This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Mevrouw Vliet krijgt dagelijks 7,5 mg zopiclon toegediend vanwege slaapproblemen. In het verzorgingstehuis zijn door een leveringsprobleem alleen tabletten van 3 mg beschikbaar. Hoeveel tabletten moet mevrouw Vliet dagelijks krijgen?
Slide 4 - Open question
Jordy is student verpleegkunde. Hij heeft momenteel een zware bacteriële infectie aan een wond op zijn been. Zijn huisarts heeft hem daarvoor een zwaar antibioticum voorgeschreven, van in totaal 6 gram per dag, verdeeld over 4 doses. Hij heeft tabletten van 750 mg tot zijn beschikking. Hoeveel tabletten dient Jordy per innamemoment te nemen?
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Je moet een patiënt toedienen 70 mg Pethidine. Je beschikt over Pethidine 5%. Hoeveel dien je toe?
Slide 9 - Open question
Je moet een patiënt 75 mg Voltaren toedienen. Er is beschikbaar Voltaren 2,5%. Hoeveel injecteer je?
Slide 10 - Open question
Medicatie per lichaamsgewicht
Per persoon kan medicatie verschillen op basis van het lichaamsgewicht.
Kijk naar hoeveelheid mg per kg en dit keer totale gewicht
Slide 11 - Slide
Mw Sanches weegt 75 kg.
Mw krijgt 30 mg per kg lichaamsgewicht per dag, verdeeld over 2 dosis.
Hoeveel mg krijgt mevrouw per dosis.
Slide 12 - Slide
Mevr Karels weegt 85 kg. Je moet haar per kg toedienen 0,1 mg Midazolam. Je beschikt over Midazolam 0,5 %. Hoeveel ml dien je toe?
Slide 13 - Open question
Joop weegt 60kg. Hij mag 2mg medicatie per kg lichaamsgewicht. Op voorraad staat medicatie met een sterkte van 4%. Hoeveel ml medicatie krijgt Joop?
Slide 14 - Open question
Mw van Driel weegt 50kg zij mag 2mg per kg lichaamsgewicht. Op voorraad zijn tabletten van 25mg. Hoeveel tabletten geef je haar?