Spelling 2.8 - 3 gemengd

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Spelling 2.8 

3 gemengd

Lesplanning

- Uitleg theorie spelling 2.8 + oefeningen

- Maak opdrachten van spelling 2.8

Lesdoel:

- Je kent het verschil tussen een persoonsvorm en een voltooid deelwoord en je kunt beide vormen correct spellen.

- Je kunt zelfstandig naamwoorden correct in het meervoud spellen.

Wij zijn gelukkig goed verzekerd.

Wat voor woord is 'verzekerd'?

1. persoonsvorm
2. voltooid deelwoord

Hij verzekert ons dat alles goed gaat.

Wat voor woord is 'verzekert'?

1. persoonsvorm
2. voltooid deelwoord

In welke zin staat een voltooid deelwoord?

1. Hij verhuist naar Amsterdam.
2. Hij is naar Amsterdam verhuisd.

1. zin 1
2. zin 2

Voltooid deelwoord van sterke en zwakke werkwoorden

Sterke werkwoord

voltooid deelwoord eindigt op -(e)n

smelten - smolten: Het ijs is gesmolten.

Zwakke werkwoord

voltooid deelwoord eindigt op -t of -d 

maken - maakten: Zij hebben wat moois gemaakt.

Voltooid deelwoord zwakke werkwoorden

 eindigt op -t of -d

eindigt de stam van het werkwoord op een medeklinker uit 

'T eX-KoFSCHiP ?

JA? --> eindigt op -t

NEE? --> eindigt op -d

geloven: Zij hebben hem nooit geloofd.

raken: Hij heeft de bal niet geraakt.

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord van verhuizen?

Hij is gister ...

1. verhuist
2. verhuisd
3. verhuisdt

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord van bepalen?

Het cijfer is al ...

1. bepaaldt
2. bepaald
3. bepaalt

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord van remmen?

De auto heeft hard ...

1. geremd
2. geremt
3. geremdt

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord van schoppen?

Hij heeft tegen de bal ...

1. geschopd
2. geschopdt
3. geschopt

Onder welke meervoudsregel vallen de woorden 'olifant en reptiel'?

1. meervoud op -en
2. meervoud op -s
3. meervoud op -'s
4. meervoud op -ieën

Onder welke meervoudsregel valt het woord 'pony'?

1. meervoud op -en
2. meervoud op -s
3. meervoud op -'s
4. meervoud op -ieën

Onder welke meervoudsregel valt het woord 'amfibie'?

1. meervoud op -en
2. meervoud op -s
3. meervoud op -'s
4. meervoud op -ieën

Onder welke meervoudsregel vallen de woorden 'giraffe en ezel'?

1. meervoud op -en
2. meervoud op -s
3. meervoud op -'s
4. meervoud op -ieën

Wat is het meervoud van drie?

1. drieën
2. drieeën

Wat is het meervoud van bureau?

1. bureaus
2. bureau's

Wat is het meervoud van olie?

1. olieën
2. oliën

Wat is het meervoud van pony?

1. ponys
2. pony's

Wat is het meervoud van melodie?

1. melodieën
2. melodiën

Wat is het meervoud van ski?

1. skis
2. ski's

Wat is het meervoud van mama?

1. mama's
2. mamas

Lesplanning

- Maak van spelling 2.8, opdr. 2, 6a en 10a (blz. 161-167)

- Klaar? --> Kom een nakijkblad halen en kijk je opdrachten na

- Maak online de test jezelf van spelling 1.8 en 2.8.  = huiswerk volgende les

Lesdoel:

- Je kent het verschil tussen een persoonsvorm en een voltooid deelwoord en je kunt beide vormen correct spellen.

- Je kunt zelfstandig naamwoorden correct in het meervoud spellen.