1C Woordsoorten

Bijles 16-04-2021
Woordsoorten
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

Items in this lesson

Bijles 16-04-2021
Woordsoorten

Slide 1 - Slide

Woordsoorten
benoemen kan ik
A
uitstekend
B
goed
C
voldoende
D
onvoldoende

Slide 2 - Quiz

Ik leg regelmatig een (lidwoord) kort (bijvoeglijk naamwoord) huisbezoek (zelfstandig naamwoord) af bij (voorzetsel) een oude, slechtziende dame. Ze vraagt of ik koffie wil.
‘Graag’, zeg ik, ‘met warme melk.’
We gaan naar de keuken. De dame woont al vijftig jaar in het grote huis, ze kan zich prima redden, alles staat al zo lang op dezelfde plaats. Het steelpannetje gaat op het vuur, nu nog een mooi schuimkraagje op de melk. Ik kan nog net voorkomen dat het opkloppen van de melk met de afwasborstel gebeurt. Heerlijk bakje.
Noteer 2 andere lidwoorden uit de tekst.

timer
1:00
timer
1:00

Slide 3 - Open question

Ik leg regelmatig een (lidwoord) kort (bijvoeglijk naamwoord) huisbezoek (zelfstandig naamwoord) af bij (voorzetsel) een oude, slechtziende dame. Ze vraagt of ik koffie wil.
‘Graag’, zeg ik, ‘met warme melk.’
We gaan naar de keuken. De dame woont al vijftig jaar in het grote huis, ze kan zich prima redden, alles staat al zo lang op dezelfde plaats. Het steelpannetje gaat op het vuur, nu nog een mooi schuimkraagje op de melk. Ik kan nog net voorkomen dat het opkloppen van de melk met de afwasborstel gebeurt. Heerlijk bakje.
Noteer 4 andere zelfstandige naamwoorden uit de tekst.
timer
1:00

Slide 4 - Open question

Ik leg regelmatig een (lidwoord) kort (bijvoeglijk naamwoord) huisbezoek (zelfstandig naamwoord) af bij (voorzetsel) een oude, slechtziende dame. Ze vraagt of ik koffie wil.
‘Graag’, zeg ik, ‘met warme melk.’
We gaan naar de keuken. De dame woont al vijftig jaar in het grote huis, ze kan zich prima redden, alles staat al zo lang op dezelfde plaats. Het steelpannetje gaat op het vuur, nu nog een mooi schuimkraagje op de melk. Ik kan nog net voorkomen dat het opkloppen van de melk met de afwasborstel gebeurt. Heerlijk bakje.
Noteer 4 andere bijvoeglijke naamwoorden uit de tekst.
timer
1:00

Slide 5 - Open question

Ik leg regelmatig een (lidwoord) kort (bijvoeglijk naamwoord) huisbezoek (zelfstandig naamwoord) af bij (voorzetsel) een oude, slechtziende dame. Ze vraagt of ik koffie wil.
‘Graag’, zeg ik, ‘met warme melk.’
We gaan naar de keuken. De dame woont al vijftig jaar in het grote huis, ze kan zich prima redden, alles staat al zo lang op dezelfde plaats. Het steelpannetje gaat op het vuur, nu nog een mooi schuimkraagje op de melk. Ik kan nog net voorkomen dat het opkloppen van de melk met de afwasborstel gebeurt. Heerlijk bakje.
Noteer 4 andere voorzetsels uit de tekst.
timer
1:00

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Video

Welk lidwoord is het onbepaald lidwoord?
A
de
B
het
C
een

Slide 8 - Quiz

Nederland =
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord

Slide 9 - Quiz

Aardig
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 10 - Quiz

Rijst
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 11 - Quiz

Welk voorzetsel hoort bij omgaan?
A
bij
B
met
C
naar
D
uit

Slide 12 - Quiz

Zelfs de bevers eten geen vlees, beweert meneer De Bree.

Benoem de woordsoort van 'de'

Slide 13 - Open question

Zelfs de bevers eten geen vlees, beweert meneer De Bree.

Benoem de woordsoort van 'bevers'

Slide 14 - Open question

Zelfs de bevers eten geen vlees, beweert meneer De Bree.

Benoem de woordsoort van 'eten'

Slide 15 - Open question

Zelfs de bevers eten geen vlees, beweert meneer De Bree.

Benoem de woordsoort van 'vlees'

Slide 16 - Open question

Ik kan de woordsoorten werkwoord, lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel en bijwoord benoemen.
A
Ja, volledig
B
Bijna, ik vind één woordsoort nog lastig
C
Nee, ik heb nog meer oefeningen nodig waar ik zelfstandig mee aan de slag kan.
D
Nee, ik heb nog meer uitleg van de docent nodig.

Slide 17 - Quiz