basis §1 t/m 8

Huiswerk
opdracht 3
blz 11
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Huiswerk
opdracht 3
blz 11

Slide 1 - Slide

hoofdgedachte informerende tekst

Slide 2 - Open question

hoofdgedachte overtuigende tekst

Slide 3 - Open question

opdracht 4
blz 12

Slide 4 - Slide

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
A
C
D
E
F
G
H
I
J

Slide 5 - Drag question

Opdracht 5
blz 12

Slide 6 - Slide

Als haringen in een ton

Slide 7 - Open question

§2 Inleiding en slot

Slide 8 - Slide

Inleiding
- Aandacht trekken
- onderwerp introduceren

Slide 9 - Slide

aandacht trekken
- verwijzen naar actuele gebeurtenis
- de voorgeschiedenis beschrijven 
- een aantrekkelijk voorbeeld geven
- het belang voor het publiek aangeven

Slide 10 - Slide

aantrekkelijke eerste zin
- een intrigerende vraag
- 'schokkende' of opvallende cijfers
- een paradox
- een prikkelend citaat
- een suggestieve of raadselachtige opsomming

Slide 11 - Slide

Onderwerp introduceren
- vragen stellen
- standpunt formuleren
- probleem schetsen

Slide 12 - Slide

Opdracht 2
blz 14-16

Slide 13 - Slide

Tekst 1
1 De schrijver trekt de aandacht door de geschiedenis te beschrijven.
2 Het onderwerp van de tekst is (avontuurlijk) reizen.
3 De schrijver introduceert het onderwerp van de tekst door een vraag te stellen.
4 Het tekstdoel is waarschijnlijk informeren.

Slide 14 - Slide

tekst 2
1 De schrijver trekt de aandacht door een voorbeeld te geven.
2 Het onderwerp van de tekst is het vertrek van gezinnen uit de stad.
3 De schrijver introduceert het onderwerp van de tekst door een probleem te schetsen.
4 Het tekstdoel is waarschijnlijk opiniëren. Het is waarschijnlijk geen overtuigende tekst, want de schrijfster neemt in de inleiding geen duidelijk standpunt in.

Slide 15 - Slide

tekst 3
1 De schrijver trekt de aandacht door een verwijzing naar de actualiteit.
2 Het onderwerp van de tekst is de Tour de France (en de commercie/en de gevaren)
3 De schrijver introduceert het onderwerp van de tekst door zijn mening (standpunt) te geven.
4 Het tekstdoel is waarschijnlijk overtuigen.

Slide 16 - Slide

tekst 4
1 De schrijver trekt de aandacht door het belang voor het publiek aan te geven.
2 Het onderwerp van de tekst is succesvol solliciteren.
3 De schrijver introduceert het onderwerp van de tekst niet op een van de standaardmanieren. Zij legt in het kort de nieuwe techniek uit en zal die waarschijnlijk in het middenstuk verder uitwerken.
4 Het tekstdoel is waarschijnlijk informeren.

Slide 17 - Slide

Opdracht 3

Slide 18 - Slide

Fragment 1
1 De spreker trekt de aandacht door voorbeelden te geven.
2 Het onderwerp van de tekst is de ideale techniek voor iedere schaatser.
3 De spreker introduceert het onderwerp van de tekst door vragen te stellen.
4 Het tekstdoel is waarschijnlijk informeren.

Slide 19 - Slide

Fragment 2
1 De spreker trekt de aandacht door voorbeelden te geven.
2 Het onderwerp van de tekst is leugendetectie.
3 De spreker introduceert het onderwerp van de tekst door een probleem te noemen (wij kunnen slecht leugenaars herkennen) en een vraag te stellen.
4 Het tekstdoel is waarschijnlijk informeren.

Slide 20 - Slide

Slot
Bevat:
- meestal de hoofdgedachte
- een samenvating
- afweging
- aansporing of aanbeveling
- toekomstverwachting

Slide 21 - Slide

aantrekkelijk eindigen
- aansluiting bij het begin
- uitsmijter

Slide 22 - Slide

Huiswerk
maken opdracht 5, blz 17
lezen blz 18
maken opdracht 1, blz 19-20

Slide 23 - Slide