This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
§4Feit, mening, standpunt en argument
§5 Hoofd- en bijzaken
Slide 1 - Slide
Je kunt onderscheid maken tussen feiten, meningen en argumenten in een tekst.
Je kunt meningen, argumenten in een tekst herkennen aan de hand van signaalwoorden.
Lesdoelen
Slide 2 - Slide
In deze les:
Verder werken aan Cursus 1: Meer dan lezen.
Opdracht 4 t/m 6 (huiswerk) bespreken.
Uitleg paragraaf 5: hoofd- en bijzaken.
Opdracht 1 en 2 maken.
Slide 3 - Slide
Nakijken:
Opdracht 4 t/m 6 op blz. 28-30.
Mag je zelfstandig in It's Learning doen.
Na 10 minuten: we bespreken enkele vragen klassikaal.
Slide 4 - Slide
§5 Hoofd- en bijzaken
blz. 33
Slide 5 - Slide
De belangrijkste informatie in een tekst noemen we de hoofdzaken. Wat minder belangrijk is, zoals een anekdote, een toelichting (voorbeeld) of een vergelijking, zijn de bijzaken. De hoofdzaken van een tekst vind je vaak op voorkeursplaatsen, zoals de inleiding en het slot van een tekst en het begin of het einde van een alinea.
Hoofd- en bijzaken
Slide 6 - Slide
Zo vind je hoofdzaken:
De zin die de hoofdzaak van een alinea bevat, is de kernzin. Dat is meestal de eerste zin en soms de laatste. Ook de tweede zin is weleens de kernzin. In dat geval is de eerste zin een inleidende zin en/of geeft hij het verband met de vorige alinea(’s) aan. Soms heeft een alinea geen kernzin. Je moet de hoofdzaak dan zelf bepalen.
Slide 7 - Slide
Hoofdzaken
Bijzaken
de eerste alinea
toelichting
de kernzinnen van alle alinea's
uitleg
de laatste alinea
voorbeelden
Slide 8 - Slide
Hoofdzaken
Hoe en waar vind je de hoofdzaken?
Vaak in de eerste, de tweede en/of de laatste zinvan een alinea.
Daartussen staan vaak voorbeelden, toelichtingen of een verdere uitleg, dat zijn bijzaken. Denk aan de hamburger...
Stel jezelf de volgende vragen:
Heb ik deze zin nodig om de tekst/de alinea goed te begrijpen?
Wat zegt deze zin over het (deel)onderwerp?
Let op: sommige alinea's bevatten geen hoofdzaken.
Hoofdzaken (structuur)
Hoofdzaken (structuur)
Bijzaken (vulling)
Slide 9 - Slide
Is deze zin uit de tekst een hoofd- of bijzaak?
Om te voorkomen dat ooit nog eens zo'n ramp zou plaatsvinden, werd na de watersnood snel begonnen met de Deltawerken.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak
Slide 10 - Quiz
Is deze zin uit de tekst een hoofd- of bijzaak?
Dankzij dit enorme project is ZuidwestNederland stukken beter beveiligd tegen overstromingen.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak
Slide 11 - Quiz
Is deze zin uit de tekst een hoofd- of bijzaak?
Dankzij dit enorme project is Zuidwest-Nederland stukken beter beveiligd tegen overstromingen.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak
Slide 12 - Quiz
Een schema van een tekst maken
Lees de tekst goed door. 1. Onderstreep de hoofdzaken. Let op de voorkeursplaatsen (inleiding en slot) en kijk naar opvallend gedrukte woorden. 2. Noteer de belangrijkste informatie uit de tekst. Gebruik nummers (1, 2, 3), dots of streepjes.
Slide 13 - Slide
Een samenvatting van een tekst maken
Lees de tekst goed door. 1. Onderstreep de hoofdzaken. Let op de voorkeursplaatsen (inleiding en slot) en kijk naar opvallend gedrukte woorden. 2. Neem de kernzinnen en andere hoofdzaken over. Maak er een samenhangende tekst van en gebruik signaalwoorden.
Slide 14 - Slide
- Lees tekst 1 in stilte
- Markeer de hoofdzaken in de tekst
- Maak een samenvatting van de tekst
Tekst 1 lezen (blz. 34).
Kies een vorm van een samenvatting.
Slide 15 - Slide
§5 Hoofd- en bijzaken
Slide 16 - Slide
In deze les:
Bespreken samenvatting in tweetallen
Bespreken samenvatting klassikaal
hoofdzaken - nog even oefenen
Slide 17 - Slide
Welke hoofdzaken herken je?
Slide 18 - Slide
Alinea 2: hoofdzaak?
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Open question
Alinea 3: hoofdzaak?
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Open question
Alinea 4: hoofdzaak?
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Open question
Wat?
Cursus 1 Meer dan Lezen:§5 Hoofd- en bijzaken. Opdracht 1 en 2. (blz. 32 en 33).
Hoe?
Zelfstandig en in stilte.
Werk de antwoorden uit in je schrift.
Hulp
De theorie in deze LessonUp en in je boek.
Tijd
15 minuten.
Waarom?
Om hoofd- en bijzaken te kunnen onderscheiden.
Klaar?
Maak alvast een begin aan opdracht 3 en 4
(blz. 34 t/m 36).
Oefenen (huiswerk)
Slide 25 - Slide
Je kunt onderscheid maken tussen feiten, meningen en argumenten in een tekst.
Je weet hoe je hoofd- en bijzaken kunt herkennen in een tekst.
Je kunt een samenvatting of schema maken van een tekst.
Lesdoelen
Slide 26 - Slide
Aan welke signaalwoorden kun je een mening herkennen?
Slide 27 - Open question
Welke signaalwoorden kun je gebruiken om een argument bij je mening te geven?