quiz middeleeuwen tm Maerlant
Wanneer waren de middeleeuwen?
A
300-500
B
500-1000
C
1000-1300
D
500-1500
1 / 10
Items in this lesson
Wanneer waren de middeleeuwen?
A
300-500
B
500-1000
C
1000-1300
D
500-1500
Slide 1 - Quiz
Wat is opvallend aan middeleeuwse verhalen?
A
Ze gaan altijd over ridders
B
Ze zijn geschreven in sierlijke letters
C
Ze zijn geschreven in dichtvorm
D
Ze zijn geschreven in het Oudnederlands
Slide 2 - Quiz
Wat is geen kenmerk van de kunst uit de middeleeuwen?
A
Theocentrisch
B
Ridderlijk
C
Burgerlijk
D
Romaans
Slide 3 - Quiz
Er zijn twee soorten ridderromans. Welke?
A
Karel en Elegast romans
B
Karel en Diederick romans
C
Elegast en Arthur romans
D
Karel en Artur romans
Slide 4 - Quiz
Wat is een verschil tussen de voorhoofse en de hoofse ridderroman?
A
de rol van de vrouw
B
de rol van de hofdag
C
de eigenschappen van de ridder
D
de rol van magie
Slide 5 - Quiz
WAT IS EEN BELANGRIJK ONDERWERP IN DE RIDDERROMANS?
timer
0:20
A
Liefde voor het vaderland
B
Liefde voor de vrouw
C
Trouw en ontrouw in het feodale stelstel
D
De eeuwige ruzie tussen leenmannen
Slide 6 - Quiz
Wat is het bekendste lied uit de middeleeuwen?
A
Roelantslied
B
Egidiuslied
C
Wilhelmus
D
Beatrijs
Slide 7 - Quiz
Voor welk publiek is het "Lied van de heer Halewijn" bedoeld?
A
voor iedereen
B
De geestelijkheid
C
de boeren
D
De adel
Slide 8 - Quiz
Wat beschreef Jacob van Maerlant in Van den naturen bloeme?
A
Verschillende soorten inheemse bloemen
B
Verschillende soorten olifanten in dierentuinen
en de mensen die ze aten
C
Dieren, planten, stenen en hun geneeskracht en fabeldieren
D
Hoe planten groeiden en
zich ontwikkelden in de natuur
Slide 9 - Quiz
Wat was het doel van Der Naturen Bloeme?
A
Mensen een les laten lezen door god
B
Mensen informeren over natuur en dieren
C
Eer aan edelman uit de kring van de Hollandse graaf Floris V
D
Literatuur laten lezen
