H1: Het weer en het klimaat§4: De zon als motor: neerslag
Luchtvochtigheid: hoeveelheid waterdamp de lucht bevat bepaalt het verschil tussen droge lucht en vochtige/natte
Koude lucht = droge lucht
Warme lucht = natte lucht
- Neerslag / wolken ontstaan op plekken waar warme lucht opstijgt
- Warme lucht koelt boven de aarde af, waarna de waterdamp condenseert
Verdampen: het overgaan van water (vloeibare fase) in waterdamp (gasfase)
Condenseren: het overgaan van waterdamp (gasfase) in water (vloeibare fase)
--> kleine waterdruppels: geen neerslag
--> grote waterdruppels: regen, hagel, sneeuw