1.5 Peer pressure

1.5 Peer pressure
1 / 29
next
Slide 1: Slide
LOBMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

1.5 Peer pressure

Slide 1 - Slide

Wat weet je van peer pressure?

Slide 2 - Open question

Peer pressure 
Groepsdruk 

Slide 3 - Slide

Waarom werkt groepdruk zo sterk 
  • Mensen willen erbij horen 
  • Vooral jongeren zijn gevoelig voor wat andere van hen denken 
  • Angst om uitgelachen of buitengesloten te worden
  • Onzekerheid: niet goed weten waar je jezelf voor staat

Slide 4 - Slide

Kan groepsdruk ook positief zijn?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Positieve groepsdruk
Je klasgenoten moedigen je aan om op tijd te komen of hard te weken aan een project. Dit helpt je vooruit. 

Slide 6 - Slide

Noem een voorbeeld van negatieve groepsdruk

Slide 7 - Open question

Hoe kun je omgaan met groepsdruk
  • Blijf bij je eigen mening: vraag jezelf ''wil ik dit echt?''
  • Zeg duidelijk nee.
  • Weet wie je echte vrienden zijn. Echte vrienden accepteren jou zoals je bent
  • Bedenk van tevoren wat je wel en niet wilt doen. Dan sta je sterker als het moment komt. 

Slide 8 - Slide

Voorbeelden uit de praktijk 
  1. Je collega's op stage nemen geen pauze, dus jij durft ook geen pauze te nemen.
  2. Iedereen maakt een grap over een andere student, en jij lacht mee terwijl je het eigenlijk niet grappig vindt. 
  3. Je klas wil het werk overslaan en je voelt je onder druk gezet om mee te doen.

Slide 9 - Slide

Opdracht 1.5 

Slide 10 - Slide

Stellingenspel
Eens --> ga je staan
Oneens --> blijf je zitten 

Slide 11 - Slide

Ik doe liever iets wat ik eigenlijk niet wil dan dat ik buiten de groep val

Slide 12 - Slide

Groepsdruk is alleen iets voor jongeren, volwassenen hebben daar geen last van

Slide 13 - Slide

Het is moeilijk om nee te zeggen tegen vrienden 

Slide 14 - Slide

Op stage moet je altijd doen wat je collega's zeggen, ook als het niet goed voelt

Slide 15 - Slide

Je kunt pas echt trots zijn op jezelf als je je eigen keuzes durft te maken

Slide 16 - Slide

Opdracht 1.5.1 

Slide 17 - Slide

Leren Leren

Slide 18 - Slide

Wat zou je doen?

“Je hebt een toets morgen, je telefoon gaat de hele tijd af, en je moeder vraagt of je mee naar de supermarkt gaat. Wat doe je eerst?”

Slide 19 - Slide

“Soms lijkt álles belangrijk. Maar als je alles tegelijk probeert te doen, krijg je stress en maak je fouten. In deze les leer je hoe je snel kunt inschatten wat echt belangrijk is — en wat best even kan wachten.”


Slide 20 - Slide

Eisenhower-matrix 

Slide 21 - Slide

Voorbeeld
Belangrijk + Dringend: toets, afspraak, klant in nood (optreden).

Belangrijk + Niet Dringend: huiswerk dat pas over 2 weken af moet.

Niet Belangrijk + Dringend: telefoontje, appje, iemand die iets “nu” vraagt.

Niet Belangrijk + Niet Dringend: TikTok, scrollen, afleiding.

Slide 22 - Slide

Plaats in de matrix 
  • Je hebt morgen een toets waar je nog niet voor geleerd hebt.
  • Je vriendin stuurt je een grappige video op Snapchat.
  • Over 2 weken moet je een verslag inleveren.
  • Je leidinggevende van stage belt je onverwacht.
  • Je hebt een Netflix-serie die je graag wilt kijken.
  • Je sporttraining begint over 20 minuten.

Slide 23 - Slide

Afsluiting 
  • Waar had je wat neer gezet?
  • “Wat levert het je op als je beter prioriteiten stelt?”

Slide 24 - Slide

Flashcards 
Actief te oefenen met begrippen, wetten en procedures
Te onthouden wat je moet leren voor een toets
Snel te checken wat je al weet en wat je nog moet oefenen 

Slide 25 - Slide

Opdracht
Maak 5 flashcards
Pak een stukje lesstof erbij
Bijvoorbeeld uit je boek over:
  • Repressief optreden
  • Bevoegdheden van een BOA
  • ABCD-controle

Slide 26 - Slide

Opdracht 
Maak 5 flashcards op losse kaartjes of in je schrift.
Zet op de voorkant een vraag of begrip, en op de achterkant het antwoord of de uitleg.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Tijd over? 
Wissel de kaartjes met een klasgenoot. 

Slide 29 - Slide