foutieve samentrekking

Formuleren - foutieve samentrekking 

Aan het eind van deze les:
  • weet je wat een foutieve samentrekking is
  • kun je een foutieve samentrekking verbeteren
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Formuleren - foutieve samentrekking 

Aan het eind van deze les:
  • weet je wat een foutieve samentrekking is
  • kun je een foutieve samentrekking verbeteren

Slide 1 - Slide

Wie weet nog wat een samentrekking is?

Aan het eind van deze les:
  • weet je wat een foutieve samentrekking is
  • kun je een foutieve samentrekking verbeteren

Slide 2 - Slide

Voorwaarde, de woorden moeten:

- Hetzelfde getal hebben (enkelvoud/meervoud)
- Dezelfde betekenis hebben
- Dezelfde functie hebben (onderwerp, lijd. vw, meew. vw, enz.)
- Bij woordsoortbenoeming dezelfde woordsoort zijn 

Slide 3 - Slide

Hetzelfde getal (ev/mv)
De jongens kiezen voor yoghurtijs en ik voor vanille-ijs. 

Slide 4 - Slide

Hetzelfde getal (ev/mv)
De jongens kiezen voor yoghurtijs en ik voor vanille-ijs. 

Moet zijn:

De jongens kiezen voor yoghurtijs en ik kies voor vanille-ijs.

Slide 5 - Slide

Dezelfde betekenis
Axel bracht Bente na het werk naar huis en de rest van de avond luierend op de bank door.

Slide 6 - Slide

Dezelfde betekenis
Axel bracht Bente na het werk naar huis en de rest van de avond luierend op de bank door.

Moet zijn:
Axel bracht Bente na het werk naar huis en bracht de rest van de avond luierend op de bank door. (Brengen vs. doorbrengen)

Slide 7 - Slide

Dezelfde functie
Dit boek kost vijftien euro en wil ik kopen.

Slide 8 - Slide

Dezelfde functie
Dit boek kost vijftien euro en wil ik kopen.

Moet zijn:

Dit boek kost vijftien euro en ik wil het boek kopen (ow vs. lv).

Slide 9 - Slide

Dezelfde woordsoort
Marieke heeft hoofdpijn en een blessure aan haar pols opgelopen.

Slide 10 - Slide

Dezelfde woordsoort
Marieke heeft hoofdpijn en een blessure aan haar pols opgelopen.

Moet zijn:

Marieke heeft hoofdpijn en heeft een blessure aan haar pols opgelopen. (pv vs. hww)

Slide 11 - Slide

Stappenplan:
1. vul de weggelaten woorden in;
2. kijk of het voldoet aan de 3 voorwaarden;
  • zo ja --> zo laten;
  • zo nee --> de zin aanpassen.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Deze film kreeg een internationale prijs en heb ik vandaag in de bioscoop gezien.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 14 - Quiz

Mijn vader houdt van metal en mijn broers ook.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 15 - Quiz

Wij bieden u een baan aan en hopen u volgende week te zien.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 16 - Quiz

De conciërge zet de kratten frisdrank in het magazijn en daarna de vaatwasser uit.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 17 - Quiz

De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.

























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 18 - Quiz

Liesbeth is keeper en veel te vinden op het trainingsveld.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.

Wij bieden u een baan aan en hopen u volgende week te zien.


A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 19 - Quiz

Mijn neven en nichten krijgen wel tien cadeautjes met kerst, maar ik slechts eentje.























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 20 - Quiz

Veel sporters vonden het benauwd in de sporthal en wilden enkele deuren openzetten.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 21 - Quiz

De ouders worden ingelicht over de werkweek en de docent over de begeleiding.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 22 - Quiz

Trix is moe en ziek gemeld door haar moeder.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 23 - Quiz

Maken online: blok 4 --> Grammatica --> Paragraaf 4.7 opdr 7
Maken Leswijs 3.3 B

Slide 24 - Slide