H4 Spelling voltooid deelwoord

H4 - Taalverzorging spelling
Je leert voltooide deelwoorden goed spellen. 
Je leert woorden met g, gg en ch goed spellen. 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H4 - Taalverzorging spelling
Je leert voltooide deelwoorden goed spellen. 
Je leert woorden met g, gg en ch goed spellen. 

Slide 1 - Slide

Planning
- voorkennis
- instructie
- samen inoefenen
- afronden

Slide 2 - Slide

Wat weet je al?

Slide 3 - Mind map

Voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord geeft vaak aan dat een handeling is afgerond. Het is voltooid. 
Het voltooid deelwoord maakt meestal uit van het gezegde. 
Er staat dan altijd een vorm van hebben, zijn of worden

Tijdens de vakantie heeft Julia bij een boerderij gekampeerd
Vorig jaar is Mehmet naar Turkije gevlogen.

Slide 4 - Slide

Hoe schrijf je een voltooid deelwoord?

Het voltooid deelwoord van sterkte werkwoorden eindigt vaak op -en. 
- Wij hebben heerlijk gegeten (eten).
- De intercity is om 15.05 aangekomen (aankomen).

Slide 5 - Slide

Hoe schrijf je een voltooid deelwoord?

Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden eindigt op -d of -t. De juiste letter bepaal je net als in de verleden tijd met
't ex fokschaap. 

klaverjassen - klaverjaste - geklaverjast
verwaarlozen - verwaarloosde - verwaarloosd 

Slide 6 - Slide

uitleg

Ik heb ...
Hij heeft ...
Wij hebben ...

Ik ben ...
Hij is ...
Wij zijn ...
Maak het woord langer:

beantwoord  -> beantwoorden
geblaft             -> blaften
ingeslikt          -> slikten in

ontdekt --> ontdekte
versierd --> versierde
verhoord --> verhoorde

Slide 7 - Slide

uitleg

Ik heb ...
Hij heeft ...
Wij hebben ...

Ik ben ...
Hij is ...
Wij zijn ...


gewonnen.
verloren.
gedaan.

opgeschoven.
verdwenen.
opgeschoten.

Slide 8 - Slide

Wij hebben ...
A
getwijfeld
B
getwijfelt

Slide 9 - Quiz

De blaar is ...
A
doorgeprikd
B
doorgeprikt

Slide 10 - Quiz

Ben je helemaal …
A
hersteld
B
herstelt

Slide 11 - Quiz

We hebben de finish ...
A
gehaald
B
gehaalt

Slide 12 - Quiz

Het weer is nog niet ...
A
veranderd
B
verandert

Slide 13 - Quiz

Zij heeft de zwarte band ...
A
bemachtigd
B
bemachtigt

Slide 14 - Quiz

We werden als helden ...
A
binnengehaald
B
binnengehaalt

Slide 15 - Quiz

Hij heeft tegen de bal ..
A
geschopd
B
geschopt

Slide 16 - Quiz

Verwerking
Blz. 110 opdracht 1,2,3 en 6

Samen starten met opdracht 1
De overige lessen tijdens de flexlessen. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Hoe bepaal je de laatste letter
van het voltooid deelwoord?

Slide 19 - Mind map

Heb je nog een tip of top
over deze les?

Slide 20 - Mind map