§2.4 Ruimtelijke kwaliteit Randstad en Ruhrgebied

§2.4 Ruimtelijke kwaliteit Randstad en Ruhrgebied
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

§2.4 Ruimtelijke kwaliteit Randstad en Ruhrgebied

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de inrichting van de Randstad en het Ruhrgebied met elkaar vergelijken en de verschillen en overeenkomsten beschrijven en verklaren

  • Je kunt de herinrichting van het Ruhrgebied beschrijven vanuit een politieke, sociale, economische en natuurlijke dimensie.

Slide 2 - Slide

Waarom gingen steden groeien tijdens . de industrialisatie?
A
Er kwam meer werkgelegenheid.
B
Er kwamen meer machines.
C
De industrie nam af.
D
Het werd te vol op het platteland.

Slide 3 - Quiz

Wat is de Randstad?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Randstad; Ontstaan en groei
  • Steden in de Randstad zijn vanaf ongeveer 1300 ontstaan.
  • Deze steden hebben allemaal een historische stadskern.
  • De bebouwingsdichtheid is er hoog.
  • Bebouwingsdichtheid=het gemiddeld aantal gebouwen per vierkante kilometer.
  • Stratenpatroon is kronkelig

Slide 7 - Slide

Nigeria een reus?
Door suburbanisatie worden de steden van de Randstad een stedelijk gebied.
--> nu groeien alle vier de grote steden naar elkaar toe
--> groei vanuit meerdere steden = meerkernen groeimodel

Tussen de steden ligt het Groene Hart.
-->het is de bedoeling dat dit gebied zo min mogelijk verstedelijkt. 
Randstad; Ontstaan en groei

Slide 8 - Slide

Ontstaan en groei Ruhrgebied 
  • vanaf 1870
  • mijnbouw en industrie, vooral steenkool
  • ligging langs rivier de Ruhr en Rijn gunstig
  • Steden werden supersnel groot
  • woonwijken groeiden aan elkaar vast tot 
een groot stedelijk gebied => zie kaart



Ruhrgebied

Slide 9 - Slide

Steden in het Ruhrgebied 
Bijvoorbeeld: Bottrop, Duisburg, Essen, Oberhausen , 
=> bijnaam = de Kohlenpot

Hoe zien de steden eruit?
  • woonwijken naast de fabriek/mijn
  • slechte huizen
  • geen centrum/winkels/scholen
  • veel luchtvervuiling 
  • bodemvervuiling

Slide 10 - Slide

Waarom is het Ruhrgebied een krimpgebied? Wat doet de overheid hieraan?
  • vanaf 1960 gaan steeds meer fabrieken en mijnen sluiten 
     Gevolg = grote werkloosheid -> veel mensen trekken weg.
     Leefbaarheid was slecht, veel leegstaande fabrieken.
  • Oplossing = schoonmaken en herinrichten van deze industrieterreinen.
  • Bijvoorbeeld: museum in oude fabriek, uitgaan, winkelcentrum
=> reikwijdte is groot, er komen veel mensen uit Nederland om hier te gaan winkelen. (CentrO in Oberhausen)
  • woonwijken heringericht, lucht water en bodem minder vervuild.

Slide 11 - Slide

Ruhrgebied (D) & Randstad 

Overeenkomsten

aantal inwoners, 
infrastructuur
woonkwaliteiten
voorzieningen


Verschillen

Bevolking in Ruhrgebied neemt af en;
Relatief veel mensen werken in de industrie

Slide 12 - Slide

Verschillen en overeenkomsten Randstad en Ruhrgebied
  • overeenkomsten:
- aantal inwoners
- infrastructuur: beide gebieden vaak slecht bereikbaar -> files
- leefbaarheid: achterstandswijken, luchtvervuiling enz.
- voorzieningen: grote voorzieningen, grote reikwijdte

  • verschillen:
- In Ruhrgebied daalt aantal inwoners, in Randstad komen meer inwoners. Let op-> aantal inwoners in Ruhrgebied neemt laatse 3 jaar weer toe!
- in Ruhrgebied werken meer mensen in de industrie

Slide 13 - Slide

Ruhrgebied vroeger

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Agglomeratie
Wanneer een stad vast groeit aan andere plaatsen in de buurt ontstaat er een agglomeratie. 
Dit is een centrale stad met daaraan vastgegroeide voorsteden. 

Slide 16 - Slide

Stadsgewest
Uitgebreider dan een agglomeratie. Door suburbanisatie ontstaan er nieuwe dorpen rondom de agglomeratie. Deze dorpen / wijken zijn vervolgens weer gericht op de centrale stad.

Slide 17 - Slide

stedelijk gebied: gebied waarin steden en stadsgewesten met elkaar zijn verbonden

Slide 18 - Slide

Aan het werk
  • Lees § 2.4 door!
  • Check eerst of je alles begrijpt!
  • Maak §2.4 vraag 1 t/m 8

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video