2H1 7 oktober 2021 Uitleg grammaire H deel 1

Corriger CH0 ex. 3a
  1. Je ne comprends pas/ Je ne sais pas.
  2. J'ai oublié mon livre/Je peux reacherger ma tablette?
  3. Je peux aller aux toilettes?
  4. C'est à quelle page?
  5. Je peux ouvrir la fenêtre?
  6. Excusez-moi! Je suis en retard.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Corriger CH0 ex. 3a
  1. Je ne comprends pas/ Je ne sais pas.
  2. J'ai oublié mon livre/Je peux reacherger ma tablette?
  3. Je peux aller aux toilettes?
  4. C'est à quelle page?
  5. Je peux ouvrir la fenêtre?
  6. Excusez-moi! Je suis en retard.

Slide 1 - Slide

Les devoirs pour le 13 octobre







Programme: uitleg grammaire H - Faire ex. 30e, 30d
Wat kun je nu doen?
Opdr vertalen, woordjes leren voca A (p. 51) --> MO
dek 1 kant af, en schrijf de vertaling op + check je vertaling
Faire (maken/
doen)
- Vertaal de opdrachten (gebruik p. 6). Zet de vertaling bij de opdrachten in je boek: Chapitre 1: ex. 31ab
- Maak van chapitre 1: ex. 30de
Apprendre (leren)
Vocabulaire E --> MO volgende les
Bestuderen: grammaire H
Voca A & B leren op WRTS!!!

Slide 2 - Slide

Grammaire H
Bezittelijk voornaamwoord
1e, 2e, 3e persoon enkelvoud

Slide 3 - Slide

Na deze les: 
  • weet je wat de pronom possessif is
  • waar je de uitleg kunt teruglezen 
  • hoe en waarvoor je het kunt gebruiken.

Slide 4 - Slide

Vertaal:
(Schrijf het antwoord in je schrift)
  • mijn broer
  • mijn zus
  • mijn ouders

Woordjes staan achterin in de woordenlijst

Slide 5 - Slide

Filmpje GL

Slide 6 - Slide

Mannelijk enkelvoud: 
  • le livre           
  • mijn boek = mon livre

  • Maar ook:
  • l'hôtel, l'agenda      
  • mijn hotel = mon hôtel
  • mijn agenda = mon agenda

Vrouwelijk enkelvoud
  • la classe
  • mijn klas = ma classe

  • Let op: bij een klinker/stomme h --> mon
  • l'équerre (geodriehoek = vrl)
  • mijn geo = mon équerre

Slide 7 - Slide

Welk bez.vnw. kiezen?Exemple: jouw boek
  1. Wat is het znw?
  2. znw = boek
  3. Is het znw enkelvoud of meervoud?
  4. boek = enkelvoud, mnl
  5.  jouw mnl enkelvoud = ton
  6. jouw boek = ton livre

Slide 8 - Slide

Welk bez.vnw. kiezen?Exemple: mijn klassen
  1. Wat is het znw?
  2. znw = klassen
  3. Is het znw enkelvoud of meervoud?
  4. klassen = meervoud
  5.  mijn meervoud = mes
  6. mijn klassen = mes classes

Slide 9 - Slide

Zijn/Haar
sa maison (v)
son chien (m)
ses
livres 
(m mv)
ses glaces 
(v mv)
enkelvoud
meervoud

Slide 10 - Slide

Luc
Son père, Jef
Sa femme, Anne
Ses enfants, Marie & Éric
Sa mère, Annie

Slide 11 - Slide

Welk bez.vnw. kiezen?Exemple: haar vader
  1. Wat is het znw?
  2. znw = vader
  3. Is het znw enkelvoud of meervoud?
  4. vader = enkelvoud
  5. haar mnl enkelvoud = son
  6. haar vader = son père

Slide 12 - Slide

Meervoud = mes, tes, ses

  • Exemple: mijn boeken = ?

  • (1) Wat is het znw in het enkelvoud?
  • het boek = le livre

  • (2) Maak er meervoud van
  • de boeken = les livres

  • (3) Zet het bez.vnw. voor het znw
  • mijn/jouw/zijn/haar boeken = mes/tes/ses livres



  • mijn boeken =
  • mes livres

  • jouw boeken =
  • tes livres

  • zijn/haar boeken = 
  • ses livres 

Slide 13 - Slide

Oefening meervoud
  • le livre --> mijn boeken

  • l'hôtel (m) --> zijn hotel

  • l'agenda (m) --> haar agenda

  • la classe --> mijn klassen

  • l'équerre (v) --> jouw geo
Bezittelijk vnw + znw
  • znw = mnl mv --> mon/ma/mes --> mes livres
  • znw = mnl ev --> son/sa/ses --> son hôtel
  • znw = mnl ev --> son/sa/ses --> son agenda
  • znw = vrl mv --> mon/ma/mes --> mes classes
  • znw = vrl ev --> ton/ta/tes --> ton équerre (ivm klinker)

Slide 14 - Slide

Faire: ex. 30e
  • Onderstreep het znw in elke zin
  • Zet er achter: mnl/vrl + ev/mv
  • Onderstreep de juiste vorm van het bez.vnw.

Après: on va corriger

Slide 15 - Slide

Faire: ex. 30d
  • Zoek de woordjes op achterin je boek
  • Zet achter de woordjes le / la / l' / les
  • On écoute exercice 30d 

Slide 16 - Slide

Les devoirs pour le 13 octobre
Wat kun je nu doen?
Opdr vertalen, woordjes leren voca A (p. 51) --> MO
dek 1 kant af, en schrijf de vertaling op + check je vertaling
Faire (maken/
doen)
- Vertaal de opdrachten (gebruik p. 6). Zet de vertaling bij de opdrachten in je boek: Chapitre 1: ex. 31ab
- Maak van chapitre 1: ex. 30de
Apprendre (leren)
Vocabulaire E --> MO volgende les
Bestuderen: grammaire H
Voca A & B leren op WRTS!!!

Slide 17 - Slide