hoofdstuk erfelijkheid Bs 3 genenparen 2021-2022

Planning
Herhaling
Leerdoel
Theorie
Check leerdoel
Vooruitblik
Afsluiten
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning
Herhaling
Leerdoel
Theorie
Check leerdoel
Vooruitblik
Afsluiten

Slide 1 - Slide

                  herhaling vorige les

Slide 2 - Slide

Genotype
Fenotype
Krultang
Je lijkt op je vader
Chromosoom
Litteken
ACCGATCCTGAAACT
(basenparen)
Gespierd lichaam

Slide 3 - Drag question

46
Fenotype
nieuw genotype
        
         aantal chromosomen
            23 chromosomen
Zaadcel

Slide 4 - Drag question

BS 3 GENENPAREN

Slide 5 - Slide

Lesdoelen
Je kunt omschrijven wat :
 homozygoot, heterozygoot,dominant, recessief en intermediair fenotype betekenen

Slide 6 - Slide

Bs3 Genenparen
Thema 3 : Erfelijkheid

Slide 7 - Slide

erfelijke eigenschap op een genenpaar



1 genenpaar bevat informatie voor 1 erfelijke eigenschap

Slide 8 - Slide

Gelijke en ongelijke genenparen
voor
gelijke genen
ongelijke genen

Slide 9 - Slide

 Genenparen
  • genenparen, 2 chromosomen die informatie bevatten voor één eigenschap

  • homozygoot dominant     AA
  • heterozygoot                         Aa
  •  homozygoot recessief     aa

Slide 10 - Slide

Genotypes
Homozygoot dominant (BB)

Heterozygoot (Bb)

Homozygoot recessief (bb)

Slide 11 - Slide

Dominant of recessief
Het gen wat bij een heterozygoot genotype tot uiting komt is dominant
Dominant gen = Bruin haar
Recessief gen = Blond haar

Slide 12 - Slide

Genotypen noteren
Dominant gen - hoofdletter
Recessief gen - kleine letter

AA = homozygoot dominant
Aa = heterozygoot
aa = homozygoot recessief

Slide 13 - Slide

Maar... Soms zijn twee genen even sterk.

We praten dan niet van dominant / recessief



 maar van een intermediair fenotype.

Slide 14 - Slide

Even oefenen 



Opdracht 21 van je werkboek in duo's 
timer
4:00

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Begrippen Genenparen
Homozygoot = 2 genen van het zelfde genenpaar 
Hetrozygoot = 2 verschillende genen

Genotype = welke erfelijke kenmerken krijgt je mee
Fenotype = hoe zie je eruit

Dominante genen = bepaald het fenotype, is het sterkste
Recessieve genen = aanwezig in het genotype maar bepaalt alleen als het homozygoot is hoe je eruit ziet

Slide 17 - Slide

Een paar logische regels
  • Een dominant gen is een gen dat altijd tot uiting komt in het fenotype
  • Bij iemand die heterozygoot is komt het dominante gen tot uiting
  • Een recessief gen komt alleen tot uiting als er geen dominant gen aanwezig is.
  • Organismen waarbij het recessieve gen tot uiting komt zijn homozygoot voor deze eigenschap.

Slide 18 - Slide

huiswerk
Maken opdracht 19,21,23,25,en 26 ( in duo's)
Vergeet niet om na te kijken 

Slide 19 - Slide