brugklas woordenschat

Woordenschat
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Woordenschat

Slide 1 - Slide

h.1 Woordenschat
- Vaak kun je de betekenis van een onbekend woord vinden in
  de context ( het tekstdeel rondom het woord).

- Ga op zoek naar een synoniem. Een synoniem is een ander
  woord met dezelfde betekenis.

Slide 2 - Slide

Voorbeelden van synoniemen
oma - grootmoeder
arts - dokter
variatie-afwisseling
prachtig-fantastisch
natuurlijk-vanzelfsprekend

Slide 3 - Slide

h.2 Woordenschat
Om de betekenis van een onbekend woord te achterhalen
kun je ook de volgende strategie toepassen:

Zoek een omschrijving of definitie

Door zo'n omschrijving of door een definitie in de tekst kun je soms een moeilijk woord begrijpen.

Slide 4 - Slide

omschrijving

Slide 5 - Slide

Voorbeelden
omschrijving:                                                                       woordenboek
fatsoeneren:  iets weer in model brengen of opknappen.

definitie (heel nauwkeurige omschrijving)                  leerboek
gelijkbenige driehoek: een driehoek met twee even lange zijden.


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Definitie
Democratie is een bestuursvorm waarbij het volk zelf stemt over de wetten, of de vertegenwoordigers kiest die de wetten maken. Hierbij is het volk dus baas in eigen gebied, en kunnen er geen maatregelen en wetten opgelegd worden als de meerderheid van de bevolking het er niet mee eens is

Slide 8 - Slide

Opdracht 1 blz. 61
1. actueel =
2. anoniem =
3. citaat =
4. hittegolf =
 

Slide 9 - Slide

5. magnaat =
6. persconferentie =
7. pseudoniem =
8. straal =

Slide 10 - Slide

1. actueel =           d 
2. anoniem =       h
3. citaat =               c                                      
4. hittegolf =        e 
 

Slide 11 - Slide

5. magnaat =                     b
6. persconferentie =     a
7. pseudoniem =             g
8. straal =                             f

Slide 12 - Slide

Huiswerk morgen
h.2 woordenschat (blz. 61 en verder)
maken opdr. 2 + 3
leren de woorden van h.1 woordenschat
opdr.2 woorden 1 t/m 15 

Slide 13 - Slide