Voorbereiding assessmentweek

Voorbereiding tentamen Nederlands tijdens assessment week 
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Voorbereiding tentamen Nederlands tijdens assessment week 

Slide 1 - Slide

De leerlingen loggen niet in op LessonUp. Zorg dat de presentatie met ze is gedeeld. Vanaf dia 28 moeten ze er zelf mee aan de slag.
pradalebeks


Waar gaan we het deze les vooral over hebben?

Slide 2 - Slide

beeldspraak
Lesdoelen
Aan het eind van de les:
... weet je wat je moet kennen en kunnen voor je tentamen
... is de leerstof voor het tentamen weer opgefrist


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag?
* Hoe ziet het tentamen eruit?
* Waar word je op beoordeeld?
* Hoe kan je je op het tentamen voorbereiden?
* Herhaling beeldspraak en stijlfiguren
* Zelf oefenen
* Voorbeeld uit oud examen
* vragen?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waar word je op beoordeeld? 1
Criterion A:
i. analyse the content, context, language, structure, technique and style of text(s) and the relationship among texts
ii. analyse the effects of the creator’s choices on an audience
iii. justify opinions and ideas, using examples, explanations and terminology
iv. evaluate similarities and differences by connecting features across and within genres and texts.





Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Waar word je op beoordeeld? 2
Objective C: Producing text
i. produce texts that demonstrate insight, imagination and sensitivity while exploring and reflecting critically on new perspectives and ideas arising from personal engagement with the creative process
iii. select relevant details and examples to develop ideas.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hoe ziet het tentamen eruit?

Kies een thema (A-B-C) en bestudeer de daarbij behorende teksten.
Schrijf een vergelijkende analyse waarin je
- aantoont hoe stijlmiddelen, structuur, en taalgebruik bijdragen aan de betekenis
- ingaat op verschillen en overeenkomsten tussen de teksten, zowel qua inhoud als vorm
- vertelt welke invloed de tekst heeft op jou/de lezer en hoe dat komt
- een goed gestructureerde, helder opgebouwde tekst schrijft met een duidelijke vergelijkende focus.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is beeldspraak?
Beeldspraak is figuurlijk taalgebruik. Er wordt niet letterlijk gezegd wat er wordt bedoeld. 
Er wordt een beeld gebruikt voor iets wat letterlijk wordt bedoeld (object).

Voorbeeld: 'Ik heb honger als een paard.'

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Waarom beeldspraak?
  • Beeldspraak maakt taal levendig en aantrekkelijk
  • Beeldspraak kan overtuigend werken 
  • Beeldspraak kan begrip bevorderen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

1. Vergelijking
  1. Vergelijking met 'als' of ander (vergelijkend) woord 
    Hij is een beer van een vent.

  2. Vergelijking zonder 'als' of ander (vergelijkend) woord
    Je kamer, die zwijnenstal, moet worden opgeruimd!

Beeld en object staan in de zin.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

2. Metafoor
  • Het object wordt vervangen door het beeld
      Wat een zwijnenstal is het hier!

  • Spreekwoorden en gezegden zijn vaak metaforen
      Als er een schaap over de dam is, volgen er meer.


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

3. Personificatie
  • Levenloze of abstracte dingen krijgen menselijke eigenschappen

De wind huilt om het huis.

Mijn kamer smeekt om een opruimbeurt.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

4. Synesthesie
  • De indruk van een bepaald zintuig wordt verbonden met die van een ander

    Warme kleuren
    Bittere woorden
    Scherpe geur

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

5. Metonymia
Relatie tussen beeld en object is niet gebaseerd op vergelijking, maar op een andere relatie:
  • Maker - product
      De nieuwste Mulisch lezen.

  • Materiaal - product
      De ijzers onderbinden.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

  • Verpakking - inhoud
      Doe mij nog maar een glas.

  • Deel - geheel
      Even de neuzen tellen.

  • Geheel - deel
      Nederland won met 1-0.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

'In het zonlicht dansten talloze stofjes.'

Welke vorm van beeldspraak?
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Metonymia
D
Personificatie

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

'In het zonlicht dansten talloze stofjes.'

Wat wordt er in letterlijke zin bedoeld?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

'Heb jij de nieuwste Herman Koch al gelezen?'

Welke vorm van beeldspraak?
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Metonymia
D
Personificatie

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

'Heb jij de nieuwste Herman Koch al gelezen?'

Wat is het object en wat is het beeld?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

'Mijn moeder heeft een warme stem'

Welke vorm van beeldspraak?
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor
D
Synesthesie

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

'Mijn moeder heeft een warme stem'

Welke zintuigen worden gecombineerd?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

'Hij is zo trots als een pauw'

Welke vorm van beeldspraak?
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Synesthesie
D
Metafoor

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

'Hij is zo trots als een pauw'

Wat is het object en wat is het beeld?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

'Ik brand van verlangen.'

Welke vorm van beeldspraak?
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Metonymia
D
Synesthesie

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

'Ik brand van verlangen'

Wat wordt er bedoeld?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Nu zelf!
De volgende slides ga je zelf of in 2-tallen doornemen.
* Je krijgt liedfragmenten te horen/zien met daarbij vragen.
* Je krijgt een voorbeeld uit de toets van een voorafgaand jaar.
* De antwoorden schrijf je op het werkblad.
* Het werkblad gaan we samen nabespreken.

Klaar? Extra oefenen; zie laatste dia
timer
10:00

Slide 26 - Slide

Hierbij neem ik een groepje leerlingen apart om deze opdracht samen te doen.
Beeldspraak komt veel voor in literatuur en ook in liedjes.

We luisteren naar een fragment uit het nummer Ijskoud van Nielson.
Beantwoord daarna de volgende vraag: welk stukje uit de tekst van IJskoud bevat een personificatie?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

1. Welk stukje uit de tekst van IJskoud bevat een personificatie?
A
Het is ijskoud
B
Een rilling loopt een rondje op m’n rug
C
Waarom maak je alles stuk?
D
Waarom zou je dat doen?

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

3. Beeldspraak in het dagelijks leven
In het dagelijks leven kom je beeldspraak overal tegen. Denk aan de politiek, muziek, verhalen, gedichten. Het maakt taal levendiger en in discussies kan je de ander ermee overtuigen.
Het kan ook helpen jezelf te begrijpen of het kan iets over jou als persoon zeggen. In de psychologie worden bijvoorbeeld ook vaak metaforen gebruikt.
Lees het volgende voorbeeld...

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

3. Opdracht 
Bedenk zelf een metafoor of een vergelijking die bij jou past, of die iets over jou zegt. Denk aan:
- Jouw kwaliteiten
- Waar je nu staat in je leven
- Jouw persoonlijke ontwikkeling
- Iets wat jou jou maakt

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

4. Een voorbeeld van een eerder tentamen...
Lees de tekst  'Het regent zonnestralen' goed door en geef per item een kort antwoord in steekwoorden:

1. de manier van rijmen
2. a. inhoud, b. betekenis, c. stijlfiguren
3. eigen mening over de inhoud/boodschap
4. de vraag die onder de tekst staat


Slide 33 - Slide

Print de tekst uit. 
Hoe goed ben je nu voorbereid op de toets?
0100

Slide 34 - Poll

This item has no instructions