5.3 Hoe sociaal is ons land?

Wat gaan we vandaag doen?

  • Herhaling vorige les
  • Uitleg paragraaf 3
  • bespreken opdrachten vorige les.
  • zelfstandig aan het werk
1 / 39
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat gaan we vandaag doen?

  • Herhaling vorige les
  • Uitleg paragraaf 3
  • bespreken opdrachten vorige les.
  • zelfstandig aan het werk

Slide 1 - Slide

Lesdoelen 5.1
  • Hoe is de economie in ons land georganiseerd?
  • Welke invloed heeft de overheid op de economie?
  • Welke instanties geven er advies aan de overheid?

Slide 2 - Slide

Lesdoelen 5.2
  • Waarom is er sociale zekerheid?
  • Hoe is de sociale zekerheid geregeld?
  • Wat is een verzorgingsstaat?

Slide 3 - Slide

Hoe sociaal is ons land?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

  • Bestaansminimum voor iedereen

  • Sociaal minimum: bedrag waar je van rond moet komen.

  • Sociale voorziening: bijstandsuitkering.
Sociale zekerheid

Slide 6 - Slide

Nederland is een verzorgingsstaat
Sociale zekerheid
Gezondheidszorg
Huisvesting
Onderwijs

Slide 7 - Slide

Vergrijzing
  • aandeel ouderen in de totale bevolking neemt toe en de gemiddelde leeftijd van de bevolking stijgt
  • Om de uitkeringen van de AOW-ers te kunnen blijven betalen heeft de overheid besloten de AOW-leeftijd te verhogen.

Slide 8 - Slide

Vergrijzing 
Actieven
Alle mensen met betaald werk
% inkomen in de vorm van premies en belastingen
Niet-actieven
Mensen zonder betaald werk, die een uitkering ontvangen. Bijv. omdat ze arbeidsongeschikt zijn, werkloos of boven de pensioenleeftijd.

Tot de groep niet-actieven behoren ook de AOW'ers. Deze groep groeit al jaren (= vergrijzing). Wat betekent dit voor Nederland ?

Slide 9 - Slide

Vergrijzing:
  • het aandeel ouderen in de totale bevolking neemt toe en de gemiddelde leeftijd van de bevolking stijgt

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

De AOW
Algemene ouderdomswet
AOW premie 

Samenwonend of getrouwd   €    812,71 p.p. 
Alleen wonend                                € 1.187,43 p.p.

Slide 13 - Slide

Verhoging AOW-leeftijd
Door de AOW-leeftijd te verhogen zijn er minder mensen die een AOW-uitkering krijgen (inactieven) en zijn er meer mensen die werken en betalen voor de AOW (actieven)
Hoe houden we de AOW betaalbaar?

Slide 14 - Slide

Hoe houden we de AOW betaalbaar?
- de AOW-leeftijd verder te verhogen van 65 naar 67 jaar
- de premies + loonbelasting te verhogen
- de AOW-uitkeringen te verlagen;
- de arbeidsparticipatie (arbeidsdeelname) te laten toenemen;
- de AOW-ers ook AOW-premie te laten betalen;
- de AOW niet meer aan iedereen te geven, maar alleen aan 
   ouderen met geen of een laag pensioen.

Slide 15 - Slide

Kapitaaldekkingstelsel
Actieven betalen mee aan de inkomens van de inactieven
Herverdeling van inkomens

Slide 16 - Slide

Probleem!
+ Inactieven
- Actieven

Slide 17 - Slide

Dus....
  • Vergrijzing = in verhouding meer ouderen dan jongeren
  • Gevolg: pensioen wordt onbetaalbaar! Dus AOW-leeftijd verhogen!
  • Oplossingen: AOW-leeftijd verhogen, uitkeringen verlagen, meer premie betalen, zelf sparen

Slide 18 - Slide

Aan het werk!

Lees de theorie en begrippen op bladzijde 14 t/m 17


Maak de opdrachten 17 t/m 28

 Vul de samenvatting op blz 17 in

 Oefenopgaven 10 t/m 20 blz 29


maken opdrachten

Lees de theorie en begrippen van 5.3

Kies uit de volgende opdrachten:
  • opdrachten 5.3 witte blz. (blz. 148 t/m 151) kies van iedere paragraaf 8 opdrachten
  • oefenopgaven 5.3 alle opdrachten (160)
  • alle rekenopdrachten (groen blz. 162 en 163)
  • maak een eigen samenvatting.


Slide 19 - Slide

extra uitleg 

Slide 20 - Slide

maken opdrachten paragraaf 4
  • Lees de theorie blz 152 t/m 155
  • Maak de opdrachten 31 t/m 43
  • Kijk je opdrachten na!

Klaar?
  • Begin met rekenen

Slide 21 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 22 - Slide

Iedereen heeft recht op een AOW- uitkering als de AOW-leeftijd bereikt is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Wie behoren NIET tot
de 'inactieven'?
A
AOW-ers
B
Arbeidsongeschikten
C
Daklozen
D
Werklozen

Slide 24 - Quiz

AOW is gebaseerd op het kapitaaldekkingsstelsel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Door het verhogen van de AOW-leeftijd
A
neemt het aantal actieven toe
B
neemt het aantal inactieven toe
C
wordt vergrijzing tegen gegaan
D
wordt de AOW ook hoger

Slide 26 - Quiz

De AOW is een basispensioen, dat door de staat wordt uitgekeerd aan alle Nederlanders van 67 jaar en ouder. Dat kost heel veel geld.
Hoe komt de regering aan dat geld?
A
Alle werkende Nederlanders moeten iedere maand een deel van hun loon afstaan.
B
De staat verkoopt jaarlijks een deel van zijn goudvoorraad.
C
Het wordt geleend van de banken.
D
De werkgevers betalen het uit hun winsten.

Slide 27 - Quiz

Kees heeft ontslag gekregen. Hij kan nu gebruik maken van de ....
A
ANW
B
AOW
C
WLZ
D
WW

Slide 28 - Quiz

Henk is door een bedrijfsongeval arbeidsongeschikt geraakt en kan gebruik maken van de ...
A
WW
B
WAO
C
AOW
D
AWBZ

Slide 29 - Quiz

Linda haar vader is overleden. Nu kan ze gebruik maken van de .....
A
AWBZ
B
ANW
C
WAO
D
WLZ

Slide 30 - Quiz

Oma komt in een rolstoel terecht. Ze kan nu gebruik maken van de ...
A
AOW
B
WLZ
C
WAO
D
ANW

Slide 31 - Quiz

Truus is gescheiden en kan nu gebruik maken van de ....
A
ANW
B
Bijstand
C
Sociale premies
D
WIA

Slide 32 - Quiz

Waar wordt de sociale zekerheid mee betaalt?
A
belastinggeld
B
sociale premies
C
bijstandsuitkering
D
WMO

Slide 33 - Quiz

Welke 4 zaken worden in de Nederlandse verzorgingsstaat geregeld?

Slide 34 - Open question

  • begrippen oefenen
  • extra uitleg
verdeling in 2 groepen

Slide 35 - Slide


  • begrippen oefenen

begrippen oefenen door middel van het zelf maken van een kruiswoordpuzzel en begrippen opschrijven in je schrift. 

Slide 36 - Slide

maken opdrachten paragraaf 3
  • Lees de theorie blz 148 t/m 151
  • Maak de opdrachten 20 t/m 30
  • Kijk je opdrachten na!

Klaar?
  • Begin met paragraaf 4

Slide 37 - Slide

extra uitleg 

Slide 38 - Slide

maken opdrachten paragraaf 3
  • Lees de theorie blz 148 t/m 151
  • Maak de opdrachten 20 t/m 30
  • Kijk je opdrachten na!

Klaar?
  • Begin met paragraaf 4

Slide 39 - Slide