OP3 - 418QH - 14 apr - proefexamen deel 2

Proefexamen deel 2
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Proefexamen deel 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Samenstelling
  2. Korte herhaling examen: artikel en brief/e-mail
  3. Beoordelingscriteria op het examen
  4. Proefexamen deel 2 + aftekenen
  5. Vooruitblik

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Samenstelling: 
  • 2 (of meer) losse woorden aan elkaar: muurligger
  • Verwarrend?
    In het Engels juist los van elkaar, in NL zoveel mogelijk aaneen. 
  • laatste deel / rechterdeel = kern --> bepaalt het lidwoord (de/het/een)
  • rode wijn glas / rode wijnglas / rodewijnglas?
  • links = rode wijnglas
    rechts = rodewijnglas

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Opbouw van een brief
Briefconventies zijn de algemene regels die gelden voor het opstellen en schrijven van een officiële brief.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Inleiding
  • aanleiding 
  • beschrijving waar de brief over gaat

Signaalzin
Naar aanleiding van uw vraag  ... 
Slot
  • samenvatting
  • conclusie
  • oplossing/vraag

Signaalwoorden
Kortom ... 
Dus ... 
Alles samenvattend ...
Met andere woorden ... 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Beoordelingscriteria schrijfexamen (80% inhoud)

  • Samenhang
  • Afstemming op doel
  • Afstemming op het publiek
  • Woordenschat en woordgebruik
  • Spelling, interpunctie en grammatica
  • Leesbaarheid  

Slide 9 - Slide

Samenhang
Je brengt op eenvoudige wijze samenhang aan in jouw tekst. Dit doe je door middel van een eenvoudige opbouw en veelvoorkomende voeg- en verwijswoorden (zoals want, maar, omdat, die, dat, jouw). Je mag nog enkele fouten met deze woordsoorten maken.
Afstemming op doel
Je werkt de opdrachten adequaat uit, zodat je het schrijfdoel bereikt.
Afstemming op het publiek
Je past je woordgebruik en toon aan je publiek aan.  
Woordenschat en woordgebruik
Je hebt een redelijk goede woordenschat. Dit laat je zien door te variëren in woordgebruik. Je gebruikt veelvoorkomende voorzetsels (zoals voor, achter, boven, door) vrijwel altijd correct.
Spelling, interpunctie en grammatica
Je hebt een redelijke beheersing van de spelling, interpunctie en grammatica. Dit laat je zien door meestal correcte zinconstructies toe te passen. Je werkwoordsvormen zijn over het algemeen correct. Je verbuigt overige woordsoorten (zoals groot/grote) meestal correct. Je beheerst spelling en interpunctie redelijk. Je gebruikt de meest gangbare leestekens correct.
Leesbaarheid
Je gebruikt, indien nodig, een titel en tekstkopjes. 
Dubbelcheck: op school! 
  • Meenemen --> ID-kaart!!!
Papieren woordenboek, pen/potlood
  • Duur
60 minuten
  • Aantal opdrachten
2 opdrachten op computer

GEEN GEBRUIK VAN ANDERE WEBSITES, dan direct een 1.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan
  1. Lees
  2. Aantekeningen: wat moet je doen? Afvinken! 
  3. Tijd: per opdracht 30 minuten. 
  4. Einde: 1 of 2x doorlezen.

Titel bij artikel. Korte zinnen. Leestekens juist. Witregels (maar: 1 zin is nog geen alinea). Tussenkopjes.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Proefexamen = taaldossier

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Proefexamen deel 2
  1. Ga naar Studiemeter
  2. Ga naar  Starttaal Compact 3F in Studiereader
  3. Instellingsexamen - Oefenexamen - Schrijven
  4. Schrijven 1
  5. Maak opdracht 2
  6. Klaar? Aftekenen!
    Feedback: geef mij een seintje.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

5. Vooruitblik
17 mrt
artikel: kern + slot
24 mrt
Paasvee: geen les
31 mrt
brief/e-mail
7 april
proefexamen deel 1
nu:
proefexamen deel 2
21 april
SCHRIJFEXAMEN
indien proefexamen af is

Slide 14 - Slide

This item has no instructions