Een bijwoord zegt juist NIET iets over een mens, dier of ding: Mijn zoon is een goede violist. (bijvoeglijk naamwoord)
Peter liep langzaam naar huis. (bijwoord)
bijwoorden van graad: heel, zeer, nogal, enigszins, hartstikke
bijwoorden van plaats/richting: waarheen, hier, elders, ginds, opzij
bijwoorden van tijd: wanneer, morgen, vandaag, binnenkort
aanwijzende bijwoorden: daar, hier, nu
onbepaalde bijwoorden: ergens, nergens, nooit, altijd
vragende bijwoorden: waar, wanneer, hoe