230625 meervouden (deel 1.1)

• Nederlands
• Schrijven
• ISK

meervouden 

doel:

Ik leer het meervoud en de belangrijkste 3 regels van het meervoud.

de regel(1):

Meestal: - en achter het woord als je meervoud maakt.

Let wel op de spelling van lange en korte klank woorden: 

• boom - bomen 
• roos    - rozen
• bos     - bossen
• golf     - golven

de regel (2):

Na  - je/ - el / -en / -er/ - ie

zet je een S achter het woord om meervoud te maken

regel 3:een -'s komt na:

-a

-o

-u

-i

-y

papa's

auto's

paraplu's

ski's

baby's

Wat is het meervoud van lesboek?

1. lesboeken
2. lesboeks
3. lesboek's
4. lesboekeren

Wat is het meervoud van tekentafel?

1. tekentafelen
2. tekentafel's
3. tekentafels
4. tekentafeltje

Wat is het meervoud van zaklamp?

1. zaklamps
2. zaklampje
3. zaklamp's
4. zaklampen

Wat is het meervoud van soeplepel?

1. soeplepels
2. soeplepelen
3. soeplepeltje
4. soeplepel

meervoud 

op -s

meervoud 

op -en

lepel

kleur

tekst

bloem

beest

broer

emmer

pasje

gang

kamer

bed

zaal

kleed

brief

jongen

meervoud 

op -s

meervoud 

op -en

meervoud

 op 's

lepel

kleur

tekst

bloem

beest

broer

emmer

pasje

pyama

oma

paraplu

hobby

auto

gang

een koek en twee .......

1. koeks
2. koekje
3. koeken

een pen en twee ......

1. pens
2. pennetje
3. pennen
4. penen

een trui en twee .......

1. truis
2. trui's
3. truien
4. truitje

een radio en twee .......

1. radioen
2. radiootje
3. radioos
4. radio's