Lezen Blok 1 mavo 1 Op niveau

Lezen blok 1
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lezen blok 1

Slide 1 - Slide

Doel:
  • je kunt tekstdoelen voorspellen
  • je kunt tekstsoorten koppelen aan teksdoelen
  • je kunt het publiek van een tekst aangeven
  • je kunt verschillende tekstvormen herkennen
  • je kunt de betekenis van moeilijke woorden achterhalen

Slide 2 - Slide

LEZEN

doel van een tekst


Een schrijver heeft met een tekst altijd een bedoeling.


Bijvoorbeeld uitleggen 
hoe je voor een konijn
 moet zorgen.

Slide 3 - Slide

LEZEN

doel van een tekst


De bedoeling noemen we het doel van een tekst.


Slide 4 - Slide

DOEL: informatie geven
Door de tekst kom je iets nieuws te weten, je krijgt geen uitleg.

Voorbeelden:
een nieuwsbericht in de krant, 
een boek over het verzorgen van een konijn

Slide 5 - Slide

DOEL: amuseren
Je leest een tekst voor je plezier.


Voorbeelden:
een stripverhaal, 
een spannend boek
Een ander woord voor amuseren is vermaken.

Slide 6 - Slide

Je krijgt uitleg over hoe iets in elkaar zit, werkt of gebruikt moet worden
Voorbeelden:
schoolboek, handleiding, recept
DOEL: uitleg geven

Slide 7 - Slide

DOEL:

Overtuigen


De schrijver wil zijn mening geven

Slide 8 - Slide

Je wordt aangespoord iets te gaan kopen of iets te gaan doen.
Voorbeelden:
reclame, advertentie, folder
DOEL: overhalen

Slide 9 - Slide

Lees de tekst.

Slide 10 - Slide

Wat is het
doel van de tekst?
A
informeren
B
amuseren
C
uitleg geven
D
overtuigen

Slide 11 - Quiz

Leg uit waarom dit een amuserende tekst is.

Slide 12 - Open question

Lees de tekst.

Slide 13 - Slide

Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
amuseren
C
uitleg geven
D
overtuigen

Slide 14 - Quiz

Lees de tekst.

Slide 15 - Slide

Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
amuseren
C
overhalen
D
overtuigen

Slide 16 - Quiz

Lees de tekst.

Slide 17 - Slide

Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
amuseren
C
uitleg geven
D
overhalen

Slide 18 - Quiz

Lees de tekst

Slide 19 - Slide


Wat voor soort tekst is dit?
A
nieuwsbericht
B
advertentie
C
reclametekst
D
recept

Slide 20 - Quiz


Wat is de bron van de tekst?
A
www.politie-amsterdam.nl
B
www. kankerverziektjetaal.nl

Slide 21 - Quiz


Voor wie is deze tekst geschreven?
A
jongeren
B
volwassenen

Slide 22 - Quiz


Wat wil de schrijver van deze tekst?
A
informatie geven over kanker
B
raad geven hoe je moet omgaan met kanker
C
zorgen dat je het woord kanker minder gebruikt

Slide 23 - Quiz

0

Slide 24 - Video

PUBLIEK van een tekst


- Om het DOEL van een tekst te kunnen bereiken, moet de schrijver rekening houden met zijn PUBLIEK

Slide 25 - Slide

PUBLIEK van een tekst

Voor welk publiek een tekst bedoeld is,

zie je aan:

- het onderwerp

- het taalgebruik

- de bron

Slide 26 - Slide

Lees de tekst

Slide 27 - Slide


Wat voor soort tekst is dit?
A
nieuwsbericht
B
advertentie
C
reclametekst
D
recept

Slide 28 - Quiz


Wat is de bron van de tekst?
A
www.politie-amsterdam.nl
B
www. kankerverziektjetaal.nl

Slide 29 - Quiz

Hoe wordt het publiek aangesproken?
A
met 'je'
B
met 'u'

Slide 30 - Quiz

Voor wie is deze tekst geschreven?
A
Voor jongeren
B
Voor volwassenen

Slide 31 - Quiz

Wat wil de schrijver van deze tekst?
A
Informatie geven over gebruik van de pinpas
B
Raad geven hoe je met een pinpas omgaat
C
Zorgen dat je de pinpas vaker gaat gebruiken

Slide 32 - Quiz

Hoe zie je aan de lay-out dat deze tekst voor jongeren bedoeld is?

Slide 33 - Open question

Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.

Slide 34 - Open question

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.

Slide 35 - Open question

En nu aan de slag!

Slide 36 - Slide