This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Woordkunstenaars
Ja, jullie!
(Een creatieve schrijf-les)
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Wie van jullie heeft er "infostress"
Slide 3 - Poll
Wie had er al eens van "infostress" gehoord?
A
Nog nooit.
B
Ja, ik had er wel eens van gehoord.
Slide 4 - Quiz
Hoe wisten jullie dan al wat "infostress" betekent?
Slide 5 - Slide
Onderzoeksopdrachtje: zoek op internet op hoe nieuwe woorden onstaan.
Slide 6 - Open question
Segmenten van onze woordenschat
Erfwoorden: woorden ontleend aan de voorloper(s) van de Nederlandse taal. (De woorden die er altijd al waren.)
Leenwoorden: woorden geleend uit een ander taal.
Neologismen: nieuwgevormde woorden.
Slide 7 - Slide
Erfwoorden
Leenwoorden
Neologismen
Ziek
Vaccin
Social distancing
Hoesten
Lockdownfeestje
Zorgapplaus
Anderhalvemetersamenleving
Slide 8 - Drag question
Bromance
A
Een roman die niet zo goed is als een roman van het niveau A.
B
Een innige, niet seksuele relatie tussen twee mannen.
C
Romantiek op een brommer.
Slide 9 - Quiz
Traditiegetrouw
A
Tradities die betrekking hebben op de huwelijksvoltrekking.
B
Klassieke beleving van eer en loyaliteit.
C
Volgens oude tradities.
Slide 10 - Quiz
Aandrangincontinentie
A
Verschijnsel waarbij op continenten grote druk op staat door de tectonische platen.
B
De psycholgische werking van hypnose op de blaas.
C
Plotselinge neiging om te plassen die men niet kan stoppen.
Slide 11 - Quiz
Hooggeïndustrialiseerd
A
Industrie in steden met wolkenkrabbers.
B
De industrialisering van de vliegbranche.
C
Een hoge graad van industrialisatie.
Slide 12 - Quiz
pensioenfondstoetredingsvoorwaarden
A
Voorwaarden waaraan je moet voldoen voor je kan toe treden tot een pensioenfonds.
B
De toevoeging van voorwaarden aan het reglement van een pensioenfonds.
C
De waarden voor het toetreden van fondsen tot een pensioen.
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Video
Opdracht: neologismen (samenstellingen)
Werk in duo's
Bedenk minimaal 5 nieuwe woorden dmv een samenstelling (als de woorden te googlen zijn, zijn het geen nieuwe woorden)
Denk aan de voorbeelden van Ronald Snijders; wees creatief.
Maak een powerpoint presentatie, waarin je op de eerste slide je eerste woord zet, op de tweede slide de betekenis van het eerste woord, op de derde slideje tweede woord, etc.
Klassikaal gaat de rest van de klas proberen te herleiden wat de woorden betekenen.
Noteer de alternatieve betekenissen die de klasgenoten geven aan de door jou bedachte woorden, en verwerk die in een laatste slide van je presentatie.
Lever de presentatie in in Teams.
Slide 15 - Slide
Ramadansles
Dansles tussen zonsondergang en zonsopgang.
Slide 16 - Slide
Ontbijtelling
Belasting die je betaalt over de eerste maaltijd van de dag.
Slide 17 - Slide
Bromens
Broer die toch ook maar doodgewoon een mens is.
Slide 18 - Slide
Formule Eens
Race waarbij coureurs de menning delen
Slide 19 - Slide
Belangereikel
Een vervelend persoon die vindt dat iedereen ondergeschikt is.
Slide 20 - Slide
Breimobiel
Een oude vrouw op een scootmobiel met breien als passie.