4.4 De stad van de toekomst

Vandaag
4.4 De stad van de toekomst

Waar ging het ook al weer over?
Bespreken examenopdracht
Stad van de toekomst


1 / 21
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vandaag
4.4 De stad van de toekomst

Waar ging het ook al weer over?
Bespreken examenopdracht
Stad van de toekomst


Slide 1 - Slide

De publieke sector stelt voorwaarden aan de private bedrijven in de bouw.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

In de kenniseconomie is de productiefactor arbeid niet meer belangrijk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Voorbeelden van zakelijke dienstverlening zijn voorlichting en marketing.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Agglomeratievoordelen?

Slide 5 - Slide

De aantrekkelijke stad
Vanaf 1990 is de stad weer een aantrekkelijke plek voor bedrijven door agglomeratievoordelen: meer productiviteit, innovatie, creativiteit en efficiency mogelijk.

Hoe komt dat?
  • Grote afzetmarkt
  • Veel leveranciers
  • Voldoende werknemers

Slide 6 - Slide

Examentraining

Slide 7 - Slide

Examentraining

Slide 8 - Slide

Examentraining

Slide 9 - Slide

Hoe ziet de stad van de toekomst er uit?

Slide 10 - Slide

Duurzame stad
Duurzame steden zijn energieneutraal en recyclen het afval.
Welke aanpassingen kunnen steden doen om duurzame stad (sustainable city) te worden?
  • Gebouwen isoleren
  • Gebruiken van duurzame energiebronnen
  • Flexibel in te richten gebouwen
  • Stadstuinen
  • Efficiënt en schoon vervoer
  • Het ‘Nieuwe Werken’

Slide 11 - Slide

Duurzame stad
Duurzaamheid kan niet zonder digitale technologie: computers en internet.
Een smart city maakt daarvan maximaal gebruik.
De overgang naar duurzaamheid is niet gemakkelijk. Waarom?
  • Dure aanpassingen
  • Aanpassen kost veel tijd
  • Kwetsbaren kunnen niet meedoen aan digitalisering
  • Hoe waarborg je de privacy?

Slide 12 - Slide

Herstructurering (1)
Bedrijventerreinen van rond 1900 worden veelal geherstructureerd. Waarom?
  • Maakindustrie is weggetrokken naar lagelonenlanden
  • Bedrijven vertrokken naar grootschaliger locaties
Fabriek uit begintijd industrialisatie, nieuwe functie: uitgaan en creatieve bedrijven.


Slide 13 - Slide

Herstructurering (2)
Vaak verloedering en leegstand door de weggetrokken bedrijven.
Tegelijk:
  • Meer treinreizigers
  • Tekort aan woonruimte

Slide 14 - Slide

Vernieuwingen in de stad
Bij grote vernieuwingen in haven-, industrie- en stationsgebieden kun je onderscheid maken in:
  • Verdichting: Meer m² vloeroppervlak per hectare, dus meer hoogbouw
  • Transformatie: Gebied krijgt nieuwe functie: bijvoorbeeld wonen, werken, recreatie
  • Renovatie : Opknappen van karakteristieke gebouwen (industrieel erfgoed)

Slide 15 - Slide

Leiden, plan stadszijde station
Welke twee vormen van herstructurering zullen hier plaatsvinden?
  • Transformatie: functieverandering doordat het busstation verdwijnt; er komen winkels, horeca, hotels, kantoren.
  • Verdichting: er komt meer hoogbouw.

Slide 16 - Slide

Doel herstructurering = economische groei

Noem drie manieren waarop herstructurering kan bijdragen aan economische groei.
  • Er komen meer bezoekers / toeristen
  • Er komen meer inwoners
  • Er komen meer bedrijven, dus meer werkgelegenheid


Slide 17 - Slide

Banen in de creatieve sector
Kenmerk creatieve steden?
  • Groot aantal ICT’ers en mensen in creatieve en hightech beroepen.
 
Wie profiteren?
  • Hoog opgeleide werknemers

Welke twee negatieve gevolgen?
  • Duale arbeidsmarkt
  • Sociale ongelijkheid

Slide 18 - Slide

Sociale ongelijkheid
Met een hoog inkomen kun je op mooie plekken wonen. Lagere inkomensgroepen hebben minder keuze.

Waartoe leidt dit in steden?
  • Ruimtelijke segregatie van inkomensgroepen.

Ruimtelijke segregatie in Nederland is minder dan in andere landen. Waardoor?
  • Door huursubsidie en sociale woningbouw.

Slide 19 - Slide

Hoofdvragen
Hoofdvragen 4.3 + 4.4 op pagina 86

Slide 20 - Slide

Volgende les
4.5 Buurtprofiel



Slide 21 - Slide