H 2.1 soorten mengels

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

H2.1 mengsels

Leerdoelen

Je kunt

• uitleggen wat het verschil is tussen oplossingen en suspensies
  
• zes typen mengsels benoemen, voorbeelden geven.
• uitleggen wat een emulsie is en de functie van een emulgator beschrijven
  

Herhaling Zuivere stof/ mengsel

Mengsels?

Soorten mengsels

verschillende mengsels:

- Oplossing

- Suspensie

- Emulsie

Oplossing = helder

vast, vloeibaar of gas in vloeibaar oplosmiddel

moleculen zitten door elkaar heen

Suspensie = troebel

Vaste stof opgelost in een vloeistof

Emulsie

• Vloeistof/ vloeistof
  
• Troebel
  
• Tweelagensysteem
  
• Emulgator
  

Emulsie = troebel mengsel van vloeistofdruppels, verschil in dichtheid

ontmengen

emulsie

emulgator

blauw = oplossing

rood = emulsie

wit = suspensie

Mengsels

Oplossing:  heldere vloeistof

Suspensie: een mengsel waar je NIET doorheen  kunt  kijken                                van een vaste stof in een vloeistof .

                        

Emulsie:      een mengsel van twee vloeistoffen waardoor je 

                        heen kunt kijken  

                      

nog meer soorten mengsels

• nevel (mist); vloeistof fijn verdeeld in een gas
  
• rook; vaste stof fijn verdeeld in een gas
  
• legering (alliage); metaal gemengd met een ander metaal
  
• schuim; is een mengsel van een gas in een vloeistof
  

Welk soort mengsel is dit?

1. oplossing
2. suspensie
3. emulsie

Welk mengsel is altijd helder?

1. Suspensie
2. Oplossing
3. Emulsie
4. Emulgator

Water gemengd met zand is een

1. Suspensie
2. Emulsie
3. Oplossing

Spa rood is een ?

1. suspensie
2. emulsie
3. oplossing
4. nevel

hoe heet het mengsel van een vloeistof in een gas

1. schuim
2. rook
3. oplossing
4. nevel

Evaluatie Leerdoelen

Je kunt

• uitleggen wat het verschil is tussen oplossingen en suspensies
  
• zes typen mengsels benoemen, voorbeelden geven.
• uitleggen wat een emulsie is en de functie van een emulgator beschrijven
  

Huiswerk

Havo en VWO: leren 2.1

Havo maken: 1 t/m 4, 6 t/m 9 en opdracht 11

VWO maken: