Jong & Oud (5e) Hoofdstuk 2 (2)

Hoofdstuk 2 (2)
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2 (2)

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 
- Je kunt uitleggen wat rente betekent. 
- Je kunt uitleggen waarom sparen en lenen voorbeelden zijn van ruilen over de tijd. 
- Je kunt de prijs uitleggen van sparen en lenen.
- Je kunt de afweging maken tussen consumeren, lenen en sparen & dit verklaren. 
- Je kunt een verschil maken tussen voorraad- en stroomgrootheden. 


Slide 2 - Slide

Planning
  • Bespreken opdracht 2.5 t/m 2.10
  • Uitleg paragraaf 2.3
  • Maak opdracht 2.11 t/m 2.13                                                                      
  • Terugkomen op de leerdoelen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Bespreken
  • Opdracht 2.5 t/m 2.10

Slide 6 - Slide

Ruilen over tijd
  • Intertemporele substitutie

Slide 7 - Slide

Kiezen
  • Economie = kiezen
  • Persoonlijke keuzes:

Consumptie (kopen), sparen, pensioen, baan, investeringen, huis, trouwen, kinderen

Slide 8 - Slide

Intertemporele substitutie
  • Inter = Tussen
  • Temporele = Tijd
  • Substitutie = Ruilen

=> 'Ruilen over de tijd'

Slide 9 - Slide

Intertemporele substitutie
  • Verschuiven van consumptie in de tijd
=> nu een spel kopen of later?
=> nu een televisie kopen of later?
=> nu consumeren of sparen voor later (pensioen)?
=> nu werken en geld verdienen of studeren en later meer verdienen?

Slide 10 - Slide

Financiële levensloop
  • Deels voorspelbaar verloop (jeugd, volwassenheid, ouderdom)
  • Maar => nog steeds afhankelijk van keuzes en omstandigheden

  • Maak een tekening van de loonontwikkeling die je van jezelf verwacht door de tijd heen
  • Maak een tekening van de vermogensontwikkeling die je van jezelf verwacht door de tijd heen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Intertemporele substitutie in je levensloop
Studeren: nu geen inkomen en dus minder consumeren en later meer verdiencapaciteit waardoor consumptie hoger kan zijn.
Studieschuld / sociaal leenstelsel: Nu meer consumptie en betalen voor studie later minder consumeren door aflossing en rente.
Pensioen: Nu minder inkomen doordat er pensioenpremie betaald moet worden later meer doordat er pensioenuitkering wordt ontvangen.

Slide 14 - Slide

2.3 Studeren en ruilen over de tijd
Waarom studeren?

  1. Kennis vergroten
  2. Vaardigheden verbeteren
  3. Ontplooiing (persoonlijke ontwikkeling)
  4. Kansen op arbeidsmarkt vergroten
  5. Kans op hoger inkomen vergroten

Slide 15 - Slide

Studeren & ruilen over de tijd
1.  Investeren in tijd (en dus gemiste inkomsten) levert later
     meer tijd & inkomsten op

2.   Geldinvestering nu (lenen) later terugbetalen

Slide 16 - Slide

Aan de slag met
  • Maak opdracht 2.11 t/m 2.13
timer
20:00

Slide 17 - Slide

Leerdoelen 
- Je kunt uitleggen wat rente betekent. 
- Je kunt uitleggen waarom sparen en lenen voorbeelden zijn van ruilen over de tijd. 
- Je kunt de prijs uitleggen van sparen en lenen.
- Je kunt de afweging maken tussen consumeren, lenen en sparen & dit verklaren. 
- Je kunt een verschil maken tussen voorraad- en stroomgrootheden. 


Slide 18 - Slide