Onzième cours 12 octobre

1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo g, t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Planning et buts
Aan het eind van dit lesuur....
1. Hebben we de werkwoorden ''partir, sortir, servir, dormir & sentir'' herhaald
2. Kan je een Frans artikel over ''verhuizen'' begrijpen 

Slide 3 - Slide

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. 
We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook in de telefoontas.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal (behalve in de pauzes).
We verstoren niet bewust de les (door bijvoorbeeld dingen door te klas te gooien of te roepen)

Slide 4 - Slide

Partir
Prés.
Passé com.
Imp.
Futur s.
Je
pars
suis parti(e)
partais
partirai
Tu
pars
parti(e)
partais
partiras
Il/Elle/On
part
est parti(e)
partait
partira
Nous
partons
sommes parti(e)s
partions
partirons
Vous
partez
êtes parti(e)s
partiez
partirez
Ils/Elles
partent
sont parti(e)s
partaient
partiront

Slide 5 - Slide

Partir / Sortir - Imparfait
ik vertrok - ik ben uitgegaan

Je partais / sortais
Tu partais / sortais
Il/Elle/On partait / sortait

Nous partions / sortions
Vous partiez / sortiez
Ils/Elles partaient / sortaient
Partir / sortir - Futur Simple
(ik zal vertrekken / uitgaan)

Je partirai / sortirai
Tu partiras / sortiras
Il/Elle/On partira / sortira

Nous partirons sortirons
Vous partirez / sortirez
Ils/Elles partiront / sortiront

Slide 6 - Slide

Futur simple
hele werkwoord + uitgangen van "avoir" (présent)
  • Je partirai              ik zal vertrekken
  • tu partiras
  • il/elle/on partira
  • nous partirons
  • vous partirez
  • ils/elles partiront

Slide 7 - Slide

partir (sentir, sortir)

Slide 8 - Slide

Bloc G  p.13     présent
(partir, dormir,sortir,servir, sentir)

Nous ........(servir)
Ils..........(dormir)
Tu .........(sortir)
je
-tir 
+s
tu
-tir
+s
il/elle
-tir
+t
nous
-ir
+ons
vous
-ir
+ez
ils/elles
-ir
+ent

Slide 9 - Slide

partir* mais aussi sortir*, sentir, servir, dormir
je sers        = servir , vir eraf, s erbij
tu sers        = servir , vir eraf, s erbij
il/elle/on  sert = servir , vir eraf, t erbij
==================================
nous servons = servir, ir eraf, ons erbij
vous servez = servir, ir eraf, ez erbij
ils/elles servent = servir, ir eraf, ent erbij

Slide 10 - Slide

Écris le présent des verbes
slapen = dormir
voelen/ruiken = sentir
bedienen = servir
timer
1:00

Slide 11 - Slide

Passé composé
Dormir- servir- sentir- 
Deze werkwoorden worden met avoir vervoegd
De uitgangen veranderen niet

Slide 12 - Slide

Imparfait - verleden tijd
Zet in de imparfait:
1.    servir          nous ...
2.   dormir        elle ...

Slide 13 - Slide

Dormir
Prés.
Passé com.
Imp.
Futur s.
Je
dors
ai dormi
dormais
dormirai
Tu
dors
as dormi
dormais
dormiras
Il/Elle/On
dort
a dormi
dormait
dormira
Nous
dormons
avons dormi
dormions
dormirons
Vous
dormez
avez dormi
dormiez
dormirez
Ils/Elles
dorment
ont dormi
dormaient
dormiront

Slide 14 - Slide

Ik vertrok om acht uur
Ik ben om acht uur vertrokken
Ik vertrek om acht uur
Ik zal om acht uur vertrekken
Je pars à huit heures 
je partirai à huit heures
Je suis parti(e) à huit heures
Je partais à huit heures

Slide 15 - Drag question

partir
sortir
dormir
sentir
servir
dienen
voelen
slapen
vertrekken
uitgaan

Slide 16 - Drag question

Sortir + partir: combinez rouge + bleu
vous
nous
il/ elle/ on
je
ils
elle
partez
sors
sort
part
sortons
partent

Slide 17 - Drag question

Opdracht
Bekijk bladzijde 13 van je boek. Hier staat het werkwoord Partir in de tijden: présent, passé composé, imparfait & futur simple

Maak nu van de werkwoorden: dormir, sortir, servir & sentir vier rijtjes in de tijden: présent, passé composé, imparfait & futur simple.
Je mag deze rijtjes proberen op te zoeken op internet of in je boek

Slide 18 - Slide