TH2a - week 46 - bezittelijk voornaamwoord + parler

1 / 45
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

de bezittelijke voornaamwoorden enkelvoud
Maak de juiste combinaties.
MIJN
JOUW
ZIJN/HAAR
  mon
 ton
  son
  ta
  tes
  mes
  ses
   ma
  sa

Slide 10 - Drag question

Sleep de bezittelijk voornaamwoorden meervoud naar de juiste vertaling.
ons/onze
jullie/
uw
hun
leur
nos
notre
votre
vos
leurs

Slide 11 - Drag question

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (mijn) tante
A
ma
B
ta
C
mon
D
son

Slide 12 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) père
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 13 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (uw) mère
A
nos
B
votre
C
notre
D
ta

Slide 14 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (mijn) lunettes
A
sa
B
tes
C
ses
D
mes

Slide 15 - Quiz

Sleep het juiste bezittelijk voornaamwoord naar het juiste zelfstandig naamwoord.
livres
sac à dos
chambre
mon
mes 
ta

Slide 16 - Drag question

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) affaires
A
sa
B
ta
C
son
D
ses

Slide 17 - Quiz

Schuif de woorden in de juiste volgorde
   

  GRAMMAIRE    Het bezittelijk voornaamwoord
C'est ......................  copain.     Dat is mijn vriend.
C'est ...................... copine.      Dat is mijn vriendin.

                                                 Enkelvoud                        |                  Meervoud                              





        

mannelijk 
klinker / h
vrouwelijk
mannelijk / vrouwelijk
mijn
jouw
zijn / haar
ons / onze
jullie / uw
hun
tes
leur
ton
notre
mon
nos
mes
son
sa
votre
ta
ma
ma
mon
leurs
vos
ses

Slide 18 - Drag question

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (ons) maison
A
notre
B
votre
C
nos
D
leur

Slide 19 - Quiz

Wat is GEEN bezittelijk voornaamwoord?
A
die
B
jouw
C
mijn
D
onze

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

4

Slide 23 - Video

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Ce cours
Herhalen grammaire II
On corrige les devoirs
Au travail !

Slide 31 - Slide

WAT IS EEN BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD?

Slide 32 - Open question

Sleep alleen de juiste bezittelijke voornaamwoorden naar het midden
frère
mon
sa
ton
vos
notre
leurs

Slide 33 - Drag question

Sleep alleen de juiste bezittelijke voornaamwoorden naar het midden
maison
ma 
votre
mes
ton
ta
ses

Slide 34 - Drag question

Sleep de juiste bezittelijk voornaamwoorden naar het woord wat erbij hoort
(hun) professeur
(mijn) sacoche
(haar) grands-parents
(jouw) hôtel 
ton 
mon
leur
ses 

Slide 35 - Drag question

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden
le chien
ma 
mon
mes
ton
ta
tes

Slide 36 - Drag question

Bezittelijke voornaamwoorden
Iets anders
mon
ma
mes
ton
ta
tes
son
sa
ses
je
il
elle
tu
nous
vous

Slide 37 - Drag question

1. Tu as aimé                       vacances ? 
2.                    voyage était très amusant.
3. J'ai été chez                     tante
4.                     piscine est géniale !
5. Mon frère aime beaucoup                 tante.
6. Et toi? Tu aimes                   famille ?
Schuif het correcte bezittelijk voornaamwoord in de zin
ton
ta
tes
Mon
Ma
Mes
mon
ma
mes
Son
Sa
Ses
son
sa
ses
ton
ta
tes

Slide 38 - Drag question

Sleep het juiste bezittelijk voornaamwoord naar het juiste zelfstandig naamwoord.
secret
profs
fille
ma
leurs
son

Slide 39 - Drag question

NL
Mnl.ev
Vrl.ev
Mv.
Mijn
Jouw
Zijn/haar
Onze
Jullie
Hun
Bezittelijk voornaamwoord
nos
mes
Notre
Ton
Mon
Votre
leur
tes
Son
leurs
Ma
sa
Ta
notre
Votre
leur
ses
vos

Slide 40 - Drag question

On corrige les devoirs
Hoe gingen de opdrachten?
Wat ging er goed?
Wat is nu nog lastig?

Wat verwachten jullie van mij?

Slide 41 - Slide

Au travail !
Wat: maken opdrachten 17 - 21
Hoe: alleen/in tweetallen
Hulp: docent/klasgenoot
Tijd: 10 minuten
Klaar: oefenen gesprekken die je net hebt voorbereid

Slide 42 - Slide

Le vocabulaire
Verrassing :)

Slide 43 - Slide

Les devoirs
Maken opdracht 17 - 21
Herhalen/leren apprendre 1 t/m 6

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide