Donderdag 11 december

• Mentorles
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Goedemorgen! 

Wil je jouw telefoon op mijn bureau neerleggen?

Wil je jouw Chromebook alvast pakken?

npo.nl

Klassenregels

1e lesuur: Nederlands

1.2 Feedback

Weet je nog wat we de vorige les hebben gedaan? 

Lees de situaties en kies of je het best formele of informele taal kunt gebruiken.

2. In de supermarkt vraagt een klant aan jou waar de olijfolie staat.

1. formeel
2. informeel

Lees de situaties en kies of je het best formele of informele taal kunt gebruiken.

4. Je maakt kennis met een nieuwe klant in de thuiszorg.

1. formeel
2. informeel

Lees de situaties en kies of je het best formele of informele taal kunt gebruiken.

6. Op je eerste stagedag ontmoet je je stagebegeleider in het bedrijf.

1. formeel
2. informeel

Leerdoel 1.2

Je kunt op een goede manier omgaan met feedback.

Niels vraagt waarschijnlijk op een ......... tijd en plaats om feedback.

1. geschikte
2. ongeschikte

Niels vraagt ....... om feedback aan zijn begeleider.

1. beleefd
2. onbeleefd

De begeleider geeft een ....... reactie.

1. positieve
2. negatieve

De begeleider vertelt ...... op een vriendelijke manier wat hij zelf heeft opgemerkt.

1. wel
2. niet

Niels krijgt ...... kans om te reageren op de verschillende onderwerpen.

1. voldoende
2. onvoldoende

De begeleider geeft Niels ....... tips ter verbetering.

1. wel
2. geen

Noteer een tip voor de begeleider, zodat hij betere feedback kan geven op het werk van Niels.

Wacht niet te lang met het geven van feedback: de begeleider noemt in één keer zo’n vier dingen die Niels niet goed heeft gedaan. Het eerste punt (klanten vinden Niels niet aardig) had hij bijvoorbeeld beter ter sprake kunnen brengen op de dag dat er een klant klaagde over Niels.

Kies een juiste tijd en plaats: Niels vraagt zelf om feedback, maar de begeleider had beter een ander tijdstip (morgenvroeg bijvoorbeeld) kunnen voorstellen.

Zeg eerst wat goed gaat: dat doet de begeleider niet.

Vertel duidelijk en vriendelijk wat jij zelf hebt meegemaakt: het is niet duidelijk of de begeleider dit allemaal zelf heeft gezien of opgemerkt. Misschien is het vage roddel. Daarnaast is de begeleider onvriendelijk.

Geef de ander de kans om te reageren: de begeleider noemt in één keer zo’n vier dingen die Niels niet goed heeft gedaan. Bij het eerste punt (klanten vinden Niels niet aardig) had hij Niels bijvoorbeeld de kans moeten geven om te reageren of om hierover een vraag te stellen.

Aan de slag!

2e lesuur: Engels

Aan de slag!

Pauze

3e & 4e lesuur: Atelier/SoVa/werk

Aan de slag!

Pauze

Lezen

5e lesuur: LOB

Aan de slag!

6e lesuur: Gym

Afsluiting