Woche 12 - 8mh
Willkommen bei Deutsch! Woche 12 - Stunde 1
Die Lernziele
Am Ende der Stunde...
Am Ende der Stunde...
- kannst du die Uhrzeiten (kloktijden) angeben.
- kannst du der, die, das richtig benutzen.
5 min - Hausaufgaben
10 min - Sätze machen
15 min - Die Uhrzeit
15 min - Herhaling
5 min - Hausaufgaben & Abschließen (afsluiten)
1 / 29
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
This lesson contains 29 slides, with text slides.
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Willkommen bei Deutsch! Woche 12 - Stunde 1
Die Lernziele
Am Ende der Stunde...
Am Ende der Stunde...
- kannst du die Uhrzeiten (kloktijden) angeben.
- kannst du der, die, das richtig benutzen.
5 min - Hausaufgaben
10 min - Sätze machen
15 min - Die Uhrzeit
15 min - Herhaling
5 min - Hausaufgaben & Abschließen (afsluiten)
Slide 1 - Slide
Hausaufgaben
Seite 87, Aufgabe 4: Schreibe mindestens acht Dinge um das Foto, die du auf dem deutschen Frühstückstisch findest.
Benutze die Wörterliste A (Seite 114) oder ein Wörterbuch (www.uitmuntend.de).
Slide 2 - Slide
Voorbeeldantwoorden: das Obst, die Pampelmuse/Grapefruit, die Brötchen, die Croissants, der Apfel, das Ei, der Orangensaft, der Kaffee, das Müsli, die Marmelade, der Käse, die Wurst, die Butter, die Schokolade, die Tasse, das Messer, der Teller, die Gabel
Slide 3 - Slide
Maak met elk persoonlik voornaamwoord een zin met de juiste werkwoordvorm en vul aan met een woord uit "Wörterliste A" (Seite 112).
Ich
essen
Du
frühstücken
Er/sie/es
haben
Wir
trinken
Ihr
probieren
Sie (mv)
wählen
Sie (u)
zeichnen
das Obst.
timer
10:00
Maak met elk persoonlijk voornaamwoord een zin met de juiste werkwoordvorm en vul aan met een woord uit "Wörterliste A" (Seite 114). Achterkant schrift.
Voorbeeld: Ich zeichne (teken) das Obst.
Klaar? Seite 90, Aufgabe 7, 8, 9
Gebruik de kennisbank, pagina 43/44
Slide 4 - Slide
Seite 60
Slide 5 - Slide
Was hast du gelernt?
Der, die oder das
Nach der siebten Stunde ist ______ Schule aus.
Ich auf ______ Geburtstagsfest von meinem Onkel.
Ich habe _____ Geschenk für meinen Onkel gekauft.
Mein Onkel ist ______ Bruder von meinem Vater.
______ Familie von meinem Vater ist sehr groß.
Slide 6 - Slide
Die Hausaufgaben
Leren voor de grammatica SO Kapitel 2:
- werkwoorden in de tegenwoordige tijd (p. 54)
- zelfstandige naamwoorden + lidwoorden (p. 60)
Slide 7 - Slide
Willkommen bei Deutsch! Woche 12 - Stunde 2
Die Lernziele
Am Ende der Stunde...
Am Ende der Stunde...
- kannst du über Essen sprechen.
- kannst du Fragen über ein Lied beantworten.
10 min - Übersetzen
10 min - Lied
15 min - Sprechen
10 min - Hausaufgaben & Abschließen (afsluiten)
Slide 8 - Slide
Der Test
Behalve een pen ligt er niets op de tafel!
Schrijf goed leesbaar!
Maak de hoofdletters duidelijk!
15 min. + 5 min. extra tijd.
Veel succes :-)
Slide 9 - Slide
Arbeitsblatt Uhrzeiten (kloktijden)
Klaar? Seite 110, Aufgabe 41
Slide 10 - Slide
Arbeitsblatt Uhrzeiten (kloktijden)
Klaar? Seite 110, Aufgabe 41
timer
15:00
Slide 11 - Slide
Die Uhrzeit
Seite 110, Aufgabe 41
Slide 12 - Slide
Kapitel 3: Das ist lecker!
Slide 13 - Slide
naschen
die Süßigkeiten
wählen
das Obst
das Gemüse
das Frühstück
die Auswahl
het eten
de soep
de tafel
Het heeft goed gesmaakt.
de melk
de kaas
Selbständig arbeiten. Wörterliste A, Seite 114.
Übersetze (vertaal) die Wörter im Heft (schrift-: achterkant).
timer
10:00
Fertig (klaar)? Seite 90, Aufgabe 7
Slide 14 - Slide
Seite 114
Slide 15 - Slide
Die Hausaufgaben
Für Mittwoch 29. November:
Seite 87, Aufgabe 4
Leren voor de grammatica SO Kapitel 2 (30 November):
- werkwoorden in de tegenwoordige tijd (p. 54 & 60)
- zelfstandige naamwoorden + lidwoorden (p. 19 & 60
Slide 16 - Slide
Willkommen bei Deutsch! Woche 11 - Stunde 3
Die Lernziele
Am Ende der Stunde...
Am Ende der Stunde...
- kannst du die Uhrzeit (kloktijd) angeben.
Slide 17 - Slide
Arbeitsblatt Uhrzeiten (kloktijden)
Klaar? Seite 110, Aufgabe 41
Slide 18 - Slide
Arbeitsblatt Uhrzeiten (kloktijden)
Klaar? Seite 110, Aufgabe 41
timer
15:00
Slide 19 - Slide
Die Uhrzeit
Seite 110, Aufgabe 41
Slide 20 - Slide
Die Uhrzeit
Seite 110, Aufgabe 41, B
Antworten:
1 Uhr
2 halb
3 Viertel nach
4 zehn vor
5 fünf nach
6 fünf vor halb
Slide 21 - Slide
Wochentage und Zeitangaben
Wochentage (weekdagen)
gestern (gisteren)
heute (vandaag)
morgen
Wochentage und Zeitangaben
Maak de oefeningen over de weekdagen.
A) Zoek de dagen van de week in het zoekraster.
B) Welke dag ontbreekt?
C) Welke dagen ontbreken?
Slide 22 - Slide
Wochentage und Zeitangaben
Maak de oefeningen over de weekdagen.
A) Zoek de dagen van de week in het zoekraster.
B) Welke dag ontbreekt?
C) Welke dagen ontbreken?
Wochentage und Zeitangaben
Maak de oefeningen over de weekdagen.
A) Zoek de dagen van de week in het zoekraster.
B) Welke dag ontbreekt?
C) Welke dagen ontbreken?
Slide 23 - Slide
Lesen: Seite 58, 13
Weihnachtstraditionen
Slide 24 - Slide
Lesen: Seite 58, 13
Weihnachtstraditionen
Slide 25 - Slide
Lesen: Seite 58, 13
A
1 In de week voor de 1e advent.
2 De bergmensen verlangden naar daglicht, dat ze vooral in de wintermaanden wekenlang misten.
3 die Bescherung
4 Voorbeeldantwoord:
- we gaan allemaal naar opa en oma
- we gaan altijd skiën
Slide 26 - Slide
Lesen: Seite 58, 13
B
1 Kersttradities
2 Kerstfeest
3 woning/huis
4 gebruiken/tradities
5 het feestmaal
6 Kerstavond
7 familiebezoeken
8 de lichtjesboog/trappetje/luchtboog
9 de cadeau’s
10 de kerstboom
Slide 27 - Slide
Was hast du gelernt?
Slide 28 - Slide
Die Hausaufgaben
