Interactieve pagina NLT

De eigenschappen van magneten

1 / 14
next
Slide 1: Slide
Natuur, Leven en TechnologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

De eigenschappen van magneten

Slide 1 - Slide

Magneten zijn in allerlei soorten en maten en worden in veel toepassingen gebruikt. Van speakers tot creditcards en wetenschappelijke laboratoria. Maar wat maakt een magneet een magneet? Dit zijn de eigenschappen van een magneet:

Slide 2 - Slide

Er zijn 2 vormen van magneten:
1. Permanente magneten: Permanente magneten behouden als ze  zijn gemagnetiseerd hun werking (niet eeuwig te, want met een klap of verhitting kan hun werking ook verdwijnen)
2. Tijdelijke magneten: tijdelijke magneten verliezen hun magnetische werking direct of na een paar minuten. Een voorbeeld van een tijdelijke magneet is weekijzer. Weekijzer bevat veel ijzer en weinig andere stoffen.

Slide 3 - Slide

Welke stoffen zijn geschikt voor het vervaardigen van permanente magneten?
1. Ticonal: een mengsel van de metalen ijzer, titaan, kobalt, nikkel en aluminium. 
2. Alnico: een mengsel van ijzer, aluminium, nikkel en kobalt.

Slide 4 - Slide

Hoe worden magneten gemaakt?
Magneten worden  vaak gemaakt door korrels van een magnetische stof te mengen met een kleiachtige stof. Daarna wordt het gebakt op een pottenbakkersmanier. Zo kun je de pmagneetelke vorm geven die je wilt.

Slide 5 - Slide

Hoe wordt de sterkte van een magneet uitgedrukt?
De sterkte van een magneet wordt uitgedrukt in Tesla. Sterke permanente magneten hebben een waarde 1,5 Tesla. Lijkt weinig, maar deze magneten worden gebruikt in bijvoorbeeld MRI machines en zijn niet verkrijgbaar. Voor kleinere magneten wordt er nog een eenheid gebruikt: Gauss
1 Tesla is gelijk aan 10000 Gauss.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Hoe wordt de sterkte van een magneet uitgedrukt?
A
In Tesla
B
In Gauss
C
In kilogram

Slide 8 - Quiz

Wat gebeurt er als je een magneet breekt?
Er ontstaan 2 complete magneten met allebei een noord- en een zuidpool. Je krijgt nooit losse noord- of zuidpolen. Als je 2 magneten tegen elkaar aanschuift, reageren ze als een magneet. Als je die 2 magneten ook doormidden breekt, krijg je in totaal 4 magneten. Zo’n magneetje noemen we een elementair magneetje.

Slide 9 - Slide

Als je een magneet breekt krijg je één noord- en een zuidpool
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Stoffen die gevoelig zijn voor magnetische velden hebben een maximum temperatuur voor magnetisering. Als de stof ijzer heter is dan 770°C trekt het geen magneten meer aan. De tempratuur waarbij dit fenomeen plaatsvind wordt het Curiepunt genoemd. Als het ijzer van 770°C naar 768°C gaat kan de stof weer gemagnetiseerd worden. 

Slide 11 - Slide

Als dit stuk ijzer verwarmd wordt, gaan de ijzermoleculen heel erg trillen. De deeltjes ijzer gedragen zich normaal als kompasnaaldjes en vinden hun weg naar het magnetisch veld. Als de deeltjes gaan trillen, dienen ze niet meer als kompasnaalden. Dit kun je waarnemen als het stuk ijzer zich niet meer gedraagd als een magnet. Zoals eerder gezegd, als het ijzer afkoelt, stoppen de deeltjes langzaam met trillen en gaan ze weer terug naar hun oorspronkelijke plek in het magnetisch veld.

Slide 12 - Slide

Als ijzer een tempratuur van 892°C heeft, is de stof dan gemagnetiseerd?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Wat vindt er plaats als een stof die gevoelig is voor magnetische velden op wordt gewarmd?
A
De deeltjes gaan trillen
B
De deeltjes gaan smelten
C
Er gebeurt niks
D
De deeltjes gaan dansen

Slide 14 - Quiz