jullie zelf.