De Dagen van de Week: Een Avontuurlijke Ontdekkingstocht

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de dagen van de week in de juiste volgorde benoemen en toepassen in eenvoudige contexten.
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de dagen van de week in de juiste volgorde benoemen en toepassen in eenvoudige contexten.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over de dagen van de week?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Maandag
We beginnen de week met maandag. Het is de dag na zondag en voor dinsdag.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Dinsdag
Na maandag komt dinsdag. Het is de tweede dag van de week.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Woensdag
Midden in de week hebben we woensdag. Het is de dag waarop veel kinderen vrij zijn!

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Donderdag
Na woensdag komt donderdag. Het is de dag voor vrijdag.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Vrijdag
Bijna weekend! Vrijdag is de laatste dag van de school- en werkweek.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Zaterdag
En dan hebben we zaterdag, de dag waarop de meeste mensen vrij zijn!

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Zondag
Zondag is de laatste dag van de week. Het is meestal een rustige dag.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 10 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 12 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.