4.2 Voedselproductie

4.2 Voedselproductie
1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.2 Voedselproductie

Slide 1 - Slide

Planning
  • Herhalingsvragen H4.1
  • Uitleg §4.2 --> 
  • Aan de slag!
  • Afsluiting/vooruitblik


Slide 2 - Slide

Wat zijn natuurlijke hulpbronnen?
A
Steenkool
B
Lava
C
Water
D
Beton

Slide 3 - Quiz

Wat beïnvloed jouw ecologische voetafdruk?

Slide 4 - Open question

Het verbouwen van de ingredienten voor bijvoorbeeld chocopasta kost                                           En het transport ervan kost                        . 

Op deze manier kun je van                                uitrekenen hoeveel ruimte daarvoor nodig is. Deze berekening heet de                                        voetafdruk. 

Als we de ruimte eerlijk over alle mensen zouden verdelen, heeft elke bewoner                         hectare beschikbaar. Het probleem is dat we nu per mens                            hecatare gebruiken! 

De aarde is te                       voor alle mensen die erop wonen.


Sleep de woorden naar de juiste plek
klein
2,8
1,7
Ecologische
producten
energie
ruimte

Slide 5 - Drag question

Welke stellingen over draagkracht zijn
waar, en welke zijn niet waar?
WAAR
NIET
WAAR
In landen met een hoge draagkracht is het oké om een grote voetafdruk te hebben
Landen met een hoge draagkracht maken vaak veel voedsel en producten voor de rest van de wereld
Een lage draagkracht betekent dat een stuk land weinig oplevert.
Een hoge draagkracht betekent dat veel mensen van één stukje land kunnen leven.
Gebieden met een goed klimaat en een vruchtbare grond hebben een hoge draagkracht.
Als landen arm zijn, is hun draagkracht ook altijd laag.

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wisbord vragen
Zie bestand in map 2a -> Vragen wisbordjes 4.2 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Aan de slag
Maak paragraaf 4.2

Sta je lager dan een 6?
Route A
Sta je tussen de 6 en 7?
Route B
Sta je boven de 7?
Route C

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide