Werkwoordspelling: Persoonsvorm tegenwoordige tijd en voltooid deelwoord

Werkwoordspelling: Persoonsvorm tegenwoordige tijd en voltooid deelwoord
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Werkwoordspelling: Persoonsvorm tegenwoordige tijd en voltooid deelwoord

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je werkwoorden in de tegenwoordige tijd en het voltooid deelwoord correct spellen volgens de regel van 't kofschipx en het schema werkwoordspelling.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over werkwoordspelling in de tegenwoordige tijd en het voltooid deelwoord?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is werkwoordspelling?
Werkwoordspelling gaat over het correct spellen van werkwoorden in verschillende tijden en vormen, waaronder de persoonvorm tegenwoordige tijd( pvtt), de pvvt en het voltooid deelwoord.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Veranderen van de zin
Het veranderen van de zin kan helpen bij het bepalen van de persoonsvorm, het woord dat verandert is pv. Pas vervolgens de juiste spellingsregel toe. 


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Schema werkwoordspelling
Het schema werkwoordspelling geeft duidelijkheid over de juiste spelling van werkwoorden in verschillende situaties.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Schema werkwoordspelling

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Geen persoonsvorm
Bij werkwoorden die geen persoonsvorm zijn, wordt -t of -d toegevoegd volgens het schema werkwoordspelling.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Regel van 't kofschipx
De regel van 't kofschipx helpt bij het bepalen of je -t/-te/-ten of -d/-de/-den moet gebruiken bij het spellen van werkwoorden in de verleden tijd van zwakke werkwoorden.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Praktijkoefening
Oefen met het toepassen van de regel van 't kofschipx, het schema werkwoordspelling en het veranderen van zinnen om werkwoorden juist te spellen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.