1. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie: omdat, Andries en alle drie zijn broers, met
allerlei verschillende gebieden handel voerde (handelskapitalisme). Deze landen liggen verspreid over de hele wereld en zijn dus wereldwijde handelscontacten. Daarnaast wordt er verteld dat Andries zijn kapitaal verdiende, dus geld verdiende met deze handel, dus er is ook sprake van een geldeconomie.
2. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek: omdat, een burgermeerster eigenlijk één van de hoogste functies was in de Republiek. Hier was nameljk geen vorst, maar regenten (dus rijke burgers) bestuurden. Een burgermeester is een voorbeeld van zo'n rijke burger. Daarnaast werd er in de Republiek niet gecentraliseerd, maar in omringende landen wel. Daarom was de Republiek in dit opzicht bijzonder.
3. Het streven van vorsten naar absolute macht: omdat, Andries het verzoek van de stadhouder blokkeert. Anders zou de stadhouder teveel macht krijgen. Deze stadhouder probeerde dus zichzelf te ontwikkelen tot een vorst.