9.5. De rechtzaak 2223

Maatschappijleer 

CRIMINALITEIT 
9. 5. De rechtzaak
1 / 34
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Maatschappijleer 

CRIMINALITEIT 
9. 5. De rechtzaak

Slide 1 - Slide

Planning

  • Enquête over wapenbezit invullen
  • Uitleg 9.5. De rechtszaak
  • Zelf aan de slag en oefenen met Quizlet en de app
  • Nieuws kijken

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

9. 5.  De rechtzaak
Leerdoel: 
  • Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier een rechtszaak verloopt.
  • Je kent de begrippen pleidooi, requisitoir, officier van justitie, meineed en vonnis en je kan deze herkennen in een tekst. 

Slide 4 - Slide

Eerlijk proces
Wanneer de officier van justitie besluit om jou te vervolgen, komt er een rechtszaak. De verdachte krijgt dan een dagvaarding.

Dagvaarding = Een oproep om voor de rechter te verschijnen. 
In de dagvaarding staat: 
  • het feit waarvan je verdacht wordt.
  • het tijdstip en de plaats waar de zitting plaatsvindt.

Geen zin in of geen behoefte aan de uitleg? 
Ga zelfstandig aan de slag met de stof! 

Slide 5 - Slide

Belangrijke personen bij een rechtszaak
Bij een rechtszaak zijn de volgende personen aanwezig:
  • de verdachte, bijgestaan door een advocaat.
  • de officier van justitie die de verdachte aanklaagt.
  • de rechter die bepaalt of iemand schuldig is en of hij een straf krijgt.
  • getuigen zijn (soms) ook aanwezig
 
         Rechters zijn in Nederland onafhankelijk en onpartijdig.

Slide 6 - Slide

Wie is wie?

  1. Verdachte
  2. Rechter
  3. Advocaat
  4. Getuige(n)
  5. Pers
  6. Publiek
  7. Officier van Justitie
  8. Griffier
Officier van Justitie
Getuige(n)
Verdachte
Advocaat
Griffier
Rechter
Pers
Publiek

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

De Rechtzaak 

1. 
De opening






De rechter controleert de persoonsgegevens van de verdachte.

Slide 10 - Slide


2. De aanklacht


De officier van justitie leest de aanklacht (=ten laste legging) voor.

Slide 11 - Slide


3. Verhoor van de verdachte


Eerst mag de verdachte zelf zijn verhaal doen en vervolgens  ondervragen de rechters, de officier van justitie en de eigen advocaat de verdachte.

Slide 12 - Slide


 

Het getuigenverhoor



Mensen die iets gehoord of gezien hebben dat met de zaak te 

maken kan hebben. Hiervoor leggen getuigen een eed af. Getuigen mogen niet liegen en geen aannames doen. 


Liegt of verzwijgt een getuige over feiten = meineed

Slide 13 - Slide

Het requisitoir 

 

Officier van justitie.




De officier legt uit waarom hij de verdachte schuldig vindt en eist een bepaalde straf. Dit heet het requisitoir.

Slide 14 - Slide


Het pleidooi

De advocaat mag de verdachte een laatste keer verdedigen. Hij kan nogmaals bijzondere omstandigheden aanhalen. Of wijzen op het feit dat de verdachte geen strafblad heeft. Dit heet het pleidooi.

Slide 15 - Slide


7. 
Het laatste woord



Als verdachte heb je altijd het laatste woord.  Je kunt ook nog iets zeggen over de strafeis van de officier.  De verdachte kan bijvoorbeeld ook aangeven of hij/zij spijt heeft. 

Slide 16 - Slide

 

De uitspraak


De rechter vertelt of je schuldig of onschuldig bent en welke straf hij wil geven.  Dit kan een gevangenisstraf zijn,  een voorwaardelijke straf of boete. 

Meestal is de uitspraak of het vonnis twee weken later. 

Slide 17 - Slide

Wanneer is iemand schuldig?
  • Gaat het om een strafbaar feit?
  • Is bewezen dat de verdachte het gedaan heeft?
  • Is de verdachte strafbaar?

3x ja = schuldig
Is de verdachte toerekeningsvatbaar?
Een verdachte die geestelijk gestoord was tijdens zijn daad, kan ontoerekeningsvatbaar worden verklaard.
In dat geval kan de rechter beslissen om de verdachte verplicht op te laten nemen in een tbs-kliniek waar hij wordt behandeld voor zijn stoornis.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

TBS  Ter Beschikking Stelling
Wanneer een persoon een psychische afwijking of stoornis heeft, dan kan de rechter besluiten deze persoon op te laten sluiten in een TBS-kliniek. 

Hier krijgt diegene hulp en ondersteuning om om te gaan met de stoornis. Iemand met TBS komt vaak pas na vele jaren vrij, als hij helemaal genezen is. Deze straf komt regelmatig voor bij aggressieve daders en (kinder)verkrachters.  Ofwel daders bij wie 

In een gevangenis is er meestal geen hulp, daarmee verschilt TBS van een gewone gevangenis.

Slide 20 - Slide

Samenvatting (sleep naar de juiste plek)
Een rechtszaak begint met een                            van de gegevens. Als alles klopt, leest de officier van justitie de                              voor. Hierin staat waar de verdachte van beschuldigd wordt. Daarna worden vragen gesteld. Eerst aan de verdachte en daarna aan de                           . Na de ondervragen eist de officier een                     . De advocaat, die de verdachte                           , probeert de rechter ervan te overtuigen een lagere straf de geven. De rechter bepaalt uiteindelijk de straf, dit is het                           .

aanklacht
controle
getuige
straf
verdedigt
vonnis
helpt
uitspraak

Slide 21 - Drag question

Slide 22 - Video

Een ander woord voor strafbaar feit noem je een...?
A
conflict
B
inzicht
C
delict
D
stoplicht

Slide 23 - Quiz

Wie klaagt de verdachte aan?
A
de rechter
B
de verdachte
C
de advocaat
D
de officier van justitie

Slide 24 - Quiz

Welk begrip pas hierbij?
De officier van justitie laat iemand niet voor de rechter laten komen wegens gebrek aan bewijs
A
schikken
B
marchanderen
C
Vervolgen
D
seponeren

Slide 25 - Quiz

Je mag niet liegen in de rechtszaal. Hoe heet dit strafbare feit?
A
Bestwil
B
Meineed
C
Smaad
D
Laster

Slide 26 - Quiz

De slottoespraak van de officier van justitie met daarin de strafeis.
A
Tenlastelegging
B
Requisitoir
C
Pleidooi
D
Vonnis

Slide 27 - Quiz

Deze instantie begeleidt ex-gevangenen om de kans op recidive te voorkomen.
A
deurwaarder
B
reclassering
C
Halt
D
advocaat

Slide 28 - Quiz

Hoe noem je de uitspraak van een rechter?
A
oordeel
B
uitslag
C
vonnis
D
conclusie

Slide 29 - Quiz

TBS krijg je wanneer...
A
je dronken was tijdens het delict
B
je het eigenlijk niet gedaan hebt
C
je ontoerekeningsvatbaar bent
D
je een voorwaardelijke straf hebt uitgezeten

Slide 30 - Quiz

Terugkoppeling
Leerdoel:
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier een rechtszaak verloopt.
Je kent de begrippen pleidooi, requisitoir, officier van justitie, meineed en vonnis en je kan deze herkennen in een tekst. 

Slide 31 - Slide

Aan de slag 
9.5 De Rechtszaak

Verplicht: 
Lezen: Schuldig of onschuldig? op blz. 148/149 in je tekstboek.
Maken: Opdracht: 2 t/m 6, 8 t/m 12 op blz. 180/182 & opdracht 3 op blz. 183

Keuze
Oefen de begrippen met Quizlet
Oefen met de oefentoetsapp


timer
15:00

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Link

Slide 34 - Video