This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Deze lessonup
Eerste gedeelte gaat lijnsymmetrie (9.1) herhalen. Hier zitten filmpjes bij en vragen om te oefenen.
In het tweede deel ga je leren over draaisymmetrie, 9.3. Ook hier weer filmpjes en vragen om te oefenen.
Slide 2 - Slide
Leerdoelen 9.3
Je weet wat draaisymmetrie is.
Je kan de minimale draaihoek uitrekenen bij draaisymmetrie.
Je kan de volgende begrippen uitleggen:
draaisymmetrisch, middelpunt is draaipunt, kleinste draaihoek, volle hoek, aantal keer draaien
Slide 3 - Slide
Filmpje
Deze kan je thuis bekijken.
Ook handig bij het voorbereiden op de toets.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
0
Slide 6 - Video
Een figuur met één of meer symmetrieassen noem je lijnsymmetrisch.
Lijn m, de rode stippellijn noem je de symmetrie-as
Slide 7 - Slide
Lijnsymmetrie
Als 2 helften van een figuur elkaars spiegelbeeld zijn, dan noemen we dat figuur spiegelsymmetrisch of lijnsymmetrisch.
Hier zie je een aantal figuren die lijnsymmetrisch zijn.
Slide 8 - Slide
Symmetrieas
Die lijn waarover je de spiegel op kunt zetten, noem je een symmetrieas. De vorige figuren hadden allemaal 1 symmetrieas, maar er bestaan ook figuren met meer symmetrieassen.
Slide 9 - Slide
De rode stippellijnen zijn symmetrie-assen. Niet alle figuren hebben dus een symmetrie-as
Slide 10 - Slide
dit bord wel
dit bord wel
dit bord ook
dit bord niet
Slide 11 - Slide
Even oefenen .....
Je krijgt een aantal meerkeuzenvragen. Probeer steeds het juiste antwoord te geven.
Als je het niet direct ziet, gebruik dan je spiegeltje
Slide 12 - Slide
Hoeveel symmetrieassen heeft deze figuur?
A
1
B
2
C
4
D
8
Slide 13 - Quiz
Uitleg
Er zijn 4 symmetrieassen.
Dit kun je controleren door het spiegeltje op de symmetrieassen te zetten.
Slide 14 - Slide
Hoeveel symmetrie assen heeft dit figuur?
A
2
B
4
C
6
D
8
Slide 15 - Quiz
Hoeveel symmetrie assen heeft dit figuur
A
2
B
4
C
6
D
1
Slide 16 - Quiz
Wat is een ander woord voor lijnsymmetrie?
A
draaisymmetrie
B
puntsymmetrie
C
spiegelsymmetrie
D
vouwsymmetrie
Slide 17 - Quiz
Meer oefeningen
Deze oefeningen kan je thuis nog proberen.
Ook handig bij het voorbereiden van de toets.
Slide 18 - Slide
Hoeveel symmetrie-assen kun je tekenen in dit figuur?
A
Nul
B
Een
C
Twee
D
Drie
Slide 19 - Quiz
Hoeveel symmetrieassen heeft het logo?
A
0
B
2
C
1
D
4
Slide 20 - Quiz
Deze afbeelding is lijn- symmetrisch
A
ja
B
nee
Slide 21 - Quiz
Hoeveel symmetrie-assen heeft deze bloem?
A
2
B
6
C
12
D
oneindig veel
Slide 22 - Quiz
Hoeveel symmetrie assen heeft deze figuur?
A
1
B
2
C
4
D
6
Slide 23 - Quiz
Hoeveel symmetrie-assen heeft dit figuur denken jullie?
A
1
B
3
C
4
D
6
Slide 24 - Quiz
In de tekening hiernaast zie je vlakke figuren die met rode lijnen zijn verdeeld. Hoe heten die rode lijnen?
A
strepen
B
symmetrie-assen
C
lijntjes
D
???
Slide 25 - Quiz
Draaisymmetrie
Slide 26 - Slide
Filmpje
Weer een uitlegfilmpje voor thuis.
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Video
Je kan een figuur in alle standen draaien.
bv om 45 graden
Maar als we het hebben over draaisymmetrisch bedoelen we dat je een figuur draait zo dat het figuur weer precies hetzelfde is gebleven.
Slide 29 - Slide
De figuur is nu op verschillende manieren gedraaid.
Maar is niet draaisymmetrisch.
Het past niet op elkaar.
Slide 30 - Slide
draaisymmetrisch over 360 graden
draaisymmetrisch over
180 graden
Slide 31 - Slide
Het logo hiernaast kan je wel 3x draaien.
(het gaat alleen om het logo, niet het witte vierkant eromheen)
Aan de rode stip kan je zien dat het figuur 3x is gedraaid
beginstand 1 2 3
Slide 32 - Slide
Hoe bepaal je nou de kleinste draaihoek?
Stap 1: Kijk hoe vaak je een figuur kan draaien zonder dat de figuur veranderd.