KG - CVA

CVA
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

CVA

Slide 1 - Slide

Beroerte is de gewone naam voor Cerebro Vasculair Accident (CVA). Een Cerebro Vasculair Accident is, letterlijk vertaald, een probleem (accident) met de bloedvaten (vasculair) in de hersenen (cerebrum).
Wat is een ... ?

Slide 2 - Slide

Een TIA als waarschuwing
Bij een TIA (Transient Ischaemic Attack) kunnen dezelfde symptomen optreden als bij een herseninfarct, maar deze klachten verdwijnen binnen 24 uur. Bij een TIA komt er tijdelijk minder bloed via de slagaderen in de hersenen. De drie belangrijkste tekens hiervoor zijn: een scheve mond, verwarde spraak en een verlamde arm. Dit duurt meestal korter dan 30 minuten, maar kan ook wel 24 uur duren. Als iemand een TIA krijgt is dat een belangrijke waarschuwing, er kunnen meer TIA’s volgen.

Herseninfarct
Bij de meeste patiënten gaat het bij een beroerte om een herseninfarct. Een heel systeem van (kleine) slagaders zorgt ervoor dat zuurstofrijk bloed in alle delen van de hersenen komt. Bij een herseninfarct raakt zo’n slagader in de hersenen vernauwd of verstopt. Dit komt vaak door slagaderverkalking. Slagaderverkalking komt vooral voor bij ouderen. Waarschijnlijk spelen een ongezonde manier van leven en erfelijke aanleg ook een rol. Bij het verkalken van de slagaderen hopen vetachtige stoffen zoals cholesterol zich op in de vaatwand. Hierdoor slibt de slagader dicht. Ook raakt de wand beschadigd. Daar kunnen zich bloedstolsels aan vast hechten. Een stukje van dit stolsel kan losraken en een kleinere slagader verderop in de hersenen blokkeren (embolie). Het hersengebied dat achter de verstopping ligt krijgt zo niet voldoende zuurstof. Als dit zuurstoftekort te lang duurt sterft er hersenweefsel af.

Hersenbloeding
Een hersenbloeding is een andere vorm van een beroerte. Bij een hersenbloeding scheurt er een bloedvat. Hierdoor kan er bloed in en rondom de hersenen stromen. Het bloed drukt een deel van het hersenweefsel weg. Dit raakt hierdoor beschadigd. Zwakke plekken in de wand van het bloedvat kunnen ontstaan door bijvoorbeeld een hoge bloeddruk en slagaderverkalking. Zo’n zwakke plek kan ook uitgroeien tot een uitstulping, een aneurysma. Aneurysma’s hebben een dunne wand in het bloedvat en daardoor een grotere kans om te scheuren.

Ongeveer 80% van de beroertes betreft een herseninfarct en 20% een hersenbloeding
JUIST
ONJUIST

Slide 3 - Poll

JUIST 
Hoeveel waren de kosten voor een beroerte in 2019?

Slide 4 - Open question

Kosten van de zorg voor beroerte geschat op 1,4 miljard euro in 2019
Andere cijfers en weetjes

- De sterfte aan een beroerte neemt af in Nederland
- In Nederland overlijden jaarlijks relatief weinig mensen aan een beroerte
- Kosten van de zorg voor beroerte geschat op 1,4 miljard euro in 2019
- Ruim 48.500 ziekenhuisopnamen voor beroerte in 2020
- In 2020 waren er naar schatting 511.600 mensen met een beroerte (inclusief TIA), 261.400 mannen en 250.200 vrouwen
- In 2020 kwamen er ongeveer 53.600 nieuwe patiënten met een TIA bij: 26.500 mannen en 27.100 vrouwen







Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de oorzaken van een CVA?

Slide 6 - Open question

Bijna driekwart van de mensen die een beroerte krijgt, is ouder dan 65 jaar.

 
De oorzaak van een beroerte is meestal een slechte kwaliteit van de binnenwand van de bloedvaten. In de loop van de jaren raakt de binnenwand van de bloedvaten langzaamaan beschadigd. Hierdoor wordt de wand dikker. Dit proces van slijtage heet slagaderverkalking. Door ouderdom kunnen bloedvaten verkalken.

Ook een ongezonde levensstijl, zoals roken, kan zorgen voor slijtage van de bloedvaten. Dit kan ook gebeuren als je suikerziekte hebt, of een te hoge bloeddruk of een te hoog cholesterolgehalte.

In sommige families komen hart- en vaatziekten vaker voor dan in andere families.

Slide 7 - Video

De functie van de hersenen zijn mysterieus en opmerkelijk!
Ze zijn de bron van alle gedachten, meningen, herinneringen, gedragingen en stemmingen. Ze coördineren het vermogen om te bewegen, te voelen, te ruiken, te proeven, te horen en te zien. Ze stellen ons in staat om woorden te vormen, getallen te begrijpen en te gebruiken, vormen te begrijpen, met andere te praten en vooruit te plannen etc.
- Hersenen vragen een zeer grote en constante toevoer van bloed en zuurstof om te kunnen functioneren: 20% van de bloedstroom vanuit het hart! (bloed-hersen-barrière)
- Een onderbreking in de bloedtoevoer naar de hersenen van langer dan ongeveer 10 seconden kan al tot bewustzijnsverlies leiden
- Zuurstofgebrek, abnormaal lage glucosespiegels of giftige stoffen kunnen binnen enkele minuten de hersenfunctie verstoren
- Hersenactiviteit is het gevolg van elektrische prikkels die worden afgegeven door zenuwcellen (neuronen), die informatie verwerken en opslaan

Grote hersenen
Maken dat jij jij bent!

Voorhoofdskwab
Wandbeenkwab
Achterhoofdskwab
Slaapkwab

Slide 8 - Slide

Maken dat jij jij bent!
Bestaat uit 2 hersenhelften, hemisferen met een spleet ertussen, de fissura longitudinalis
Bestaat uit 2 soorten weefsel: witte hersenweefsel (ligt diep in de hersenen) en grijze hersenweefsel (dit ligt om het witte hersenweefsel)
Voorhoofdskwab: verantwoordelijk voor: willekeurige handelingen (bv oversteken van een straat), het regelen van aangeleerde motorische vaardigheden (bv schrijven), het besturen van complexe intellectuele processen (bv spraak), specifieke bewegingen in de regel van de tegenoverliggende lichaamshelft en het besturen van de taalfuncties.
Wandbeenkwab: verantwoordelijk voor: het interpreteren van informatie van de sensibele zenuwen uit de rest van het lichaam en besturen lichaamsbewegingen, het combineren van vorm, structuur en algemene waarnemingen, het opslaan van ruimtelijke herinneringen (weten waar je bent en waar je naar toe gaat).
Achterhoofdskwab: verantwoordelijk voor: het verwerken en interpreteren van visuele informatie, het mogelijk maken van vorming van visuele herinneringen en het integreren van visuele waarnemingen met de door de wandbeenkwabben aangeleverde ruimtelijke informatie.
Slaapbeenkwab: verantwoordelijk voor: het opwekken van herinneringen en emoties, het opslaan van gebeurtenissen in het korte- en langetermijngeheugen en het duiden van geluiden en beelden waardoor mensen in staat zijn om voorwerpen en andere mensen te herkennen en gehoor en spraak te integreren.

Kleine hersenen
Groot oppervlak door folia ofwel groeven waardoor ze 70-80% meer hersencellen bevatten t.o.v. de grote hersenen

Slide 9 - Slide

Groot oppervlak door folia ofwel groeven waardoor ze 70-80% meer hersencellen bevatten t.o.v. de grote hersenen
Aan de binnenkant ligt de witte stof en aan de buitenkant de grijze stof
Zijn betrokken bij de coördinatie van bewegingen, balans, evenwicht en spierspanning. Ze integreren tast- en diepe gevoelsprikkels. Ze zijn ook betrokken bij cognitieve, taalkundige en gevoelsfuncties

Hersenstam
Middenhersenen
De pons 
Het verlengde merg 


Slide 10 - Slide

De middenhersenen (mesencephalon): verwerken informatie uit de oren en ogen en gebruiken deze informatie om gerichte bewegingen te maken
De pons (Brug van Varol): verbindt de hersenschors van de grote hersenen, kleine hersenen en het verlengde merg en fungeert als tussenstation van signalen
Het verlengde merg (medulla oblongata): beheert en controleert vrijwillige en onvrijwillige functies van de hersenen.

Verklaren verschijnselen CVA
De 3 meest voorkomende signalen zijn:
- Een scheve mond
- Verwarde spraak
- Een lamme arm 

Slide 11 - Slide

Schade rechts:
Bij een beroerte in de rechterhersenhelft kan men links verlamd zijn (en vice versa) of er vindt krachtsverlies plaats. Dit komt omdat de zenuwbanen kruisen van de rechterkant van het hoofd naar de linkerkant van het lichaam (behalve bij letsel in de kleine hersenen). Er treedt niet altijd een verlamming of spierkrachtsverlies op. Schade aan de rechterhersenhelft resulteert vaak in andere, minder direct opvallende stoornissen, die desondanks wel de dagelijkse activiteiten belemmeren.
Letsel links:
Wordt de linkerhersenhelft getroffen, dan geeft dit veelal stoornissen in het gebruik van taal, zowel spreken als begrijpen. Het taal- en spraakcentrum bevindt zich bij rechtshandigen in de linkerhersenhelft. Als er krachtsverlies of een verlamming is, dan is dat in de rechterkant van het lichaam omdat de zenuwbanen kruisen van de linkerhersenhelft naar de rechterkant van het lichaam. Dat heet contralateraal = aan de tegenovergestelde zijde. De kruising van zenuwbanen naar het lichaam vind in het verlengde merg plaats.
Bij letsel in de kleine hersenen vindt uitval aan dezelfde kant plaats van de kleine hersenen als in het lichaam. Dat wordt ipsilateraal genoemd = aan dezelfde kant. Letsel aan de rechterkant van de kleine hersenen zal zorgen voor problemen in de rechterhelft van het lichaam.
De 3 meest voorkomende signalen zijn:
- Een scheve mond
- Verwarde spraak
- Een lamme arm
Dit zijn andere alarmbellen:
- Plotselinge zwakte of verlamming
- Verdoofd gevoel aan een kant van het lichaam
- Hangende gezichtshelft
- De pupil is klein
- Minder goed zien met een of beide ogen
- Afname van kracht
- Afname van coördinatie
- Duizeligheid
- Zeer zware hoofdpijn
- Bewustzijnsvermindering
- Onduidelijke spraak
- Moeite met begrijpen
- Desoriëntatie
- Misselijkheid
- Moeite met slikken of hoesten
- Omvallen
- Emotionele instabiliteit
- Moeite met ademhalen

Diagnose CVA 
ABCDE (in)stabiel
FAST-test --> wat is dit?
Anamnese --> wat zou je allemaal willen weten?
Lichamelijk onderzoek
Aanvullend onderzoek 

Slide 12 - Slide

Bel, indien de patiënt ABCDE-instabiel is, bijvoorbeeld bij verlaagd bewustzijn of epileptisch insult, direct een ambulance met A1-indicatie. Maak (telefonisch) een inschatting van de waarschijnlijkheid van een TIA, herseninfarct of hersenbloeding. Overweeg hierbij de FAST-test te gebruiken. Deze test wordt bij voorkeur afgenomen door iemand in de directe omgeving van de patiënt:
1. Gezicht: vraag de patiënt de tanden te laten zien. Let op scheefstand mond en afhangende mondhoek.
2. Arm: vraag de patiënt beide armen tegelijk horizontaal naar voren te strekken en de handpalmen naar boven te draaien. Let op of een arm wegzakt of rondzwalkt.
3. Spraak: vraag naar veranderingen in het spreken (onduidelijk spreken, niet meer uit de woorden kunnen komen).
4. Tijd: vraag hoe laat de klachten zijn begonnen.
Interpretatie: bij geen goede uitvoering van ≥ 1 van de eerste 3 opdrachten is er verdenking op een beroerte.

Anamnese
Vraag bij vermoeden van een beroerte naar:
1. aard van de uitvalsverschijnselen (zoals paresen, spraak-/taalstoornis)
2. tijdstip van ontstaan van de uitvalsverschijnselen
3. acuut of geleidelijk begin
4. beloop
5. eerdere episoden met gelijksoortige verschijnselen
6. gebruik van orale anticoagulantia; tijdstip van laatste inname; recente bloedingen of operaties
7. risicofactoren voor beroerte: hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten waaronder atriumfibrilleren, diabetes mellitus, overgewicht, overmatig alcoholgebruik, roken, migraine, drugsgebruik, hormoontherapie tijdens de overgang of als anticonceptie

Lichamelijk onderzoek
1. Onderzoek de aanwezigheid, aard en ernst van de uitvalsverschijnselen (ook indien anamnestisch geen uitvalsverschijnselen meer). Patiënten merken bepaalde uitvalsverschijnselen, zoals hemianopsie, (dan zie je een deel van je omgeving niet of nauwelijks) vaak niet op.
2. Meet de bloeddruk en ausculteer het hart (ritme en frequentie).

Aanvullend onderzoek
Meet de bloedglucosewaarde om een hypo- of hyperglykemie als oorzaak van de uitvalsverschijnselen uit te sluiten.

Ben je in het ziekenhuis, dan wordt er zo snel mogelijk een CT-scan (Computer Tomografie) of MRI-scan (Magnetic Resonance Imaging) gemaakt van je hersenen. Dit brengt de hersenstructuren en bloedvaten in beeld. Zo kan de arts direct besluiten welke behandeling je nodig hebt. Ook wordt je bloed onderzocht en wordt er een hart filmpje gemaakt.
Bij een TIA of een klein herseninfarct wordt soms een Duplex onderzoek gedaan. Dit is een geluidsonderzoek van de bloedvaten in de hals en in de nek. Hiermee kan een arts zien of een slagader vernauwd of afgesloten is.
Therapie 
  • Trombolyse
  • Trombectomie 
  • Medicatie: trombocytenaggregatieremmers, antihypertensiva en cholesterolverlager --> wat voor soort medicatie zijn dit en wat is de werking in relatie tot een CVA?
  • Revalidatie 

Slide 13 - Slide

Na een herseninfarct moet de behandeling zo snel mogelijk starten. Binnen 4,5 tot 6 uur na het ontstaan van een herseninfarct is een behandeling mogelijk om het stolsel op te lossen of weg te halen. Hoe sneller de verstopping in een hersenvat opgelost is, hoe groter de kans op een goed herstel.
Het oplossen van een stolsel na een herseninfarct heet trombolyse. Bij trombolyse krijg je medicijnen toegediend via een infuus. Die medicijnen moeten het stolsel oplossen dat vastzit in een hersenvat. Binnen 4,5 uur! Trombolyse moet in de eerste 4,5 uur na het begin van de klachten gebeuren. Dan kunnen hersencellen zich nog herstellen. Na 4,5 uur is die kans op herstel klein en neemt het risico op ernstige bloedingen toe.

Het oplossen van het stolsel gebeurt meestal eerst. Soms is dit niet mogelijk of lukt het niet. Dan proberen artsen het stolsel in het bloedvat ter plekke te verwijderen. Artsen noemen dit een intra-arteriële behandeling.

Bij deze behandeling wordt een holle draad (katheter) gebruikt. Die wordt via een bloedvat in de lies naar het afgesloten bloedvat gebracht. Het stolsel wordt daar verwijderd met een buisje (stent) of een zuiger. Dit heet ook wel trombectomie. Vaak wordt ook een middel ingebracht dat het stolsel oplost.

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Gevolgen CVA?

Slide 15 - Mind map

Bekende gevolgen van hersenaandoeningen zijn:
- Vermoeidheid
- Overprikkeling
- Gedragsverandering
- Geheugenproblemen
- Problemen met intimiteit en seksualiteit
- Aandachtsproblemen
- Problemen met uitvoerende functies
- Trager denken
- Problemen met spraak of taal
- Problemen met emoties
- Agnosie
- Neglect
- Hemianopsie
- Apraxie

Prognose CVA
Afhankelijk van de schade die de hersenen hebben opgelopen en de gezondheid van hart en bloedvaten

Slide 16 - Slide

Hoe het verder gaat na een beroerte, hangt bijvoorbeeld af van
de schade die de hersenen hebben gekregen en de gezondheid van uw hart en bloedvaten.
De eerste 4 weken is de kans op een nieuwe beroerte en op overlijden het grootst. In het ziekenhuis letten artsen daarom heel goed op u.
Na een herseninfarct kan 1 van de 2 mensen na 6 maanden weer voor zichzelf zorgen.
Na een hersenbloeding kan 1 van de 3 mensen na 6 maanden weer voor zichzelf zorgen.

Als een klacht na 6 maanden niet helemaal weg is, is de kans groot dat het niet meer helemaal beter wordt. Maar door veel te blijven oefenen, leert u omgaan met de dingen die u nu minder goed kunt.
Preventie CVA
Primaire preventie: het beperken van risicofactoren zoals... 
Secundaire preventie: starten antitrombotische behandeling
Tertiaire behandeling: revalidatie na CVA + behandeling met medicatie

Slide 17 - Slide

Bij primaire preventie gaat het om het opsporen en beïnvloeden van risicofactoren ter voorkoming van een CVA. Het beperken van risicofactoren zoals hypertensie (hoge bloeddruk), roken, diabetes (suikerziekte) en hyperlipidemie (teveel aan vetten en cholesterol) is het meest efficiënt voor primaire preventie. 

Na een TIA of herseninfarct bestaat de secundaire preventie uit antitrombotische behandeling met clopidogrel monotherapie, acetylsalicylzuur (ASA) in combinatie met dipyridamol of, bij intolerantie of een contra-indicatie, monotherapie met acetylsalicylzuur. Onbepaalde duur. 

Tertiaire preventie: voorkomen van complicaties en ziekteverergering bij patiënten. Ook het bevorderen van de zelfredzaamheid van patiënten valt hieronder. 
Vragen???

Slide 18 - Slide

This item has no instructions