This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Spelling H5 + H6
Slide 1 - Slide
De afgelopen weken hebben jullie H5 en H6 spelling gemaakt. Hebben jullie het begrepen?
Dat wil ik nu met jullie testen door een oefentoets af te nemen.
Slide 2 - Slide
Zijn in onderstaande zin alle hoofdletters en leestekens juist geplaatst? 's Avonds loopt Ronald de Goede altijd een laatste rondje met de hond, want mevrouw De Goede blijft na negenen liever binnen.
A
juist
B
onjuist
Slide 3 - Quiz
Leg uit: 'mevrouw De Goede' is goed geschreven.
Slide 4 - Open question
Is onderstaande bewering juist of onjuist?
Je gebruikt een hoofdletter onder andere bij bijvoeglijke naamwoorden die van eigennamen zijn afgeleid.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
Is onderstaande bewering juist of onjuist?
Je gebruikt aanhalingstekens onder andere bij het weergeven van gedachten.
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quiz
Is onderstaande bewering juist of onjuist?
Je gebruikt een hoofdletter bij namen van seizoenen.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
Welke schrijfwijze is juist?
A
capucino
B
cappucino
C
cappucino
D
cappuccino
Slide 8 - Quiz
Schrijf waar nodig woorden aan elkaar in onderstaande zin. Hoeveel fouten verbeter je dan?
Laag opgeleide mensen kunnen in dit moderne textiel bedrijf via zelf studie omhoog komen.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 9 - Quiz
Schrijf waar nodig woorden aan elkaar in onderstaande zin. Hoeveel fouten verbeter je dan? Waar over sprak jouw suiker tante met die veel eisende belasting ambtenaar?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 10 - Quiz
Waarom moet 'waarover' aan elkaar?
Slide 11 - Open question
Welke schrijfwijze is juist?
A
adekwaat
B
addequaat
C
adequaat
D
addekwaat
Slide 12 - Quiz
Welke schrijfwijze is juist?
A
tweehonderd
B
twee honderd
Slide 13 - Quiz
Uitleg:
Getallen met honderd en duizend schrijf je aan elkaar.