PDO Les 10 Taal ontwikkeling bij het jonge kind

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 1

Pedagogiek Opvoeding & Ontwikkeling

                          Hoofdstuk 6

Nodig bij de komende lessen:

* Leer- en werkboek: Basisboek Opvoeding en Ontwikkeling.

* Eventueel pen en papier voor aantekeningen.

Hoe gaat het met je mindmap opdracht?

Terugblik op de vorige les

Wat weet jij nog?

Waarom stellen kinderen van ongeveer 3 jaar waarom-vragen?

1. omdat ze er niets van snappen
2. omdat ze het niet begrijpen
3. om het denken te oefenen
4. omdat ze dat leuk vinden

Wat is zelfbewustzijn?

1. De baas willen spelen.
2. Nadenken over je gedrag.
3. Nadenken in een taal
4. Nadenken over jezelf, je behoeften en wat je wilt bereiken.

Wat onderscheidt mensen van andere levende wezens?

1. Kunnen nadenken
2. We lopen rechtop
3. Taal en zelfbewustzijn
4. Creativiteit

Wat gaan we vandaag behandelen?

- Doelen van de les.

- Paragraaf 6.2 'Taalontwikkeling bij het jonge kind'.

- Huiswerk voor volgende week.

                                        Doelen van deze les

Aan het eind van de les kun je uitleggen hoe taal en denken te maken hebben met het zelfbewustzijn.

Aan het eind van de les weet je hoe je de ontwikkeling van taal stimuleert en welke rol rijke taal daarbij heeft.

                      Paragraaf 6.2 is verdeeld in drie fasen.

Opdracht:

Verdeel een blaadje in 3 rijen.

Plaats de begrippen bij de juiste fase.

Gebruik je boek op blz. 158 t/m 167.

          0-1 jaar

         1-2,5 jaar

          2,5-5 jaar

                                                  Begrippen

één woord zinnen-huilen- geluidjes zeggen rrrrrr/ggggg- 

2.000-4.000 woorden gebruiken-taalgrapjes- brabbelen:mamama-

beginnende geletterdheid- twee woordzinnen-

metalinguïstisch bewustzijn-woordenschatexplosie-

nadoen intonatie en melodie- rijke taal is belangrijk-

ontluikende geletterdheid-drie woordzinnen

Antwoord op de volgende pagina.

0-1 jaar	1-2,5 jaar	2,5-5 jaar
Klanken en brabbelen	De eerste woordjes	Praten met anderen

Vraag: geldt dit voor alle kinderen?

Vragen

-Welke functie heeft het huilen van een baby?

-Waarom zijn 'papa' en 'mama' vaak de eerste woordjes die het kind zegt?

-Waarom stellen kinderen vaak 'waarom' vragen?

Lees op blz. 159 de uitleg van receptieve en productieve woordenschat.

-Een baby van acht maanden zwaait als iemand gedag zegt.

-Een vader vraagt aan een kind van 11 maand 'Waar staat de auto?' en het kind wijst naar de auto.

-Een kind ziet op tafel zijn beer liggen en roept 'beer'!

receptieve woordenschat	productieve woordenschat
Staan	Zitten

Ga naar blz. 161 van je basisboek en lees tabel 1.

-Ben jij je op stage bewust van je taalgebruik?

-Waar denk jij bewust aan op stage?

Hoe zou jij een kind corrigeren op taalgebied? Hoe reageer je?

Voorbeeld situaties:

     -'Ik heb jas. Nieuw.'

     -'San is rennen.'

     -'Ik ben als driede aan de beurt.'

     -'Ik heb mij au gedaan.'

________________________________Aan de slag________________________________________

- Doorlezen de leerstof van § 6.2.

- Theorievragen van § 6.2  werkboek 'Opvoeding en Ontwikkeling'.

Huiswerk:_______________________________________________________________________
-Bovenstaande nog niet aan toegekomen? Dan wordt dat huiswerk voor de
komende les.