U6 h2 voc schrijven

H2A
Ramon
Dylano
Nienke
Sequoyah
Aiden
Nikki
Kyra
Mogently
Quinn
Sofie
Delisha
Lyris
Quincy
Jasmijn
Max
Yenthe
Maud
Nikolai
Jasmine
Monique
Cebrian
Ian
Shelden
Youp
Docent
1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H2A
Ramon
Dylano
Nienke
Sequoyah
Aiden
Nikki
Kyra
Mogently
Quinn
Sofie
Delisha
Lyris
Quincy
Jasmijn
Max
Yenthe
Maud
Nikolai
Jasmine
Monique
Cebrian
Ian
Shelden
Youp
Docent

Slide 1 - Slide

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 2 - Slide

Lundi 10 juin
Les objectifs pour aujourd'hui :

- Jij kunt de hoofdlijnen van eenvoudige teksten op een forum begrijpen 


Slide 3 - Slide

Objectif numéro 1
- Jij kunt de hoofdlijnen van eenvoudige teksten op een forum begrijpen. 

Slide 4 - Slide

Extra lire
Ouvre le livre page 123.
Tu fais l' exercice page 124 t/m 127
Klaar : bereid een gesprek van Lille voor
 
timer
20:00

Slide 5 - Slide

Huiswerk gemaakt? (nakijken)
Jij leert de woorden van U6, Apprendre 4:

- boek: pagina 115;

Maak 3 zinnen op papier:
- 1 zin met het woord "je peux";
- 1 zin met het woord "tu dois";
- 1 zin met het werkwoord "annuler" (vergeet niet om het werkwoord te vervoegen!).
Tip: 1 zin behoort altijd tot minimaal 1 werkwoord.











Slide 6 - Slide

wat betekent "la joie"?

Slide 7 - Mind map

Wat betekent "casquette"?

Slide 8 - Open question

Un pull coûtait (verleden tijd van "couter") 30 euros. Maintenant, il coûte 15 euros. Il est en promotion. Wat betekent "en promotion"?

Slide 9 - Open question

Wat betekent "le journal du collége"?

Slide 10 - Open question

Sur zalando.nl ou bol.nl, tu peux acheter des vêtements en ligne. Wat betekent "en ligne"?

Slide 11 - Open question

Objectif numéro 2
 Jij kunt een een bericht schrijven over positieve en negatieve dingen die je hebt meegemaakt

Slide 12 - Slide

écrire
Ouvre le livre page .
Tu fais l' exercice 24-25 page 32
 



timer
7:00

Slide 13 - Slide

C'est quoi, ton style?
Maintenant, ouvre le livre page 33.
tu lis le texte : C'est quoi, ton style?


Klaar? Fais l'exercice 26, page 33.
timer
8:00

Slide 14 - Slide

C'est quoi, ton style?
  • Exercice 27, 
  • Exercice 28,

Klaar : leer apprendre 1 t/m 8 

Slide 15 - Slide

Objectif numéro 3
Jij kunt uitzonderingen van bijvoelijke naamwoorden (vorm en plek).

Slide 16 - Slide

Yusuf est beau. Aya est...

Slide 17 - Open question

Un grand-père est vieux. Une grand-mère est...

Slide 18 - Open question

Un pantalon est rouge. Une robe est...

Slide 19 - Open question

Carlos est néerlandais. Amin et Mimo sont...

Slide 20 - Open question

In het Frans staan de meeste bijvoeglijke naamwoorden ACHTER het zelfstandig naamwoord
oui
non

Slide 21 - Poll

bijvoelijke naamwoorden die gaan VOOR het zelfstandig naamwoord

Slide 22 - Mind map

Les réponses 
Bijvoelijk naamwoorden die voor het zelfstandig naamwoord komen:

jeune (jong)
grand
vieux, vieille
bon, bonne
joli 
long (lang)
petit
mauvais (slecht)
beau, belle
nouveau
premier, deuxième...
haut

Slide 23 - Slide

alors... Quelle phrase n'est PAS correcte?
A
une bonne note
B
une nouvelle amie
C
une robe jaune
D
une chambre jolie

Slide 24 - Quiz

Beschrijf wat voor kleren en kleuren jij draagt. Maak hele zinnen. Daarna ga jij zelf de eventueel fouten zoeken en feedback geven.

Slide 25 - Open question

Lesdoelen behaald?
- Jij kunt nieuwe woorden rond kleding kopen begrijpen;
- Jij kunt een tekst begrijpen over kleding kopen en vragen antwoorden;
- Jij kunt uitzonderingen van bijvoelijke naamwoorden (vorm en plek);
- Jij kunt beschrijven wat jij draagt (kleren en kleuren).

Slide 26 - Slide

Lesdoelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll