lidwoorden bepaald en onbepaald les 2

Programma van vandaag:

- Uitleg: Duitse lidwoorden.
- Bookwidgets: opdrachten maken.
- Quiz

1 / 13
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Programma van vandaag:

- Uitleg: Duitse lidwoorden.
- Bookwidgets: opdrachten maken.
- Quiz

Slide 1 - Slide

Was lernen wir heute?
Am Ende der Stunde wissen wir zu welchen Wörtern der, die und das gehören

Aan het einde van het uur weten we wanneer een woord der, die of das is

Slide 2 - Slide

der
mannelijke persoons- en diernamen, zoals:

der Lehrer, der Mann, der Stier

Slide 3 - Slide

die
1. Vrouwelijke persoons- en diernamen, zoals
die Lehrerin, die Frau, die Kuh
2. Woorden die eindigen op -e, zoals
die Adresse, die Toilette, die Schule, die Lampe
3. woorden die eindigen op -heit, -keit, -schaft, -ung
die Freiheit, die Möglichkeit, die Freundschaft, die Übung

Slide 4 - Slide

das
Veel het-woorden in het Nederlands zijn in het Duits das-woorden, zoals
het kind - das Kind
het haar - das Haar
het dorp - das Dorf
als een woord eindigt op -chen of -lein is het altijd onzijdig
das Brötchen, das Mädchen, das Buchlein

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide