BBZ Les 2 De begeleiding afstemmen op de zorgvrager

Begeleiden bij zorg
Les 2 - De begeleiding afstemmen op de zorgvrager

VZO1a
1 / 34
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Begeleiden bij zorg
Les 2 - De begeleiding afstemmen op de zorgvrager

VZO1a

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les: 
- Weet je hoe je een begeleidingsrelatie met een zorgvrager kunt aangaan.
- Weet je hoe je de begeleiding kunt afstemmen op de zorgvrager.

Slide 3 - Slide

Learnbeat/zorgpad
5 Begeleiden bij zorg
5.1 Psychosociale begeleiding
C Een begeleidingsrelatie aangaan
D Begeleiding afstemmen op de zorgvrager
F Onderhandelen met de zorgvrager 

Slide 4 - Slide

Een begeleidingsrelatie aangaan 


Learnbeat 5.1 C

Slide 5 - Slide

Deze man komt
nieuw op jullie 
afdeling...

Slide 6 - Slide

Wat ga je als eerste doen?

Slide 7 - Mind map

Bouwen aan een relatie
Iedereen heeft relaties. Zowel vriendschappelijk, functioneel, collegiaal, professioneel

Slide 8 - Slide

Relatie theorie van Aristoteles
Functionele Relaties
Hechte Relaties
Oprechte Relaties

Slide 9 - Slide

Zonder relatie -> Geen Prestatie

Slide 10 - Slide

Wat kan de relatie met de zorgvrager verstoren?

Slide 11 - Mind map

Aad is helemaal blij met jou als begeleider!


Maar nu moet
hij vanwege 
zijn medische
aandoening
worden over geplaatst......

Slide 12 - Slide

Wat betekent dit voor de relatie?

Slide 13 - Mind map

Afbouwen van deze relatie!
  1. Tijdig aangeven dat begeleiding stopt (bij verhuizing, verbetering, zelfstandigheid)!
  2. Zorgvrager voorbereiden op nieuwe situatie en gevoelens bespreken.
  3. Nazorg geven om zelfvertrouwen te versterken.
  4. Evalueren van doelen en begeleiding.

Slide 14 - Slide

Wat doe jij als een relatie uitgaat?

Slide 15 - Mind map

Uiteindelijk vond Aad zijn vroegere vriend! Hij is dus weer helemaal gelukkig! 

Slide 16 - Slide

Begeleiding afstemmen op de zorgvrager


Learnbeat 5.1 D

Slide 17 - Slide

Waarom is het belangrijk jezelf goed te kennen wanneer je een zorgvrager goed wil begeleiden?

Slide 18 - Open question

Jezelf en de ander kennen



Genetisch bepaald 
DNA






Persoonlijke kenmerken
temperament
waarden
normen
voorkeuren
stereotypen
gevoeligheden 
vooroordelen 
Bewustzijn van je eigen kenmerken voorkomt dat je die onbewust projecteert op anderen 

Slide 19 - Slide

Referentiekader
Een interpretatie is altijd subjectief, omdat je betekenis toekent vanuit je eigen referentiekader. Iemands referentiekader bestaat uit het geheel van iemands waarden, normen, ervaringen en ideeën. Je referentiekader bepaalt – voor een deel onbewust – hoe je iets beoordeelt. De manier waarop jij een situatie of boodschap interpreteert kan dus heel anders zijn dan de manier waarop je collega of een zorgvrager iets ziet. Je begrijpt iemand beter als je weet wat zijn referentiekader is.

Slide 20 - Slide

Ben jij jouw bewust van je eigen referentiekader?

Slide 21 - Open question

Aandachtspunten bij observeren en interpreteren
  • Houd rekening met waarden, normen en ideeën die je observatie beïnvloeden.
  • Houd rekening met het verschil tussen het verzamelen van informatie en het interpreteren ervan.
  • Onderscheid feiten en meningen in een observatie.
  • Bepaal voor jezelf hoe je de invloed van subjectieve factoren zo veel mogelijk kunt beperken.
  • Houd in je observaties rekening met wat je ziet, hoort, voelt en ruikt.

Slide 22 - Slide

Waarom is mensenkennis zo belangrijk?

Slide 23 - Mind map

Tips hiervoor
  • Observeren zonder oordeel
  • Vragen stellen uit nieuwsgierigheid
  • Actief luisteren (ook naar wat niet wordt gezegd)
  • Inleven en oefenen in empathie
  • Zelfreflectie en kritisch kijken naar eigen handelen

Slide 24 - Slide

Vooroordelen

Slide 25 - Slide

Vooroordelen

Stereotypering - Indificatie - Projectie        


Hokjes - Sterk meeleven - Eigen gevoelens

Slide 26 - Slide

Wat was je allereerste indruk van mij?

Slide 27 - Mind map

Dus, kortom!
Ken jezelf goed, wees je bewust van je vooroordelen en oordelen, ontwikkel empathie en een open houding, en stem je begeleiding af op de unieke zorgvrager. Begrijp dat ieder mens anders is, niet alleen qua gedrag maar ook qua psychische functies en persoonlijkheid. Dit maakt zorg maatwerk.

Slide 28 - Slide

Werken aan stellingen in tweetallen

Slide 29 - Slide

Casus meneer Pietersen
Nadie werkt in een revalidatiecentrum. Ze gaat naar een nieuwe zorgvrager, meneer Pietersen van 66 jaar. Nadie helpt hem met aankleden en maakt een praatje. Ze stelt vragen over zijn revalidatie en vraagt of hij nog werkt. Meneer Pietersen geeft aan dat hij nog een jaar moet werken voordat hij samen met zijn partner van zijn pensioen kan gaan genieten.

‘Komt uw vrouw vandaag ook langs?’ vraagt Nadie. Meneer Pietersen reageert snel: ‘Ik heb geen vrouw, ik woon al 32 jaar samen met mijn man.’ Nadie voelt zich erg schuldig en zegt meteen sorry. Het was niet in haar opgekomen dat een oudere man ook homoseksueel kan zijn. Ze merkt dat ze het wel een beetje raar vindt.

Slide 30 - Slide

Nadie had goede bedoelingen toen zij een praatje maakte met meneer Pietersen. Toch ging er iets mis in deze situatie. Beschrijf wat er misging.


Slide 31 - Open question

Welke rol speelt het referentiekader van Nadie in deze situatie?

Slide 32 - Open question

Aan de slag!
Wat moet ik doen?
Werken aan stellingen
Waarom moet ik dit doen?
Je eigen visie leren ontwikkelen
Hoe moet ik de opdracht doen?
In tweetallen
Van wie kan ik hulp krijgen?
Docent en/of medestudenten
Hoeveel tijd heb ik?
Wat is de uitkomst als ik klaar ben?
Je hebt nagedacht over de stellingen
Wat moet ik doen als ik klaar ben?
Eindopdrachten of opdrachten 5.1 C + D

Slide 33 - Slide

Einde

Slide 34 - Slide