Paragraaf 1.3 - Schatten en meten

1.3 Schatten en meten
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kent het verschil tussen meten en schatten
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

1.3 Schatten en meten
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kent het verschil tussen meten en schatten

Slide 1 - Slide

1.3 Schatten en meten
Waarom is meten beter dan schatten?

  • Schatten van tijd, gewicht, lengte, hoeveelheid is onbetrouwbaar
  • Daarom meten! Meten is weten! 
    - dit doe je met een meetinstrument

Slide 2 - Slide

1.3 Schatten en meten
  • Wat? Maken 1.3 – Opdracht 1 t/m 8
  • Hoe? Blz. 37 t/m 38
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 8 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 3 - Slide

1.3 Schatten en meten
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kent het verschil tussen meten en schatten
  • Je kunt eerlijk meten

Slide 4 - Slide

1.3 Schatten en meten
 Wat meet je?

  • Wat is je leeftijd? 11, 12, 13?
  • Gram, kilogram, centimeter, meter, jaar?
  • Eenheid > de maat waarin je iets meet
  • Grootheid > lengte, tijd, gewicht (Newton), massa (gram), volume, temperatuur
    - jouw 'gewicht' is dus eigenlijk jouw 'massa' 
  • Standaardeenheid > eenheid die overal ter wereld wordt gebruikt

Slide 5 - Slide

1.3 Schatten en meten
  • Wat? Maken 1.3 – Opdracht 9 t/m 19
  • Hoe? Blz. 38 t/m 40
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 9 t/m 19 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 6 - Slide

1.3 Schatten en meten
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt meetinstrumenten aflezen
  • Je kunt eenheden omrekenen

Slide 7 - Slide

1.3 Schatten en meten
Hoe lees je meetinstrumenten af?

  • Met een maatcilinder het volume van een voorwerp meten
    - maatcilinder vullen met water, voorwerp erin laten zakken
    - verschil tussen begin en eind > het volume van het voorwerp
    - makkelijk om volume van voorwerp met onregelmatige vorm te meten
    - grote vorm > grote maatcilinder
    - kleine vorm > kleine maatcilinder

Slide 8 - Slide

1.3 Schatten en meten
Hoe reken je eenheden om? Kilogram naar gram (blz. 36)


  • Kilo = 1000 (duizend) > 1 kilogram = 1000 gram 
  • Van kilogram naar gram is keer 1000
    - 1 kg = 1 x 1000 g = 1000 g
    - 0,0005 kg = 0,0005 x 1000 g = 0,5 g

  • Van gram naar kilogram is delen door 1000
    1000 g = 1000 g : 1000 = 1 kg
    250 g = 250 g : 1000 = 0,25 kg


Slide 9 - Slide

1.3 Schatten en meten
Hoe reken je eenheden om? Liter naar milliliter (blz. 36)


  • 1 liter = 1000 milliliter (mL) 
  • Van liter naar milliliter is keer 1000
    - 1 L = 1 x 1000 mL = 1000 mL
    - 0,0005 L = 0,0005 x 1000 mL = 0,5 mL

  • Van milliliter naar liter is delen door 1000
    1000 mL = 1000 mL : 1000 = 1 L
    250 mL = 250 mL : 1000 = 0,25 L


Slide 10 - Slide

1.3 Schatten en meten
Hoe reken je eenheden om? Kilometer naar meter (blz. 36)


  • Kilo = 1000 (duizend) > 1 kilometer = 1000 meter 
  • Van kilometer naar meter is keer 1000
    - 1 km = 1 x 1000 m = 1000 m
    - 0,0005 km = 0,0005 x 1000 m = 0,5 m

  • Van meter naar kilometer is delen door 1000
    1000 m = 1000 m : 1000 = 1 km
    250 m = 250 m : 1000 = 0,25 km


Slide 11 - Slide

1.3 Schatten en meten
  • Wat? Maken 1.3 – Opdracht 20 t/m 29
  • Hoe? Blz. 40 t/m 42
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 20 t/m 29 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 12 - Slide